Geen hek om de Zaanse Schans. Maar toeristen moeten wel een kaartje kopen.

Dat wil Vereniging De Zaansche Molen: een ‘duinkaartenmodel’ is “een vorm van entreeheffing zonder de Schans af te sluiten met een hek”.

Iedereen moet zo’n kaartje hebben, bewoners krijgen ontheffing en er lopen koddebeiers op de Schans om de zaak te controleren. Een bedrag is niet genoemd maar volgens de Zaansche Molen zou het om een ‘klein bedrag’ gaan. Volgend jaar worden 2,5 miljoen bezoekers verwacht, dus met € 1 p.p. schiet de zaak al lekker op.

Eén dingetje moet nog worden opgelost volgens de Zaansche Molen: “openbare wegen op de Zaanse Schans [moeten] aan de openbaarheid worden onttrokken door de gemeenteraad.”

De jurist van de Vereniging die de molens op de Zaanse Schans beheert stelt dat:

“het duinkaartenmodel kan functioneren voor de Zaanse Schans indien met alle eigenaren en rechthebbenden ter plaatse afspraken worden gemaakt over onder meer centrale entreeheffing, verdeling van de entreegelden en onderhoud van het terrein.”

Dat alle ‘eigenaren en rechthebbenden ter plaatse’ het met elkaar eens gaan worden, zou een unicum zijn, in de praktijk heeft de Zaanse Schans zich de laatste jaren ontwikkeld tot een slangenkuil waar niemand het met elkaar eens is.

Het model dat B&W nu nastreeft is de ‘vermakelijkheidsretributie‘, een belasting die door ‘attracties’ (vooral door de Zaansche Molen) moet worden opgehoest.

Een ander gemeenschappelijk businessmodel, de Zaanse Schans Card, is door de introductie van de Molen-kaart van de Zaansche Molen onderuit gehaald. (In plaats van onderzoek naar de duinkaart kan de wethouder natuurlijk ook met de vuist op tafel slaan er eisen dat iedereen nu eens mee gaat doen met die kaart, die na introductie wel degelijk succesvol was, ondernemers zouden aan kunnen haken met kortingsacties.)


Bronnen: brief van De Zaansche Molen aan de gemeenteraad, eerdere berichten op De Orkaan, foto: ansichtkaart jaren zestig (archief Orkaan)