Het Zaanlands Lyceum bestaat dit jaar 150 jaar. Martin Rep besteedt in een aantal artikelen op deze site aandacht aan zijn persoonlijke historie van de school.

Deze keer de belangrijkste man in de school, conciërge Geert de Vries, ‘Zijn er nog absenten?’

Door Martin Rep

Hij behoorde tot het meubilair van zowel het oude als het nieuwe Zaanlands Lyceum. De leerlingen kenden hem als ‘Peer’ of als ‘Geurt’. Maar wie was conciërge Geert de Vries in werkelijkheid? Zoon Erno, geboren in de dienstwoning naast het oude lyceum aan de Westzijde, over zijn vader, diens onverwachte overlijden en zijn eigen dramatische laatste schooljaar. “Hij was een graag geziene figuur, die iedereen met raad en daad bijstond.”

Winter 1961. Op het plein was het nog donker en ik schold op mezelf dat ik hier door mijn eigen stomme schuld al om acht uur moest zijn. De zijingang van de school, naast de wc, was al open. Ik liep naar binnen. Niemand te zien. Waar was Peer in vredesnaam?

Hieronder een scène uit de door scholieren gemaakte film ‘afscheid’ uit 1961: scholier Marti Pol kan de school niet in en klopt aan de voordeur van ‘Peer’ de Vries.

Ik had het er zelf naar gemaakt. Ik was weer eens een keertje te laat gekomen. Je mocht dan de les pas in als je je bij juffrouw Schaap van de administratie had gemeld. Drie keer te laat op school komen in één trimester betekende dat je voor straf een week lang een halfuur eerder op school moest komen. Er was dan nog wel geen leraar te bekennen en ook juffrouw Schaap zou pas tegen half negen haar entree maken. Maar de conciërge, Peer, of Geurt, zoals we hem ook wel noemden, was er altijd, en bij hem moest je je melden. Hij woonde immers naast de school. Je kon haast wel zeggen: in de school. Zijn voordeur was schuin tegenover de zijingang van het Zaanlands Lyceum, alleen te bereiken via het schoolplein. Als je Geurt nodig had, meldde je je gewoon bij de deur naast de aula. En bij Geurt, of Peer, moest ik nu zijn.

concierge-aula
De Vries in het leslokaal in het bijgebouw. Dit gebouw deed tevens dienst als aula.

 

Niet dat wij hem met zijn voornaam aanspraken. Elke leraar werd met ‘meneer’ en met ‘u’ aangesproken, en dat gold net zo goed voor de conciërge. De gezagsverhoudingen waren nog heel duidelijk. Als rector Oosterhuis je aankeek, richtte je je blik al bij voorbaat bedremmeld op de punten van je schoenen, en als een leraar je op het schoolplein op roken betrapte, kon je rekenen op een strafmiddag. Niemand die het in z’n hoofd haalde de leraar erop te wijzen dat hijzelf een sigaret in zijn mond had of er zojuist tijdens de les een half pakje Golden Fiction had doorgejaagd.

Nog een scène uit ‘afscheid’ uit 1961: De Vries krijgt een sigaretje van aardrijkskundeleraar Rozenhart. De scholier is Marti Pol.

Tegenwoordig zou je zeggen dat Geurt tot het meubilair van het lyceum behoorde. Hij woonde niet alleen naast de school, maar was als conciërge ook verantwoordelijk voor tal van taken. Het meest zichtbare voor ons als leerlingen was het moment, elke morgen, dat hij het klaslokaal binnenliep met zijn vaste, onsterfelijke vraag: “Zijn er nog absenten?” De hilariteit die daarop soms tijdens een niet al te zware les ontstond, negeerde hij. Ik ben er nooit achter gekomen of hij zich van zijn merkwaardige vraagstelling bewust was of niet. Ook voor de leraar was de binnenkomst van de conciërge soms een welkome onderbreking van een saaie les of een schriftelijke overhoring; een enkele keer maakte hij zelfs een kort praatje met Geurt of bood hij hem een sigaret aan.

concierge-heijkoop
Conciërge De Vries met zijn absentenlijst in het natuurkundelokaal met leraar Heijkoop.

 

Het was even wennen toen de school verhuisde naar het nieuwe complex aan de Vincent van Goghweg. Voortaan hoefde Geurt niet meer met zijn opschrijfboekje de klassen langs. Vanaf de administratie belde hij nu naar elk lokaal met zijn vaste vraag over de absenten of om roosterwijzigingen door te geven.

Geert de Vries is meer dan twintig jaar aan het lyceum verbonden geweest. Zoon Erno, geboren in 1960 – dat was het jaar dat ik mijn entree maakte op het lyceum – weet niet precies wanneer zijn vader er begon te werken. Hij was geboren in Drenthe in 1917 maar al in zijn jeugd naar Zaandam verhuisd. Hij werd daar eerst conciërge aan de ambachtsschool, de P.W. Jedelooschool, naderhand aan het lyceum.

Erno herinnert zich zo goed als niets van de tijd dat het gezin naast het oude lyceum woonde. In 1964, toen de school naar de nieuwbouw verhuisde, trok ook het gezin De Vries naar de Van Goghweg; niet naast de school, maar in een woning vlak bij de Provincialeweg. Al na een halfjaar verhuisde het opnieuw, nu naar de Frans Halsstraat. Daar heeft Erno zijn jeugd doorgebracht, en daarvandaan fietste hij vanaf 1972 zelf ook dagelijks naar het lyceum, waar hij zijn vader meemaakte tot 1977. Hij herinnert zich nog goed hoe die tijdens pauzes vaak boven aan de brede, grote eerste trap stond, om de stroom leerlingen gade te slaan.

devries-motor
Geert de Vries met zijn vrouw achter op de motor. In deze tijd was hij werkzaam op de P.W. Jedelooschool, de ‘ambachtsschool’.

 

Volgens Erno hield zijn vader erg van zijn werk op het lyceum en, enkele avonden per week, op de avondschool. Hij was een geliefd persoon, niet alleen bij zijn directe collega’s op de administratie, maar ook bij de leraren.

Erno de Vries:

“In mijn herinnering ging hij altijd goed om met de leraren en was hij een graag geziene figuur, die iedereen met raad en daad bijstond.”

concierges Zaanlands Lyceum
De conciërges van het Zaanlands Lyceum. Vlnr De Vries, Backer met CK en Erkelens. Erno de Vries: “De heer Erkelens was altijd in de fietsenkelder in het stencilhok bezig.”

 

Personen uit die tijd met wie hij volgens Erno meer dan alleen beroepsmatig contact had, waren  leraar Engels Jaap (‘James’) de Vries, lerares Engels Maartje Andrea, lerares aardrijkskunde Alie Jansen en Gerrit Cluwen (leraar economie en vooral begaan met buitenschoolse activiteiten). Meer contact had hij met zijn administratieve collega’s, Mieke de Regt en Henriëtte Levi, en met collega-conciërge Backer, die zich altijd nadrukkelijk voorstelde als ‘Backer met CK’.

concierge-james
In het nieuwe lyceum aan de Van Goghweg: leraar Engels ‘James’ de Vries vertelt conciërge De Vries via de interne telefoon wie er absent zijn.

 

Erno de Vries zat op het lyceum in de tijd dat Johan Boersma rector was, Boersma was de opvolger van rector Heijkoop die rector Oosterhuis was opgevolgd.

“Ik herinner me nog goed dat mijn vader vertelde dat oud-rector Oosterhuis nog wel eens belangstellend langs kwam in de tijd van zijn opvolgers. Een smakelijke anekdote was dat de oud-rector verbaasd tegen mijn vader zei: ‘Goh, meneer De Vries, wat doen al die schilders en werklui toch in de lerarenkamer?’  Waarop mijn vader antwoordde: ‘Dat zijn geen werklui, meneer Oosterhuis, het zijn leraren!’ Tot ontsteltenis van Oosterhuis, die nog duidelijk stamde uit de tijd dat leraren een kostuum met overhemd en stropdas droegen.”

Conciërge De Vries heeft zijn pensioen niet gehaald. Tijdens de zomervakantie van 1976 verbleef hij zoals gewoonlijk met zijn gezin op camping Bakkum. Hij had daar een zomerhuisje, dat ieder jaar in voor- en naseizoen werd opgebouwd dan wel afgebroken.

erno de vries
Erno de Vries

 

Erno over die tijd: “We hebben daar heerlijke zomervakanties gehad. Mijn vader vond het ook geweldig daar en was altijd bezig met het opknappen en onderhoud van het huisje. Wanneer hij zelf nog geen vakantie had, forensde hij een aantal weken heen en weer tussen Zaandam en Bakkum.”

De zomer van 1976 was zijn laatste daar.

“Op een gegeven moment is hij niet lekker geworden. Hij werd met een ambulance afgevoerd. De diagnose: hersenbloeding. Tien dagen later is hij daaraan overleden.”

Erno was zestien jaar oud toen. Nog helder staat hem voor de geest de grote drukte op de begrafenis (helemaal onderaan bij dit verhaal het bericht in krant waarin het overlijden van Geert de Vries bekend wordt gemaakt).

Het was voor hem heel lastig na die zomervakantie terug te keren naar het Zaanlands Lyceum. “Ik werd daar erg geconfronteerd werd met zijn afwezigheid. Juist in mijn examenjaar.”

Het examen ging dan ook niet goed. Erno besloot zijn vwo-examen niet opnieuw te doen op het Zaanlands, maar op de Knorringa avondschool te Amsterdam. “Daar ben ik toen geslaagd.” Hij heeft weinig foto’s van zijn vader en is blij verrast met de foto’s die ik in mijn Lyceum-tijd op school heb geschoten.

Als ik me moet melden op die donkere ochtend in 1961 en de conciërge niet kan vinden, loop ik de school uit en ga naar de voordeur van zijn woning. Ik klop op de deur en hoor gestommel. Ik zie zijn gestalte naderen, herken zijn kalende voorhoofd, de lange krullen in zijn nek.

Geurt doet open. “Oh ja”, zegt hij, terwijl hij me opneemt. “Rep hè?” Hij weet van mijn bestraffing.

Ik knik. “Gemeld, meneer De Vries”, zeg ik.

Nog een klein halfuur voordat de conciërge de schoolbel zal luiden. Ik heb nog wat tijd om mijn huiswerk door te nemen.

(foto’s Martin Rep)

Martin Rep is medewerker van De Orkaan. Wekelijks publiceert hij een verhaal, meestal met nostalgische inslag, op zijn website www.martinrep.nl.

Zie ook zijn verhalen over Een Warm Welkom, Sigarenmagazijn Rep, Modemagazijn Schuijt (voorheen Zaanlands Lyceum) zijn Puch bromfiets, de opening van V&D aan de Gedempte Gracht, het Reppiaanse Woordenboek, de grootste strafmiddag in de geschiedenis van het Zaanlands Lyceum, zijn oude kleuterschool op het Vissershop, de Zaanse Plaatjeskermis, de warme handen van Juf Walterop, douchen voor een kwartje, het Het laatste afscheid van Meintje Rozema, Wat is er toch gebeurd met Jean-Marie en Persconferentie over een geschilderde toonbank.

devries-krant