Vandaag ging de voordeur van de bussen die in de Zaanstreek rijden open voor passagiers.
Dit ondanks het feit dat een deel van de aangebrachte kuchschermen die de buschauffeurs zouden moeten beschermen niet TNO-getest zijn, en de OR van Connexxion gevraagd had de opening uit te stellen.
Een aantal chauffeurs heeft bij de directie aangegeven de voordeur niet te openen. Om hoeveel medewerkers dit gaan, kon de woordvoerder ons niet vertellen.
In de Zaanstreek wordt gereden met twee soorten bussen: de Ambassador en de Citea. Bij de Citea* zijn de schermen inmiddels verder naar het voorraam doorgetrokken, bij de iets kleinere Ambassador nog niet. Toch moet ook de Ambassdador-deur open.
Morgen worden er naar alle waarschijnlijkheid extra maatregelen aangekondigd in de strijd tegen het corona-virus, en daarbij heeft Rutte al gemeld dat er een goede afweging gemaakt moet worden tussen veiligheid en economische schade. Connexxion lijdt schade als de voordeur dicht blijft, maar de veiligheid van de chauffeurs lijkt niet geborgd.
Het is dan ook kiezen tussen kwaden voor: het verlengen van het kuchscherm zou betekenen dat de chauffeur door het glas in de rechterbuitenspiegel moet kijken en dat kan gevaarlijk zijn door de reflectie zegt de RDW. Een kort scherm beschermt alleen grote/lange chauffeurs omdat deze hun stoel volledig naar achter kunnen zetten zodat ze achter het glazen wandje kunnen schuilen tegen het virus. De wat kleinere chauffeurs worden niet beschermd, want hun neus en mond komen voorbij het scherm.
Wij togen vanmorgen naar bushalte De Vlinder in Zaandam. Helaas werd ons daar door interim-manager Vivien Hoekstra te verstaan gegeven dat we niet met de chauffeurs mochten praten, en belangrijker nog: de chauffeurs niet met ons. Dat zou hen in problemen brengen.
*In de Citea zat in eerste instantie ook een kort ‘golfscherm’. Na meting bleek daar toch meer ruimte te zijn om het scherm door te trekken, zonder dat het vrije zicht op de buitenspiegel in gevaar kwam.