In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 braken de Zeeuwse en Zuid-Hollandse dijken en liepen de eilanden onder water. Een grote watersnoodramp met 1836 slachtoffers was het gevolg.

De Zaanstreek is van oudsher bekend met de gevolgen van dergelijke rampen. Onder meer in 1825 en 1916 ging het hier fout. Misschien is het wel daarom dat in Zaandam 65 jaar geleden zoveel spontane acties op gang kwamen om hulp te bieden aan de slachtoffers van de ramp.

‘Hulp aan de slachtoffers van de Watersnood van 1953’. Door: Sander Wegereef

Niet alleen vanuit het gemeentebestuur, dat een dorp in Zeeland adopteerde, maar vanuit particulieren en Zaanse bedrijven kwamen inzamelingen op gang, van lieslaarzen tot blikken kapucijners.

Hoever het water kwam, Het Vrije-Volk, 1953

“Hulp niet nodig”
Samen met de gemeentebesturen van Valkenburg, Aalten en Dodewaard adopteerde Zaandam het Zeeuwse dorp Rilland-Bath op Zuid-Beveland. Aanvankelijk zou Zaandam het dorp Ritthem onder haar hoede nemen, maar de burgemeester van Ritthem stuurde een telegram: “Waardeer uw geste ten zeerste, doch hebben uw hulp gelukkig niet van node”.

Telegram Gemeente Ritthem (Gemeentearchief Zaanstad)

In plaats daarvan ging de Zaanse hulp dus naar het zwaar getroffen Rilland-Bath. Het water stond hier wel 2,5 meter hoog. Veel wachtten op de bovenverdieping of op het dak van hun huis op hulp. In totaal zijn in de regio Rilland twaalf mensen verdronken, van wie vijf personen uit één gezin.

Watersnood 1953 in Rilland-Bath (www.gahetna.nl)

Vrouwenstemmen in de nacht
Vanuit Zeeland kwam in Zaandam het verzoek om op korte termijn dertig paar lieslaarzen te leveren voor de hulpverleners, die op hun blote voeten in het ijskoude water stonden. Navraag bij Zaandamse winkels leverde slechts zeven paar laarzen op. De vrouw van burgemeester Thomassen en de echtgenote van wethouder Hille lieten het niet op zich zitten en kwamen direct in actie. Met mobilofoons van de politie gingen zijn midden in de nacht de straat op om de slapende bevolking op te roepen lieslaarzen beschikbaar te stellen. De beide vrouwen hadden ervoor gekozen om er zelf op uit te trekken in plaats van hun mannen te sturen, want “een zware mannenstem voor de microfoon zou de kinderen maar wakker maken.”

De actie breidde zich snel uit. Zaandammers belden bevriende vissers in onder meer Hoorn, Monnickendam en Egmond midden in de nacht uit bed met het verzoek lieslaarzen te doneren. De actie leverde 38 paar laarzen op, die direct per vrachtwagen naar het rampgebied werden gebracht.

Oostzijderkerk Zaandam, vlag halfstok, februari 1953 (Gemeentearchief Zaanstad)

Zaanse zakken
Niet alleen laarzen gingen die kant op, ook 550 duizend Zaanse zandzakken werden door Gemeente Zaandam naar het rampgebied gebracht. Er waren acht grote vrachtwagens nodig om de zakken op de plaats van bestemming te krijgen.

Het Zaanse bedrijfsleven deed daarnaast nog een belangrijke duit in het zakje. Het motorschip Stong vertrok goed gevuld met Zaanse producten naar het zuiden. Aan boord waren onder meer duizenden kilo’s kapucijners van Keg, dozen vol ontbijtkoekjes van Verkade, bruine bonnen van Simon de Wit, duizend liter petroleum van J. Op den Velde, dekkleden van Dekker, veekoeken van Honig, varkensmeel van Zwaardemaker en duizenden busjes gecondenseerde melk van Albert Heijn. Zelden zal een schip geladen zijn met een dergelijke diversiteit aan Zaanse producten van zoveel verschillende leveranciers.

Herbouw van huizen in Rilland-Bath in april 1953 (Gemeentearchief Zaanstad)

Koffie en koeken
Op 4 februari was de kustvaarder Spes vanuit Zaandam naar Zeeland gestuurd. Vier dagen later keerde het terug in Zaandam. Aan boord waren tien verkleumde mannen. De rest van de bemanning was in Dordrecht in de trein gestapt. Teleurstelling overheerste bij de manschappen, omdat ze voor hun eigen gevoel te weinig hadden kunnen doen in Zeeland. In Zaandam werden de mannen echter als helden onthaald door onder meer burgemeester Thomassen en wethouder Hille.

“Het echtpaar Van Alten kwam met warme koffie en koek naar beneden, banken werden aangedragen en in die milde atmosfeer steeg de stemming weldra tot goede hoogte.”

Burgemeester W. Thomassen (Gemeentearchief Zaanstad)

Stank voor dank
Niet voor alle helpers was er dergelijk ontvangst. De Zaandamse schipper Schouten vertrok met zijn motorschip Stad Zaandam naar het noodgebied. Aan boord waren tien havenarbeiders, die besloten hadden hun diensten aan te bieden in het getroffen gebied. Maar bij terugkeer in Zaandam wachtte hen een fikse teleurstelling: de Stichting Havenreserve deelde ze mede dat ze niet hoefden te rekenen op een financiële uitkering voor de dagen dat ze afwezig waren geweest.

“Drie etmalen zijn ze niet uit de kleren geweest, hebben niets dan kou en ontbering geleden in hun ijver om te helpen, hebben betrekkelijk weinig kunnen uitrichten bij Goeree-Overflakkee en hebben nu dit vernomen. Geen uitkering voor de drie dagen, omdat zij niet hebben gestempeld.”

De Stad Zaandam aan de Badhuisweg (Gemeentearchief Zaanstad)

Serious Request
Het is slechts een kleine greep uit de kranten van februari 1953, waarin de talloze acties staan vermeld die de Zaanse overheid en bevolking in gang zetten. De hedendaagse acties van Serious Request zijn er niets bij! Wat vooral opvalt in de berichten is de vrijgevigheid van de Zaankanters. Laten we hopen dat we daar weer op kunnen rekenen als een dergelijke ramp zich weer zou voordoen. Maar laten we voorál hopen dat dat voorlopig niet nodig is!

Verder

  • In de beeldbank van Gemeentearchief Zaanstad zijn verschillende foto’s te vinden van de herbouw van Rilland-Bath na de watersnoodramp van 1953.
  • Een ooggetuigenverslag van de rampnacht in Rilland-Bath is te lezen op de site van de PZC .
  • Hester Wandel, de conservator van het Zaans Museum verloor familieleden bij de ramp. Zij werkt samen met het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk, waar sinds 1 februari het monumentale kunstwerk De Verdronkenen van Miep van Riessen (de moeder van Hester) z’n plek heeft gevonden.