Opgroeien in de naoorlogse jaren in de Zaanstreek was opgroeien in een kleine wereld. Voor mij was die wereld groot genoeg.
Niet minder dan zeven wereldwonderen telde ik aan weerszijden van de Zaan. Na de Hembrug, de Paaskerk, de Sint Bonifatius en de Watertoren, vandaag deel 5.
Door Martin Rep
Hoog boven de Zaan, de gashouders van Zaandam
Het was een rare, grijze munt die mijn moeder me in mijn hand stopte. Hij zag er heel anders uit dan een kwartje of een stuiver, en uit de rand was een klein rondje gehapt.
“Toe maar, jij mag hem in de gasmeter doen”, lachte ze naar mij. “Dan kan ik weer koken.”
Lezen kon ik nog niet, maar ik begreep dat de munt in mijn hand niet door de koningin was uitgegeven, maar door Zaandam. De stad waar opa en oma Rep woonden, en opoe Rozema. Op zondagmiddag wandelden we wel naar hen toe. Het was niet eens een echte stad. Het ene moment was je nog in Koog aan de Zaan, het volgende moment in Zaandam, je merkte er niks van. Binnenkort zouden wij ook naar Zaandam verhuizen.
Ik duwde de gasmunt in de gleuf van de meter. Hij maakte een zacht ploffend geluid. Het was 1951.
Er zijn verschillende gasfabrieken geweest in de Zaanstreek. Maar uit mijn eigen jeugd herinner ik me alleen de gashouders aan de Westzijde in Zaandam. Het waren grote grijze kolommen van ijzer, die soms hoog waren (als er veel steenkool verhit was en de cilinder vol gas zat) en soms laag (als er weinig gas in zat).
Die gashouders waren spookachtige gevaarten, waarvan ik me altijd afvroeg wat er zou gebeuren als een van de arbeiders op het terrein van de gasfabriek een sigaret zou opsteken. Gasexplosies in woningen konden een compleet huizenblok ontzetten, een ontploffende gashouder moest wel half Zaandam wegvagen.
De gasfabriek stond bij de westelijke afrit van de Prins Bernhardbrug en leverde ook gas aan omliggende gemeenten als Koog, Zaandijk, Westzaan en Oostzaan. Mijn oom Teun Rozema, die aan de Eendrachtstraat in Zaandam woonde, had gasverlichting in zijn huis. Als je daar op zolder liep, moest je oppassen niet tegen de leidingen te trappen die daar over de vloer liepen. Pas ver na de oorlog kregen hij en tante Marie elektrisch licht.
Ik vond de Zaandamse gashouders bijzondere objecten. Nadat in 1963 het nieuwe gebouw van het Zaanlands Lyceum aan de Vincent van Goghweg in gebruik was genomen, kwam ik er dagelijks langs op de fiets. Eén keer heb ik boven op de grootste gashouder gestaan.
In 1963 maakte een aantal leerlingen van het Zaanlands Lyceum een film over het oude gebouw van hun school, die toen nog aan de Westzijde stond, bij het Ruijterveer. Voor die film, die ‘Afscheid’ ging heten, moest hoofdrolspeler Marti Poll worden gefilmd terwijl hij door de Westzijde fietste. Het beste punt om zo’n shot in vogelvlucht te maken, was vanaf de zestig meter hoge gashouder, bedacht Otto Louw. De film werd geschoten met de camera van zijn vader. Otto is later een bekend cineast geworden. Ot Louw:
“Ik belde gewoon met de gasfabriek. Het zou nu volstrekt onmogelijk zijn dat je er dan op mocht. Maar het was geen enkel probleem.”
Ik had een bescheiden baantje in de crew van de film. Ik was operator, dat wil zeggen dat ik met kabels en haspels sjouwde. We meldden ons met onze spullen bij de gasfabriek en klommen de trappen langs de houder omhoog. Langzaam zakten Zaandam, de Westzijde, de Zaan, de Bernhardbrug onder ons weg. Het was koud en winderig boven, maar we hadden een prachtig uitzicht.
Op het moment dat wij erbovenop stonden, was het einde van de gashouders al ingeluid. Sommige Zaangemeenten hadden hun eigen gasfabriek al gesloopt en contracten voor de afname van cokesgas afgesloten met Hoogovens. In het Groningse dorp Slochteren was bovendien in 1959 de gasbel ontdekt. Die zou ons land tot in de verre toekomst kunnen voorzien van aardgas, de kolenmijnen in Limburg en ook de plaatselijke gasfabrieken konden worden gesloten.
De gasfabrieken aan de Zaan, in de rest van het land, zijn dan ook alle verdwenen. De fabriek in Oostzaan, die al in 1931 buiten gebruik was gesteld, werd in 1968 gesloopt. De gashouders aan het Weiver in Krommenie verdwenen in 1970. In hetzelfde jaar werd ook de gashouder van Zaandam verkocht aan een sloopbedrijf.
De gashouders zijn verworden tot iconen van een recent verleden.
Op die winderige middag in 1963 dachten wij niet na over dat naderend onheil. Ver beneden ons zagen we Marti staan. “Toe maar!”, schreeuwde en gebaarde Ot naar hem. Marti stapte op de fiets en reed de Westzijde af, richting lyceum. Een week later had Otto de ontwikkelde films in huis. “Mooie opnamen”, meldde hij trots.
Bekijk hier alle wereldwonderen van Martin Rep. (Volgende aflevering: De Vrede)
Orkaan-columnist Martin Rep heeft zijn herinneringen aan de Zaandamse buurt waar hij opgroeide gecombineerd met de geschiedschrijving van die wijk. Het resultaat daarvan, het boek ‘De Meidoornstraat/opgroeien tussen kerk en communisten tijdens de wederopbouw is te bestellen bij Uitgeverij Oevers.
Stond er ook niet een beeld voor de gashouder...(Zadkine?)
Klopt. De Joegoslavische beeldhouwer Slavomir Miletic heeft daar gewerkt aan zijn model voor De Houtwerker (https://www.zaanwiki.nl/encyclopedie/doku.php?id=miletic)
Mooi verhaal Martin.
Ik herinner me nog heel goed dat ik de gashouwer vanuit mijn slaapkamerraam aan de Franklinstraat in Wormerveer over de daken van de overburen kon zien staan en inderdaad heb ik mij ook vaak afgevraagd hoe groot de ontploffing zou zijn als ie zou ontploffen.
Was er best een beetje bang voor.
Onvoorstelbaar in deze tijd zoiets in de woonwijken maar ik heb eigenlijk nooit gehoord dat er iets fout gegaan was met die dingen.
Ook staan me de evenwichtskunstenaars nog helder voor de geest die op een koord hoog in de lucht vanaf de gashouder liepen, of reden op een motorfiets !
Daar komt m'n meisje vandaan, de tegenwoordige mevrouw Rep. En Rosemarie woonde er natuurlijk, het allereerste meisje van mijn dromen… Daar zit een vuistdikke roman in!
Weer genoten van je verhaal. Verheug me nu al op het moment dat ik je boek De Meidoornstraat in handen heb. Nu maar hopen dat er ook nog een verhaal over de Willem Brinkmanstraat komt.