Vanmorgen werd in de Meervoudige Rechtbank in Haarlem de zaak van de vijf Facebookdreigers uit Assendelft behandeld. De mannen riepen via Facebook op tot geweld tegen moslims om duidelijk te maken dat ze tegen de komst van een moskee in Saendelft zijn.

Tegen de verdachten wordt € 300 tot € 350 boete geëist, waarvan € 150 voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Uitspraak 22 juli.

De verdachten reageerden verschillend voor de rechter. Eén van hen kwam niet opdagen. Hij liet zich vertegenwoordigen door zijn advocaat die in twijfel trok of de verdachte de teksten zelf had getypt.

Ze verdedigden zich allemaal met het argument dat “er veel ergere dingen op Facebook staan”.

Een jongen van een jaar of 20 bleef wat stoer en leek geen spijt te hebben van zijn oproep om de boel in de fik te steken. Hij vond het vervelend voor zichzelf dat hij een vrije dag had moeten opnemen. De anderen hadden spijt, variërend van een beetje tot een boel.

Hen wordt aanzetten tot haat en geweld (art. 137d) en groepsbelediging (art. 137c) verweten.

De zaak is ingewikkeld omdat hier schijnbaar twee grondrechten met elkaar in botsing komen: het verbod op discrimineren en het recht op vrije meningsuiting. Geert Wilders wordt voor zijn ‘Minder Minder’ uitspraken hetzelfde ten laste gelegd en dat loopt niet voor niks al sinds 2014. Pas eind oktober wordt die zaak weer aangepakt.

De vijf uit Assendelft hoeven minder geduld te hebben. Zij weten waarschijnlijk binnen twee weken al waar ze aan toe zijn: dan wordt uitspraak gedaan.