Een kop-staartbotsing, een uitglijder van een gemeenteraadslid, of een frontale foto van een puber die een winkelraam ingooit… de ervaring leert dat dit scoort.
Maar nee, de redactie heeft unaniem besloten om niet te buigen voor effectbejag en gekozen voor de verdieping der beschaving: Vrijdag wordt dichters-Vrijplaats op jouw Orkaan.
De Zaanse Dichterskring is hofleverancier.
Gedichten zijn volkomen nutteloos het best, en het begrijpen van een goed gedicht is, volgens meneer Montaigne, moeilijker dan het schrijven van een middelmatig exemplaar.
Wij hopen op een boel onbegrijpelijke shit. Vandaag gedicht 2.
Door: Corine Gorter
Splijtzwam
Ik kom u danken, zei de man. Hij overhandigde een zwam
Keek naar het bord, hij stond erop, dat ik een hapje namDe zwam een paddo, zo het bleek, ontrafelde een droom
De droom, ‘k vind er geen woorden voor, vertel het u gewoonEen man, een vrouw, een dorp, een stad, verlieten zo hun huis
Bepakt bezakt, één been of geen, een hoofd vol bommengruisDe boot een gammel ding genaamd de zinkende schavuit
Bracht menigeen, niet iedereen, het land heel gladjes uitOntwaard’ik daar een kinderlijk? Ik knipper met mijn oog
’t Lag daar zo vredig, zo gewoon, ik hield het niet meer droogDaar liepen mensen over straat wel duizenden misschien
Zij riepen en scandeerden luid met glans en bovendienWalhalla! Op naar ’t paradijs! Het is daar heel erg mooi
Zoveel beter, zoveel schoner dan d’achtergelaten kooiEen hoop en vechtlust maar tevree om het voldongen feit
Dat daar brood, bad, bed op ze wacht, want alles zijn zij kwijtBrood en bed, geen bad of sex, dat is wat al te saai
U weet toch wel, zo sprak de man, dat ik geen geiten naaiDe droom, Ik had u al gezegd, dat die wat vreemd begon
Maar wat ik zag tart al het lot. Ik wist niet dat dat konHet paradijs een tentenkamp dat was niet wat verwacht
Waar was nu ’t hemels huis, het warme thuis, matras en armen zacht?Een welkomstlied, een knuffel, wat vuurwerk en een ei
Walhalla bleek niet zo halal. Keken niet langer blijHet is hier vol! Wees welkom hier! Ze raakten wat verward
Het is hier koud, fluistert een vrouw, de kilheid maakt me hardIk steeg weer op en zag nog net, wel duizend in een rij
Ze keken blij en zongen luid: Eindelijk zijn wij vrij!In de wolken wit en hoog, een stem fluisterde toe:
Dit is jouw droom, jouw keus, jouw lot. Ben je je droom al moe?Hij droeg een kind, hij droeg een zwaard en hief het ver omhoog
Ik riep nog ‘Nee, splijt hem toch niet!’ terwijl ik verder vloogDe zwam eindelijk uitgewerkt ik smeet het in de heg
Mijn naam is Salomon, zo zei hij mij. Hij lachte en liep weg.
De foto is ook van Corine.
Ook een gedicht voor de Vrijplaats?
De regels:
- Iedereen mag inzenden.
- Er is volledige vrijheid van onderwerp en lengte.
- Check goed: wij gaan ervan uit dat eventuele ‘fouten’ horen bij dichterlijke vrijheid.
- De Orkaanredactie bepaalt wat er wordt geplaatst.