Fietsverhuurders, musea, rondvaart-reders, molen-eigenaren en rondleiders moeten voor elke bezoeker die in 2020 hun ‘attracties’ bezoekt, 25 cent per bezoek aan Zaanstad afdragen.
Restaurants, ijsverkopers, snoepwinkels, terras-exploitanten, de kaasboerderij en souvenirwinkels blijven buiten schot. Dat is een oneerlijke verdeling volgens Peter-Jan van Steenbergen, algemeen manager van de Zaansche Molen, die via de molens het leeuwendeel van de € 800.000 die Zaanstad denkt te gaan ontvangen, op moet hoesten.
Vanmiddag is er in het stadhuis in Zaanstad een informatiebijeenkomst over de vermakelijkhedenretributie, die betaald gaat worden door ondernemers die tegen betaling ‘vermakelijkheden’ aanbieden. De bijeenkomst begint om 17.30 uur.
Vereniging De Zaansche Molen schreef een pittige reactie op het Raadsvoorstel tot invoering van een vermakelijkheidsretributie voor de Zaanse Schans.
Vermakelijkheidsretributie: Erfgoed is kind van de rekening
Door Peter-Jan van Steenbergen
Het voorstel tot invoering van een vermakelijkheidsretributie voor de Zaanse Schans is ondoordacht, eenzijdig, oneerlijk en onuitvoerbaar. Het heeft een averechts effect op de beheersing van het aantal bezoekers, en lijkt bovendien vooral bedoeld om de begroting van de gemeente te verbeteren, in plaats van een kwalitatieve verbetering voor bezoekers aan molens en Schans waar De Zaansche Molen al jaren voor pleit. Ironisch genoeg was de kwaliteitsslag nu juist één van de zaken die in de ontwikkelstrategie geborgd zou moeten worden. Het voorstel moet daarom zo snel mogelijk van tafel!
Oneerlijk: de rekening komt bij de Zaansche Molen te liggen
Het voorstel is eenzijdig en oneerlijk omdat maar een klein deel van de partijen op de Schans wordt aangesproken. Cynisch genoeg zijn het vooral de erfgoedpartijen die worden aangeslagen voor belasting. De Zaansche Molen betaalt de hoogste prijs, omdat ze veel betalende bezoekers trekken, terwijl we – onze exploitatie draait na het stopzetten van de exploitatiesubsidie door de gemeente Zaanstad inmiddels zonder structurele overheidssteun – geen mogelijkheid hebben tot compensatie in de vorm van een subsidie, zoals die er bijvoorbeeld voor het Zaans Museum wel is. Het zet onze exploitatie onnodig onder druk. Alleen al dit feit trekt alles uit zijn verband en is daarmee maatschappelijk onaanvaardbaar, bestuurlijk onbehoorlijk en juridisch volstrekt onhoudbaar.
In deze opzet blijven de grootverdieners op de Zaanse Schans buiten schot. Immers uit publieksonderzoek van Strabo (2017) blijkt dat bezoekers vooral besteden bij souvenirwinkels (57%) en horeca (22%) en minder in de molens (14%) en musea (3%).
Oneerlijk: Beloning voor Free-riders
De ontwikkelstrategie Zaanse Schans moest een oplossing bieden voor de (ongecontroleerde) groei van het aantal bezoekers. De VMR lijkt hier totaal aan voorbij te gaan en zal het tegenovergestelde bereiken. Het zijn juist de free-riders die profiteren. Zij jagen grote groepen mensen over de Schans en zijn verantwoordelijk voor ongecontroleerde groei. Free-riders die gewoon hun gang kunnen blijven gaan zonder maar 1 cent bij te dragen aan het in stand houden van het cultureel erfgoed en de leefbaarheid en veiligheid. Ter vergelijking: het onderhoud en dagelijks laten draaien van onze molens kost tonnen per jaar, waar alle partijen op en rond de Zaanse Schans, inclusief de gemeente Zaanstad, van profiteren. De VMR zorgt voor nog eens een concurrentievoordeel voor de free-riders en heeft dus een averechts effect op de maatregelen om de groei te beperken. Bovendien geldt ook hier de schending van het gelijkheidsbeginsel als het gaat om gebruik van het gebied. Free-riders betalen niets, erfgoed betaalt veel, terwijl beiden het gebied gebruiken.
Sowieso is de vraag wat het causaal verband is tussen de kosten die de gemeente maakt en het profijt dat de partijen hebben die de VMR moeten gaan betalen. Dit blijft in het voorstel een raadsel.
Onjuist: Het kwartje is window-dressing
Het is (nu nog) “slechts” een kwartje. Echter, het voorstel gaat uit van 3,2 miljoen betalende bezoekers, gebaseerd op het publieksonderzoek van Strabo (2017). Het onderzoek maakt daarbij geen onderscheid tussen betalende en niet-betalende bezoekers. De niet-betalende free-riders zitten gewoon in de 3,2 miljoen. In de werkelijkheid zijn er zo’n 700.000-800.000 betalende bezoekers, een sterke minderheid dus. Dit is niet alleen in strijd met de meerderheidsregel die geldt bij VMR’s, het haalt ook nog eens de rekensom onder het hele voorstel onderuit. De berekening van het kwartje is dus pure window-dressing en neigt sterkt naar willekeur. Ook omdat de onderbouwing van het bedrag van € 800.000,- ontbreekt.
Ondoordacht en onjuist: Proces en governance
Ten onrechte wordt gerefereerd aan het advies van de heer Remkes. De heer Remkes zegt namelijk (advies 4): “wacht met het gesprek over inkomsten tot volstrekt helder is welke opgaven en ambities gefinancierd moeten worden en welke partij voor welk aandeel aan de lat staat.”
De VMR is aangekondigd in de (meerjaren) begroting van de gemeente. Vanaf dat moment tot heden heeft er geen enkel overleg met de betrokken partijen en/of Stichting de Zaanse Schans plaatsgevonden. Sterker nog, de discussie over een “verdienmodel” voor de Zaanse Schans onder leiding van Eric van der Burg, is zonder enige aankondiging stopgezet. En dat, terwijl de gemeente altijd zo aandringt op overleg met betrokkenen… Onbegrijpelijk.
Wij hoeven niet uit te leggen dat onze financiële afspraken voor 2020 (en in veel gevallen ook voor 2021) al vast liggen. Dus komt de retributie voor onze eigen rekening. In een jaar waarin we het nieuwe Molenmuseum gaan openen en we het geld hard nodig hebben om een vliegende start te maken met het grootste molenmuseum ter wereld.