Op 4 dagen na, een jaar geleden, was zijn buurman De Reinout verbrand.
Toch had dat de eigenaar van molen De Elzenboom in Koog aan de Zaan, de heer L. Melk, er niet van weerhouden een maalsteen toe te voegen om de pelmolen om te bouwen tot doppenmolen.
Het fijnmalen van koffiedoppen stond bekend als zeer brandgevaarlijk en dat werd zichtbaar op vrijdag 10 augustus 1906, toen even na 12:00 uur in de middag de brand ontstond.
“De brand brak boven in de molen uit en heel snel al brandde het dek-riet van het achtkant en de kap als een fakkel. In korte tijd was het riet verbrand en stond het geraamte van de molen bijna vlamloos. Na korte tijd barstte een dichte, zwarte rook onder de pannen van de molenschuur uit, waaruit al gauw een vlammenzee ontstond, die ook de molen weer aantastte. Nu was het pleit snel beslecht. Binnen een uur lag alles plat. De spoedig ter plaatse zijnde spuiten hadden de ondergang van de kolossale molen niet kunnen verhoeden.”
Hier de Elzenboom ten opzichte van de Reinout (voor alle foto’s geldt: klik erop voor een groter exemplaar)
Vooraan de Elzenboom zo’n 11 jaar voordat hij verbrandde.
Mensen kwam kijken naar zijn laatste momenten. Hij ging letterlijk in rook op.
Alle foto’s komen uit ons gemeentearchief.
___________
In 2016 plaatsen we de serie Zomerhitte ook. Maar we gaan ervan uit dat je dat niet meer weet…
De Elzenboom was de middelste van de 3 Koger pelmolens die aan de Watering waren gelegen. De molen werd gebouwd in 1752 en was identiek aan zijn buurman De Matsman.
De molen stond aan de huidige Glazenmaker iets ten zuidoosten van het Total tankstation.
Zoals Nan van Pommeren in zijn brandkroniek aangeeft brak de brand uit in de kap van de molen, het heeft dus niets met het malen van cacaodoppen te maken gehad.
Even een toelichting op de bovenste foto, de foto is genomen in noordelijke richting want de Reinout stond aan en ten zuiden de Mallegatsloot , ca 200 meter ten oosten van De Binding. Op zijn erf is nu de Scouting.
Deze molen is verbrand op 7 augustus 1905.
Hier onder de geschiedenis van de Elzenboom:
De windbrief voor De Elzenboom werd op 25 februari van het eerdergenoemde jaar uitgereikt aan Lourens van Elsland. Op zijn naam werd de molen op 11 mei 1762 tegen brand verzekerd in een assurantiecontract. Veel meer gegevens over de vroege geschiedenis van de molen zijn er niet voorhanden.
In 1841 werd de molen gekocht door Klaas Velthuys. Later deed hij de molen over aan zijn zoon Wietse Velthuys.
In 1904 werd De Elzenboom gekocht door de Zaandammer sloper Lammert Melk. In plaats van de molen met de grond gelijk te maken, plaatste Melk een koppel maalstenen in De Elzenboom waarmee hij doppen ging vermalen.
Dit werk zou hij echter niet lang volhouden. Op 10 augustus 1906 brak er tijdens het malen brand uit in de kap van de molen en binnen het uur restte er van De Elzenboom niet meer dan een rokende berg verbrand hout.
De brandkroniek van Nan van Pomeren vermeldt het volgende brandverslag, “1906. 10 Aug. Te Koog aan de Zaan maalde de doppenmolen “de Elzenboom” Vrijdagmiddag te twaalf uur in brand, terwijl de eigenaar, de heer L. Melk van Zaandam, beneden in de hut zat op het middageten te wachten, dat door den jongen zou worden gehaald, begaf hij zich nog even in den molen en ontdekte een dikke rook. Direct spoedde hij zich naar boven en bemerkt dat de molen onder het malen in brand was geraakt in den kap. Onmiddellijk liet hij de vang neer, doch niettegenstaande dit was het niet meer mogelijk het onheil met emmers water meester te worden. Al heel spoedig brak het vuur aan alle kanten het lijf uit.
Langen tijd bleef de vuurgloed onder in den molen, terwijl het geraamte, dat zich nog omhoog wist te houden, zoogoed als geen vlammen meer vertoonde. Het scheen alsof de schuren behouden zouden blijven, doch na een poosje kon het achtkant de vernielende werking van de vuurtongen niet wederstaan en stortte met donderend geraas ineen. Toen was het doodvonnis over de pakhuizen ook uitgesproken. Een dikke rood kwam van onder de pannen en in een oogenblik lekte van alle kanten groote vlammen het dak uit. Er ontstond een geweldige hitte, die de vele toeschouwers een eind terug dreef. Nog voor één uur was de geheele molen met den grond gelijk en alleen rookende puinhoopen duidden hare vroegere standplaats nog aan. Naar wij vernemen was de molen voor Fl.2000,- verzekerd. De lading, grootendeels doppen, van de firma Gebr. Groot in Zaandijk, was naar men zegt, zeer onvoldoende geassureerd.
En zoo is de Zaan weer een molen armer. Vermeld dient nog te worden, dat, niettegenstaande de molen een kwartier buiten de bebouwde kom der gemeente stond, er nog 4 spuiten aanwezig waren, op gevaar af van door de bruggen te zakken die in een meer dan slechten toestand waren.”