Het Zaanlands Lyceum bestaat dit jaar 150 jaar. Martin Rep besteedt in een aantal artikelen op deze site aandacht aan zijn persoonlijke historie van de school.

We zien de toekomst vol verwachting tegemoet en kijken de fotograaf lachend of gemaakt stoer aan. Dit zijn de kinderen van klas 2A van het Zaanlands Lyceum in 1962. Zij al die toekomstplannen uitgekomen?

Weemoedige gedachten bij een klassenfoto.

Everybody happy’ staat, nauwelijks leesbaar, geschreven op het schoolbord dat, rechts achter aan de wand, onbedoeld mede werd vastgelegd op de klassenfoto. De locatie is meteen herkenbaar voor iedereen die het oude gebouw van het Zaanlands Lyceum aan de Westzijde in Zaandam kent. Het is de aula, een weidse naam voor een bescheiden bijgebouw waar de Zaanlands Lyceum Vereniging (ZLV) avonden hield, waar soms culturele activiteiten plaatsvonden maar waar ook vaak, bij gebrek aan een betere ruimte, les werd gegeven.

everybodyhappy

De datum van de foto heb ik destijds genoteerd: dinsdag 6 februari 1962. Over twee maanden word ik zestien jaar. Was ‘everybody happy’ in die tijd? Voor mij geldt dat wel zo‘n beetje. Met de meeste jongens uit mijn klas en een enkel meisje onderhoud ik vriendschappelijke banden. Het afgelopen najaar zijn we met de hele klas naar de musical ‘My Fair Lady’ in Carré in Amsterdam geweest, met Wim Sonneveld en Margriet de Groot, een geweldige ervaring. We hebben plezier met elkaar en beginnen het leven te ontdekken.

We kijken de fotograaf dan ook lachend aan of trekken een nadrukkelijk stoer gezicht. We zijn ons ervan bewust dat we als hbs-leerlingen bevoorrecht zijn, kans hebben op een goede carrière en we zijn dan ook vol verwachting en nieuwsgierig naar de toekomst. “Met het hbs-diploma in je zak lach je iedereen uit”, houdt mijn vader me voor. Dat de leerlingen van 2A allen zittenblijvers zijn, niet bepaald het puikje van het lyceum, verandert daar niets aan. Straks komt alles goed.

Het ongemak van ouder worden

judith-kroneDe namen van mijn klasgenoten zijn vastgelegd, maar niet aan allen heb ik scherpe herinneringen. De meesten ben ik uit het oog verloren, met sommigen correspondeer ik weer – leve de e-mail. Zoals met Judith Krone (achterste rij, tweede van links). We hebben lang met elkaar gepraat op de reünie bij het 140-jarig bestaan van het Zaanlands Lyceum, tien jaar geleden.

Met Oud en Nieuw krijg ik steevast een soort jaarverslag van haar. Dat ze een blauwe maandag verkering heeft gehad met mijn vriend Rob Berghege, is soms aanleiding voor een zijdelingse opmerking. De mails gaan vooral over kinderen en kleinkinderen en het toenemend ongemak bij het ouder worden.

tine_zwaanOp de achterste rij, tweede van rechts, staat Tine Zwaan, een van de stilste leerlingen van de klas, van wie gefluisterd wordt dat ze een goede tennisster is. Een paar jaar  later behoorde zij tot de Nederlandse tennistop – ze heeft een pagina op Wikipedia, waar haar successen op vermeld staan. Helaas voor haar ver voordat je daar heel rijk mee kon worden. Op haar website maakt zij tegenwoordig reclame voor haar eigen assurantiebedrijf (www.tinezwaan.nl).

 

mariscabakkerOp de middelste rij, vierde van rechts, zit Marisca Bakker. Zij is de dochter van Marcus Bakker, een vooraanstaand lid van de Communistische Partij van Nederland (CPN). Ik ben wel eens bij haar thuis geweest en vond het reuze interessant dat haar vader mij een hand gaf. Marisca maakte carrière in de CPN en was adjunct-hoofdredacteur van partijkrant De Waarheid. In mijn Volkskrant-tijd hebben we nog wel eens een kopje koffie gedronken aan de Weesperzijde in Amsterdam. Met De Waarheid ging het inmiddels slecht, ze leek wel geïnteresseerd om mijn collega bij de Volkskrant te worden. In plaats daarvan koos zij, samen met haar man Rob Milikowski, voor een praktijk in dyscalculia, een leerstoornis op het gebied van rekenen.

‘Het mooiste meisje van de klas’

mieke-roosVan Mieke Roos – middelste rij, tweede van links – geldt ‘everybody happy’ beslist. Ik kreeg onlangs een mailtje van haar. ‘School niet afgemaakt, maar terugkijkend op een bijzonder fijne, gezellige tijd’, schreef ze me. Mieke woonde in de Anemoonstraat in Koog aan de Zaan, nog geen honderd meter van de Vioolstraat, waar ik geboren ben. Als het tv-programma ‘Het mooiste meisje van de klas’ al had bestaan in 1961, was Mieke zeker een goede kandidaat geweest. We zitten samen in de feestcommissie die de jaarlijkse klasseavond organiseert. Mieke zette met haar man in Nieuw-Vennep een installatiebedrijf op waarvoor zij jaren lang de administratie verzorgde, daarnaast gaf ze yogalessen.

riddertjeIk zit pal voor Mieke op de grond en probeer stoer te kijken. De jongen naast mij zat net als zij en ik in de feestcommissie van de klas. Zijn echte voornaam weet niemand, maar hij laat zich HAJO noemen, een acroniem van zijn vier voornamen. Naast Hajo Schaap zitten twee jongens die destijds mijn beste vrienden waren. Met de bril is Arnoud de Ridder, daarnaast zit Henk Soek. Nadat ik het lyceum had verlaten, leek Arnoud van de aardbodem verdwenen. Ik vond hem pas veertig jaar later terug. Hij bleek net als ik zonder diploma van school te zijn gegaan en al kort daarna fortuin te hebben gemaakt in Zuid-Afrika, waar hij handelaar werd in tweedehands chique auto’s, zoals Bentley, Jaguar en Rolls-Royce. Hij woonde er nog steeds. Een paar keer belde hij me op, zijn stem klonk alsof ik hem de vorige week voor het laatst had gesproken.

hsoekIn 2009 mailde ik hem dat Henk Soek, de jongen rechts van hem op de foto, was overleden. Soek was de dwarsligger van de klas. Op een gegeven moment, een halfjaar voor het eindexamen, verscheen hij niet meer op school. Hij had er genoeg van. Hij zou schrijver worden, maar verder dan één boek, ‘Uw zoon stierf lachend’, kwam hij niet. Arnoud schreef me terug dat hij zich ‘de knaap niet meer voor de geest kon halen’. Inlevend voegde hij daar echter aan toe: ‘Toch wel triest, hij was nog zo’n jochie, zoals wij allemaal nog zijn in onze oude lijven.’ Marisca Bakker, die ik ook schreef, kon zich hem nog heel goed herinneren. ‘Hij durfde wel, deze Soek. Ik herinner me hem als een soort held in de dop, een wilde jongen.’

Twee jaar later overleed ook Arnoud de Ridder. Hij was een jaar jonger dan ik, maar zijn lijf was een stuk ouder. Hij had beenmergkanker, al schreef hij daar vanuit Knysna luchtig en optimistisch over. ‘Ik word iedere dag bestraald in George, een stadje drie kwartier rijden hiervandaan, langs de mooiste weg ter wereld met aan de linkerkant de oceaan (om deze tijd van het jaar vol walvissen) en aan de andere kant bergen, bossen, meren en prachtige valleien. Op de terugweg is het natuurlijk net andersom, de walvissen rechts dus, maar net zo mooi.’

Hoofdredacteur van de schoolkrant

lenydebruynEen klas vol vijftien-, zestienjarigen. Een handjevol namen waar ik herinneringen bij heb. Een paar die niet oud geworden zijn. Maar wat waren de toekomstverwachtingen en dromen van de klasgenoten die zijn weggezakt in mijn geheugen? Van Violet Luii weet ik tenminste dat zij aan de Vincent van Goghweg woonde en een vriendin was van Mieke Roos. Maar heb ik ooit een woord gewisseld met Leny de Bruyn? Ze lijkt me aardig, ze is zelfs heel mooi, waarom weet ik niets van haar?

Met Peter Schoenmaker kon je lachen, met John Kwast kocht ik van mijn zakgeld patates frites bij snackbar Snits aan de Papenpadsloot, maar toch is dat een beetje magere herinnering voor iemand met wie ik een jaar in de klas heb gezeten. Eric van Drongelen werd hoofdredacteur van de schoolkrant, maar heeft hij zijn eindexamen gehaald? Woont hij nog in Nederland, leeft hij überhaupt nog? Met Michel Kwikkel (achterste rij, rechts) fietste ik na schooltijd soms een eindje op richting huis. Een bescheiden jongen met een sterk gevoel voor droge humor. Zijn vader had een rijschool, maar wat er van hem geworden is?

zwagaMet meneer Zwaga, de leraar Nederlands, kon ik goed opschieten. Hij woonde aan de Laan der Vrijheid, schuin achter het huis van mijn latere schoonouders. Ik heb meermalen langs zijn huis gelopen en stiekem naar binnen gegluurd. Waarom heb ik nooit aangebeld om hem te bedanken voor zijn lessen en het nog één keer over Nederlandse literatuur te hebben? Hij was een van de vele leraren die geprobeerd hebben ons te helpen bij het realiseren van onze dromen.  Net als ik zou hij waarschijnlijk graag hebben willen weten hoe het met ons verder is gegaan.

Everybody happy? Ik hoop het, meneer Zwaga, ik hoop het.

zaanlands2a-1962 copy 2
Vlnr: bovenste rij – Erik van Drongelen, Judith Krone, Robert van Doornum, Peter Schoenmaker, Johnny Kwast, Rem Tromp, Leny de Bruyn, Tine Zwaan, Michel Kwikkel; middelste rij: Violet Luii, Mieke Roos, Yvonne Krone, Inge Drijver, Marisca Bakker, Dotty de Bruyn, Anneke Kat, Alice Klop, Nelleke Molenaar, leraar Nederlands A.C. Zwaga; onder Martin Rep, Hajo Schaap, Arnoud de Ridder, Henk Soek en Siert Drost.

Martin Rep is medewerker van De Orkaan. Wekelijks publiceert hij een verhaal, meestal met nostalgische inslag, op zijn website www.martinrep.nl.

Zie ook zijn verhalen over Een Warm Welkom, Sigarenmagazijn Rep, Modemagazijn Schuijt (voorheen Zaanlands Lyceum) zijn Puch bromfiets, de opening van V&D aan de Gedempte Gracht, het Reppiaanse Woordenboek, de grootste strafmiddag in de geschiedenis van het Zaanlands Lyceum, zijn oude kleuterschool op het Vissershop, de Zaanse Plaatjeskermis, de warme handen van Juf Walterop, douchen voor een kwartje, het Het laatste afscheid van Meintje Rozema, Wat is er toch gebeurd met Jean-Marie, Persconferentie over een geschilderde toonbank en Zaanlands-conciërge De Vries: “Zijn er nog absenten?