Hij is pas vijftien jaar, maar in de titel van iedere verwijzing die je na het Googelen van de naam ‘Giovanni Phillipson’ te zien krijgt, is het woord ‘record’ verweven. Als jeugdig zwemtalent is de Zaankanter razendsnel tijd na tijd aan het verpletteren. De Orkaan sprak hem deze week.
Hoeveel records het inmiddels zijn? “Dat zou ik uit mijn hoofd niet eens weten eigenlijk”, antwoordt Giovanni eerder verlegen dan arrogant. “Dit jaar heb ik in mijn leeftijdsklasse op de ‘honderd rug’, ‘honderd vrij’ en de ‘honderd wissel’ in ieder geval recordtijden neergezet.”
Het zijn er zoveel dat het bijzondere er inmiddels zelfs een beetje vanaf gaat. “Ik wil niet zeggen dat het went, maar het is wel een beetje anders. Het voelt wat normaler dan de eerste keer. Het is natuurlijk sowieso fijn als het gebeurt. Laatst verbrak ik een record dat op naam stond van Pieter van den Hoogeband (toen hij zestien was, red). Dat is dan toch wel weer anders. Dat voel echt nog wel even wat beter!”
Mentale verhaal
Allemaal leuk, die records. Maar het wordt daarom wel serieuzer en serieuzer. Is dat voor een vijftienjarige niet af en toe té?
“Vorig jaar voelde ik me rond een belangrijke wedstrijd echt niet goed. Dat was niet leuk. Nu is dat anders. Als ik slecht zwem, dan kan ik dat omzetten. Maar ik denk alleen aan dit soort dingen als ik teleurgesteld ben, hoor. Anders denk ik alleen aan dat ik het goed moet gaan doen!”
Het wordt langzaam maar zeker duidelijk dat de nog zo jonge Zaandammer al heel bewust omgaat met de mentale kant van dat wat in principe een jongensdroom is, maar soms ook heel vervelend kan zijn: sporten op topniveau.
“Ik heb er vertrouwen in dat ik het mentale de komende jaren zo door kan zetten. Ik hoop dat ik er niet veel last van krijg. En ik denk ook niet dat dat gaat gebeuren.”
Olympische Spelen
Naar die komende jaren kijkend, merkt Giovanni op dat hij vooral bezig is met wat hij nu aan het doen is. Toch kan hij er niet altijd omheen.
“Mensen zeggen wel eens: ‘Over vier jaar de Olympische Spelen, hè!’ En dan moet ik daar natuurlijk ook wel aan denken, want ik zou het misschien best wel kunnen halen. Maar voor nu probeer ik niet te ver vooruit te kijken.”
Verstandige taal, allemaal. “Haha, ja. Dat gaat een beetje vanzelf, ofzo. Of ik de komende Olympische Spelen veel ga volgen? Vooral het zwemmen, de rest vind ik niet heel leuk. Ik denk dat we op het gebied van zwemmen niet super veel medailles gaan pakken, maar drie of vier zie ik wel gebeuren”, voorspelt Giovanni over de aankomende Spelen in Parijs.
Als we tot slot dan ook vanuit De Orkaan de vraag stellen: ‘Los Angeles 2028, doet daar een Zaanse zwemmer mee?’, reageert hij op z’n eigen verstandige toon:
“Ik wil het natuurlijk heel graag, maar het is niet dat het moet. Als ik het haal, fantastisch. Maar het is nog heel ver weg. Eerst ‘gewoon even’ EK’s, ofzo. En over vier jaar dan kijk ik zelf wel of ik er überhaupt dichtbij zit”.
Door: Hugo Heinen. Foto’s: Kees-Jan van Overbeeke