In september 2017 is coffeeshop Moonlight aan de Czarinastraat gesloten. Exploitant Erdogan Mayda is eerder tevergeefs tegen de sluiting in beroep gegaan. Gister bevestigde de rechtbank dat vonnis.
Zaanstad heeft Moonlight terecht gesloten volgens de rechtbank. Uit het vonnis wordt duidelijk dat de exploitant veel overtredingen en misdrijven op zijn naam heeft staan, variërend van valsheid in geschrifte tot belastingfraude en van mishandeling tot het eigen rechter spelen.
De coffeeshop kreeg in 1996 vergunning. In april 2016 opende Mayda aan de overkant coffeeshop Green Heaven, in het voormalige café Fellini. Daarvoor gebruikte hij een vervalste vergunning. De coffeeshop werd onmiddellijk gesloten.
De valse vergunning (een ‘bewuste’ vervalsing volgens de gemeente) was het begin van de ondergang van Moonlight. De gemeente vroeg informatie op uit het Justitieel Documentatieregister over Mayda en vond daarin genoeg aanwijzingen om sluiting voor te bereiden. Tussen 1994 en 2015 ging het om:
“meerdere veroordelingen en transacties op grond van de Opiumwet, de Wet wapens en munitie en voor mishandeling en milieu-inrichting gebonden delicten.”
De Belastingdienst deed ook onderzoek en heeft aan Mayda “navorderingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd.” Het ging om “belastingfraude vanwege het structureel opgeven van een te lage omzet.” Ook transacties in onroerend goed trokken de aandacht van de Belastingdienst.
In januari 2017 werd tijdens een controle door de politie en de gemeente geconstateerd dat de coffeeshop geopend was terwijl exploitant in het buitenland verbleef. In juli 2017 was de coffeeshop opnieuw open terwijl Mayda niet aanwezig was.
Meerdere misdrijven
Eind januari 2017 kreeg Zaanstad inzicht in ‘de bestuurlijke rapportage van de Politie, unit Noord Holland, district Zaanstreek’ waarin stond
“dat eiser in de periode van 1 augustus 2008 tot en met 6 juni 2016 in de politieregisters voor komt als verdachte van meerdere misdrijven. In de rapportage wordt verder onder meer verslag gedaan van een openbaar orde incident op maandag 9 januari 2017 waarbij eiser betrokken was.”
In een aanvulling over de periode van 4 januari 2013 tot en met 28 april 2016 werden opnieuw “diverse incidenten genoemd waarbij eiser [Erdogan Mayda] betrokken is geweest.”
Geweld
Het ‘incident van 9 januari 2017 gaat om ‘eigenrichting’. Twee politiemedewerkers, troffen na een melding in de coffeeshop de zoon van Mayda aan en een man die volgens hem zou hebben ingebroken. Uit beelden van de beveiligingscamera bleek niet dat de man bij de inbraak was betrokken. Dezelfde politiemedewerkers werden later naar de woning om de hoek bij de coffeeshop geroepen waar de man woonde die zou hebben ingebroken. Mayda haalde daar met zijn broer spullen uit de woning.
“de man heeft tegenover de politie verklaard dat eiser (Mayda] en zijn broer de voordeur hadden opengetrapt en zich met geweld en tegen zijn wil toegang hadden verschaft tot de woning.”
Volgens Mayda woonden de inbreker in de woning en ging hij zijn spullen terughalen, “omdat de politie dat toch niet voor hem zou doen.” De deur heeft hij niet ingetrapt, “omdat die deur altijd open stond”. De man zou dat later ook in een schriftelijke verklaring hebben verklaard. De rechtbank twijfelt ernstig aan de betrouwbaarheid van de verklaring. Dat de deur ‘altijd open stond’ is bovendien door de zoon van Mayda weersproken.
Volgens Mayda is “er geen enkele grondslag voor het intrekken van de exploitatievergunning.” Dat hij een vervalste vergunning heeft gekocht is niet zijn schuld, zijn “kennis van de Nederlandse taal is beperkt.” Elders stelt Mayda echter dat hij al 25 jaar in Nederland woont.