De introductie van marktwerking in de zorg en de overheveling van zorgtaken naar gemeentes heeft – voorzichtig uitgedrukt – vooral voor problemen gezorgd (en niet voor goedkopere en betere zorg).
Zaanstad heeft te maken met hoge kosten, grote tekorten (jeugdzorg), gedoe rond de aanbesteding van de Sociale Wijkteams, de ondergang van Welsaen, complexe doorverwijzingen, het faillissement van Firenze en de ondergang van TSN Thuiszorg.
In dat laatste geval werd Zaanstad ‘gered’ door Buurtzorg die het TSN-contract overnam. Inmiddels heeft deze prins op het witte paard zich ontpopt als spookrijder: zorg wordt minder en medewerkers krijgen minder werk. ‘De schuld van Zaanstad’ aldus Buurtzorg-baas Jos de Blok, ook directeur van Familiezorg, de onderaannemer die de zorg in Zaanstad verleent.
Buurtzorg veroverde Zaanstad na de ondergang van zorgverlener TSN, die overigens ook de Zwarte Piet richting de gemeente schoof, ‘niks van waar’ volgens de toenmalige wethouder Jeroen Olthof, Zaanstad had zelfs de bijdrage voor TSN verhoogd. Hoe dan ook, TSN ging ten onder en de zorg werd overgenomen door Buurtzorg-dochter Familiehulp. Niet zonder slag of stoot, zo zou Buurtzorg € 5 miljoen staatssteun hebben gevraagd.
Familiehulp
Eind februari 2016 is de kogel door de kerk. Buurtzorg had de beste aanbieding volgens de gemeente, zij nemen de cliënten van TSN over, zorgen voor continuïteit en garanderen de relatie tussen vaste hulp en cliënt zo veel mogelijk. De werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden zijn volgens Zaanstad het best geregeld bij Buurtzorg.
Tot maart van dit jaar als Familiehulp het personeel inlicht over verminderen van zorg en medewerkers meldt dat hun werk in gevaar komt. Zaanstad krijgt ook een brief: ‘de grens bereikt’ volgens directeur Jos de Blok.
Volgens Zaanstad is het niet haar schuld dat zorg minder wordt en arbeidsplaatsen bedreigd worden. De gemeente schrijft in een reactie n.a.v. de brief van Familiehulp:
“Het uitgangspunt van de gemeente is het halen van het gewenste resultaat: een schoon en leefbaar huis. Op het moment dat het contract met Familiehulp is opgesteld, is door de zorgaanbieder niet aangeven dat het afgesproken budget te krap is. Hoewel een contract niet eenzijdig en tussentijds kan worden bijgesteld, heeft de gemeente aangeboden om mee te denken vanuit het belang van de mensen die huishoudelijke hulp ontvangen, met daarbij meegenomen dat hier reële tarieven tegenover staan voor de aanbieders van hulp.
De gemeente is aan het monitoren of resultaten daadwerkelijk niet kunnen worden behaald. Enerzijds is de gemeente in gesprek met Familiezorg om opnieuw naar hun berekeningen te kijken en mee te denken over best haalbare resultaat voor de inwoner. Anderzijds heeft de gemeente de Sociaal Wijkteams gevraagd om alert te zijn op signalen dat resultaten in het geding komen. Dit geldt overigens voor ALLE inwoners die hulp ontvangen, niet alleen diegenen die hulp ontvangen van Familiehulp.
Dat zou kunnen betekenen dat het Zaanstad toch meer gaat kosten:
“Mochten er signalen zijn dat resultaat inderdaad in geding komt, gaan we per geval op zoek naar een passende oplossing voor de inwoner. Als blijkt dat de huidige tarieven niet toereikend zijn om het resultaat te behalen, gaat de gemeente beoordelen of en hoeveel extra ruimte moet worden gemaakt om resultaten te kunnen blijven garanderen.”
De gemeente “betreurt het dat Familiehulp voor onrust heeft gezorgd bij inwoners, die via de eigen hulp of de pers te horen hebben gekregen dat ze mogelijk minder uren huishoudelijke hulp krijgen.” Volgens Zaanstad is de aantijging van Familiehulp die via het NHD naar buiten werd gebracht (“Zorg omlaag in opdracht van gemeente”) dan ook onjuist.
Resultaatgericht werken
Cruciaal in de werkwijze is dat Zaanstad – net als veel andere gemeentes – niet de ‘uren huishoudelijke hulp’ vergoedt maar sinds 2015 in de contracten uitgaat van ‘resultaatgerichte arrangementen’:
“Dit houdt in dat de gemeente aanstuurt op het resultaat van een schoon en leefbaar huis, in plaats van op de tijd dat een thuiszorgmedewerker in het huis aanwezig is. Bewoners bepalen samen met het Sociaal Wijkteam welk type huishoudelijke taken gedaan moet worden. De Sociale Wijkteams koppelen vervolgens de bewoner aan een aanbieder.”
Volgens Zaanstad is het niet zo dat de verhoging van de loonkosten niet meegenomen zijn in afspraken die de gemeente met Familiehulp heeft gemaakt:
“In 2018 heeft Zaanstad nieuwe afspraken gemaakt met alle aanbieders van huishoudelijke hulp, onder andere over de stijgende tarieven en loonkosten die volgen uit de nieuwe COA. Alle aanbieders hebben vervolgens zelf de vrijheid om per huishouden te bepalen hoeveel uur huishoudelijke hulp nodig is om de zorg te leveren die besproken is met de bewoners.”
Dwangsommen en bezwaren
Het ‘resultaatgericht werken’ ligt overigens onder vuur en heeft een aantal gemeentes al tonnen gekost, in Eindhoven dreigt een strop van € 400.000 à een half miljoen aldus de Volkskrant die vandaag over de zaak bericht. Honderden mensen die zorg nodig hebben, zijn met behulp van bureau Jurist Wevers in beroep gegaan tegen de omzetting van uren naar ‘resultaten’ omdat dat in de praktijk neerkwam op minder hulp.
Als het bezwaar wordt toegekend moet de gemeente meer betalen, en bovendien levert de juridische strijd dwangsommen op voor gemeentes die niet in staat zijn bezwaarschriften binnen de daarvoor geldende termijn af te handelen.