Nee, met een punt schoten zowel SVA als tegenstander Westfriezen niet veel op na een hun tweede treffen deze competitie. Goed was het niet, maar echt saai werd het nooit, ondanks de 0-0 eindstand.
De tweede klasse op zondag, het is een onvoorspelbare competitie op dit moment. Neem nou koploper JVC. Dat redde maar ternauwernood een punt tegen DSOV. Niet zo opmerkelijk zou je zeggen. Maar die laatste ploeg staat op een plek die aan het einde van het seizoen spelen voor handhaving betekent. In dat licht gezien was de puntendeling voor SVA zo slecht nog niet.
Het puntenverschil onderling in deze klasse is voor de neutrale volger wel om van te watertanden. Het puntenverschil tussen de nummer vier, Westfriezen, en de nummer tien SVA dus, maar acht. Elk punt, vooral in deze fase van de competitie, is er dus één.

Levendige opening
Het leverde een levendige openingsfase op. Na vijfenveertig seconden had het al zomaar raak kunnen zijn. Maar zowel Dani Beukman als Gianluca Locatelli stuiten op Westfriezen-doelman Denny Knol. De volgende twee mogelijkheden waren notabene voor verdediger Alex Wagenaar. Maar hij stuitte twee keer op Zeb Gullen. De SVA-goalie weigerde echter de hoofdrol voor zich op te eisen.
‘Ik heb niet het gevoel gehad dat ik veel hoefde te doen. Zij hebben wat kansen gehad. Wij hebben wat kansen gehad. Maar dit jaar valt het geluk niet echt onze kant op. Vandaag zagen we dat er voetballend niet veel te halen viel, daarom speelden we ook wat meer de lange bal’
Toch mocht de sluitpost wel een compliment ontvangen, vooral bij de één tegen één met Wesley Mak, die plotseling dé kans van de eerste helft kreeg.
‘Ik denk dat hij even twijfelde. Toen kon ik het schot met mijn been redden. Ik baal wel dat we niet gewonnen hebben en van dit lastige seizoen, maar over mijn eigen prestaties ben ik redelijk tevreden Wat mij betreft speel ik hier nog heel lang, want dit is een hartstikke leuke club. Maar dan wel in de tweede klasse graag. We gaan er alles aan doen en hebben vertrouwen dat we er in blijven.’
Zijn collega aan de andere kant, Denny Knol, had nog een fraaie redding in huis op een schot van Noah Bruins. Echt grote kansen waren dat allemaal niet, in een wedstrijd die op en neer ging. Al vonden de gasten elkaar combinerend wat makkelijker. Met die wetenschap zochten de ploegen de kleedkamer op.
Paal en voorlangs
Was de eerste helft nog wel aardig te noemen, na rust werd het toch wat rommeliger allemaal. Het spel bleef maar op en neer gaan, al was er veel balverlies en aan beide kanten werden er wel eens ballen gespeeld die ze beter niet hadden kunnen geven en vice versa.
Beide ploegen vielen wel te prijzen voor hun lust om de drie punten te halen, want geen enkel moment was er echt rust en ontspanning, voor zowel de spelers als het publiek. Twee momenten waren ook zeker nog noemenswaardig. Knol mocht opgelucht de bal in zijn handen pakken, nadat een schot van Locatelli via de binnenkant van de paal niet binnen ging. En vlak voor tijd kreeg menig SVA-er een hartverzakking toen een kopbal van invaller Casper van Beek nét voorlangs vloog.
‘Geen zwakke ploegen’
SVA-trainer Jeroen Beukman kon, in tegenstelling tot zijn doelman, de puntendeling iets meer relativeren.
‘Als je het over de gehele wedstrijd bekijkt, qua kansenverhouding en voetballend, vind ik een gelijkspel de juiste afspiegeling. Ook het feit dat Westfiezen ‘gewoon’ vierde stond. De twee wedstrijden die nu komen zijn tegen ploegen die bij ons in de buurt staan. Van Meervogels en Always Forward moet we gewoon maximale punten halen.’
De oefenmeester gaf ook nog antwoord op de vraag waarom de verschillen in deze klasse zo klein zijn. Buiten de twee vrijwel zekere degradanten is het verschil tussen de nummer vier en twaalf maar negen punten. Drie zeges of nederlagen kunnen ineens een wereld van verschil maken.
‘Ik denk dat het twee redenen heeft. De eerste is de versterkte degradatie. Twee er direct uit en twee nacompetitie. Vorig seizoen was dat zelfs drie om drie. En ten tweede omdat ik denk dat er, buiten Flevo en misschien Meervogels, geen echt zwakke ploegen in deze klasse zitten. Dat maakt dat alles dicht bij elkaar zit.’

Door John Leppink