De gemeente Zaanstad doet voorlopig nog niet mee met het plan van de Provincie Noord-Holland om alle bruggen in Noord-Holland centraal te laten bedienen vanuit twee centrales.
Ook komen er strengere medische eisen voor brugbedieners en gaat de gemeente opnieuw incidenten inventariseren.
De gemeente schrijft dit aan Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over het dodelijke ongeval bij de Den Uylbrug in februari 2015.
De gemeente zegt eerst de voor- en nadelen daarvan te willen onderzoeken.
Grote bediencentrales zijn niet nieuw en ook niet per definitie slechter dan lokaal bedienen of slechter dan bedienen vanuit een kleine bediencentrale, maar het brengt wel andere risico’s en kwaliteitseisen met zich mee. Die willen wij grondig in beeld hebben voordat we een keuze maken om de brugbediening van de Zaanse bruggen over te brengen naar de provincie.
Dit is het belangrijkste onderdeel uit de brief aan de minister, maar niet de enige maatregel. Er is ook een “expert op het gebied van techniek, waterwerken, risicobeheersing en de interactie tussen mens en techniek” aangenomen die “de methodiek van risico-analyse voor brugbediening verder gaat ontwikkelen.”
Bovendien denkt de gemeente na voor de Den Uylbrug na “over een manier waarop omstanders bij noodsituaties rechtstreeks contact kunnen leggen met het Havenkantoor, zonder dat dit onnodig gebruikt kan worden door baldadige personen.”
Potentieel gevaarlijke situaties zijn in kaart gebracht volgens de gemeente en worden geoefend in het opleidingsprogramma voor brugbedienaars. Ook worden er nieuwe medische eisen gesteld voor de functie van brugbedienaar. Er is een keuring ontwikkeld om te toetsen of medewerkers aan de eisen voldoen.
De overtredingen worden net als in 2015 opnieuw geteld, maar nu telkens gedurende één week per kwartaal.