Als je opgegroeid bent in Syrië en voor geweld moet vluchten, vereist het leven in Nederland heel wat aanpassingen.
Als je daarnaast nog tot de LHBT (lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders) groep behoort is dat nog vele malen moeilijker.
Ik sprak met Gabriël, maatschappelijk begeleider en consulent seksuele en genderdiversiteit van Vluchtelingenwerk Zaanstad, en Amal, een transgender vluchtelinge uit Syrië.
Gabriël begeleidt vluchtelingen uit de LHBT-groep. Zij komen in meerderheid uit landen zoals Syrië en Irak maar ook uit Ethiopië, Jamaica en Trinidad en Tobago. Veelal duurt de begeleiding zo’n 18 tot 21 maanden. Binnen de groep bestaat de meerderheid uit homomannen en transgender vrouwen. Vooral lesbische vrouwen en transmannen hebben, niet in de laatste plaats uit de landen waaruit ze afkomstig zijn, nog een achterstand.
Als statushouders (mensen die de asielprocedure hebben doorlopen en een verblijfsvergunning voor 5 jaar hebben) komen ze in contact met Gabriël. Hij begeleidt zo’n 20 mensen die vaak pas na aankomst in ons land duidelijk kunnen maken wat ze voelen.
Na veel gesprekken over psychische en sociale kwesties wordt er dan herkend dat er stappen gemaakt moeten worden voor een betere toekomst.
Naast de trauma’s en emoties die een vluchtverhaal vaak heeft is er de angst om LHBT-gevoelens en -gedragingen te uiten. Voor de groep die door Gabriël wordt ondersteund, gaat men op zoek naar een goede school om de Nederlandse taal eigen te maken en men begint dan aan de inburgering.
Voor mensen zoals Amal wordt zo snel mogelijk gestart met de medische transitie (de weg om fysiek van geslacht te veranderen). Hormonen en medische ingrepen zijn stress verhogend en gaan vaak gepaard met eenzaamheid vanwege roddel en pesterijen. Gabriël ondersteunt de mensen hierbij. Bij de Trans Led Health Clinic (Transkliniek)in Amsterdam voelt Amal zich veilig en op haar gemak. Hier kan ze zichzelf zijn en haar gevoelens delen. Toen zij van Syrië naar Jordanië met haar familie vluchtte heeft het nog twee jaar geduurd voordat zij naar Nederland vertrok.
Haar ‘anders’ zijn werd erkend en nu is ze 1 jaar en 4 maanden in Nederland. Het missen van contacten en de daaruit voortvloeiende eenzaamheid maakt dat haar leven in Zaanstad nog zeer moeilijk blijkt. Binnen de Arabische gemeenschap, ook hier in Nederland, is er vanwege het taboe op transgenders veel discriminatie. Het contact met haar familie is ook grotendeels verbroken. Met haar moeder is er nog wel iedere dag contact maar de verstandhouding met haar vader is verstoord. En omdat Amal de weg naar werk nog niet heeft volbracht is het moeilijk om aansluiting te vinden.
Het Sociaal Wijkteam heeft, in samenwerking, een ondersteuningsplan opgesteld om een passende werkplek te vinden. In onze Regenbooggemeente Zaanstad hoop ik dat Amal haar thuis zal vinden, zoals zoveel anderen die hier zijn gekomen voor een betere toekomst.
De Zaanse Regenboog, Coby Voorn
De foto boven is op Lesbos gemaakt door Anjo Kan