Vorige week verscheen het jubileumboek van het Zaanlands Lyceum. Martin Rep, medewerker van De Orkaan, beleefde er een paar genoeglijke uurtjes aan.
Uiteindelijk gaat het toch om de foto’s. Wie een boek over de historie van zijn school in handen heeft, bladert net zo lang tot hij een bladzijde tegenkomt met bekende leraren of, liever nog, zichzelf op de foto.
In dat opzicht voldoet het jubileumboek van het Zaanlands Lyceum. ‘Van Hoogere Burgerschool tot Zaanlands Lyceum – 150 jaar geschiedenis’ ruimschoots aan de verwachtingen. Ruim 170 pagina’s dik, waarvan de meeste met minstens één foto – wat wil een mens nog meer?
Nou ja, toch wel een paar dingen. Dat je goed kunt zien wat op die foto’s staat bijvoorbeeld. Bij sommige moet de loep eraan te pas komen. Zo heb ik minuten lang zitten turen op de foto waar volgens het bijschrift de in de oorlog vermoorde, wellicht foute, ‘Bul’ Kater op staat, ‘met wandelstok’. Zelfs de aanwijzing ‘links van het midden’ bracht me niet op het goede spoor.
Sommige andere foto’s – gelukkig zijn de meeste niet zo pietepeuterig – hebben een verkeerd of onvolledig bijschrift. Pagina 78: ‘Oosthuizen (natuurkunde)’: Oosthuizen gaf wiskunde. Pagina 79: ‘rechts juffrouw Jansen (aardrijkskunde)’: de afgebeelde is Walterop, lerares Frans.
Tja, kan gebeuren, en wie kent al die leraren, laat staan leerlingen op de foto. Dat is ongetwijfeld waar, maar van een geschiedenisboek, of een boek over de geschiedenis van een school, verwacht je dat toch niet. Net zo min als de typefouten en andere slordigheden in tekst (loze spaties, op verkeerde plaatsen achtergebleven koppeltekens) en typografie (hoerenjongen, oftewel loze regels boven aan een kolom). Laten we maar zeggen dat het mooie boek de sporen van de haast draagt. En dat is jammer, want het is – zie boven – inderdaad een fraai en een hartstikke leuk boek.
Gesloopte meelmolen
Vooral de twee langere verhalen over de historie van het Zaanlands Lyceum zijn interessant. Historicus/geschiedenisdocent Jeroen Paap schrijft over de beginjaren van het lyceum, dat gebouwd werd op een terrein tussen Westzijde en Zaan, waarvoor meelmolen de Ruiter moest sneuvelen. Destijds werd daar niet moeilijk over gedaan, want na de sloop zouden ‘de gevaren, verbonden aan het aanwezig zijn van de molen midden tussen de vele huizen verdwijnen’.
Aan het besluit een vierjarige gemeentelijke H.B.S. te Zaandam op te richten was een jarenlange discussie en veel touwtrekken met Den Haag om subsidie vooraf gegaan, totdat ten slotte de school, op 10 april 1866, voor het eerst de deuren opende voor de 41 jongens die het toelatingsexamen hadden gehaald.
Meisjes op de H.B.S.
Tien jaar later volgde een al even moeizame discussie over het toelaten van meisjes. De directeur van de school, A. Pelt, zag dat aanvankelijk helemaal niet zitten. Zaandam kende immers al een school voor meisjes en eentje was genoeg, al was die school ‘van mejuffrouw Kosters’ bedoeld voor lager en niet voor middelbaar onderwijs. Tegenstanders van het toelaten van meisjes betoogden bovendien dat zij dan net zo veel onderwijs in exacte vakken zouden krijgen als jongens, en daarvoor waren ze beslist niet geschikt. Maar ten slotte deden de eerste drie meisjes in 1876 toch hun intrede op de school.
Van directeur Pelt werd bij zijn vertrek van de hbs in 1911 een reliëfportret gemaakt, dat nog altijd in de school hangt. De school bleek toen al te klein voor het toenemend aantal leerlingen, zodat in 1920, toen de school werd uitgebreid met een afdeling gymnasium en daarmee het eerste gemeentelijk lyceum van het land werd, een ‘hulpschool’ moest worden gerealiseerd. Het bijgebouw, zoals het werd genoemd, werd deels boven de Zaan gebouwd en heeft dienst gedaan tot in 1963 het huidige onderkomen aan de Vincent van Goghweg in gebruik werd genomen.
Oorlogsjaren
Schrijfster Bettina Drion – net als haar man en kinderen is zij ex-leerlinge van het Zaanlands Lyceum – tekende voor het treurigste hoofdstuk in de geschiedenis van de school, dat aan de oorlogsjaren is gewijd. De periode waarin rector dr. J. Oosterhuis als een ware burgemeester in oorlogstijd moest schipperen tussen opstandige leraren en leerlingen enerzijds en dreigende oekazes van het gemeentebestuur en NSB-burgemeester Cornelis van Ravenswaay anderzijds.
Joodse leerlingen en leraren waren al snel niet meer welkom op het lyceum. Drion beschrijft het lot van een aantal van hen, die eindigden in de gaskamers van de nazi’s of door executie. Wiskundeleraar George Jambroes viel tijdens het Englandspiel, een sinister spelletje schaak tussen de Duitsers en de geallieerden met menselijke pionnen, in handen van de bezetter en moest dat met de dood bekopen.
Caleidoscoop
Dan is, nog niet op de helft van het boek, de echte geschiedschrijving afgelopen. De rest van de historie mag de lezer zelf reconstrueren uit een caleidoscopisch aanbod aan bijdragen. Het wedervaren van de school in de roerige jaren zestig komt aan bod in een aantal herinneringen van mijn hand, waarvoor de redactie heeft geput uit de website van De Orkaan.
Andere schetsen gaan over de invoering van de Mammoetwet (‘de laatste hbs’er, door Piet Bakker), het toneel en andere culturele vorming (door George van Houts); Anya Boelhouwer schrijft over de schoolkampen onder leiding van brugklasmentor Otto Koetje, de veranderende mode op school, over de soos, verliefdheid en ander ongemak. Er zijn verhalen over de intrede van de computer, de schoolkrant en de uitwisselingen met Praag, Luzarches, La Coruña, Münster en Stockholm.
Dit derde deel heeft weinig structuur, maar biedt wel enkele van de leukste verhalen uit het boek. Ze geven de zielenroerselen weer van de lyceïsten, die op school de beste jaren van jun leven doormaakten. Columniste Geertje Visser geeft in haar column ‘Mit nach nebst samt bei seit von zu zuwider außer aus’ het best dit gevoel weer als zij besluit met: ‘Dat Zaanlands was zo gek nog niet.’
Het boek is helaas niet in de handel, het was alleen te bestellen via de reünie-website van het Zaanlands.
De foto boven helemaal boven komt niet uit het boek maar uit een boek dat ter gelegenheid van de verhuizing van de school werd uitgegeven, afgebeeld is Klaas Oosthuizen die wiskunde doceert. De foto werd ingestuurd door Richard van de Stadt die ook de onderstaan foto van het proefwerkblok maakte (en de foto helemaal onderaan van de sleutelhanger).
Martin Rep is medewerker van De Orkaan. Wekelijks publiceert hij een verhaal, meestal met nostalgische inslag, op zijn website www.martinrep.nl. Zie ook zijn verhalen over:
- Sigarenmagazijn Rep
- Modemagazijn Schuijt (voorheen Zaanlands Lyceum)
- Puch bromfiets
- de opening van V&D aan de Gedempte Gracht
- het Reppiaanse Woordenboek
- zijn oude kleuterschool op het Vissershop
- de Zaanse Plaatjeskermis
- douchen voor een kwartje
- het Het laatste afscheid van Meintje Rozema
- Wat is er toch gebeurd met Jean-Marie
- Persconferentie over een geschilderde toonbank
- Hoe ik de dominee trotseerde en zondag naar ZFC ging kijken
- Terug naar Poelenburg
- De kinderen van de melkboer
En zijn serie over de geschiedenis van het Zaanlands Lyceum:
- Een Warm Welkom
- de grootste strafmiddag in de geschiedenis van het Zaanlands Lyceum
- de warme handen van Juf Walterop
- Zaanlands-conciërge De Vries: “Zijn er nog absenten?”
- Everybody happy in 2A?
- De Ondergang van de Projectielantaarn.
- Zwerven door het oude Lyceum dankzij ‘Afscheid’
Oosthuizen gaf wel degelijk ook natuurkunde!