Over een ruime week, maandag 23 september, is het precies veertig jaar geleden dat Matthé Bruijns (63) zijn carrière als pastor (of pastoraal werker) begon. Acht jaar werkte hij in een parochie in Zwaagdijk-Oost en omstreken, waarna hij in 1992 richting het Zaanse vertrok.

Al 32 jaar lang werkt Bruijns in de Zaanstreek. Hoe kijkt hij terug? En wat kenmerkt het katholieke deel van de Zaanstreek?

‘Vroeger kwamen er ruim drieduizend mensen naar een dienst’, vertelt Bruijns in de St. Petruskerk in Krommenie. Bruijns vertelt verder hoe de zitplaatsen in de loop van jaren zijn afgeschaald (minder dan de helft van de rijen zijn overgebleven) en hoe de schuine formatie van de kerkbanken ervoor zorgt dat de mensen elkaar beter in de ogen kunnen aankijken.

Hoewel er tegenwoordig ‘maar’ ongeveer 150 mensen op een dienst afkomen, ziet Bruijns hier ook voordelen in. Zo kan hij makkelijker iedereen betrokken houden en biedt de knussere setting meer ruimte tot interactie.

Paplepel

Het geloof en de betrokkenheid bij de kerk heeft Bruijns met de paplepel ingegoten gekregen door de nauwe betrokkenheid van zijn ouders bij de kerk. Toen Bruijns, opgegroeid in Beverwijk, een jaar of zeven was deed hij zijn eerste communie. Bij de eerste communie doen kinderen voor het eerst mee aan de eucharistieviering, waarbij rooms-katholieken God danken dat Jezus zijn leven gaf en God hen zal redden.

Samen met een vriendje vroeg Bruijns of hij misdienaar mocht worden. Dat mocht en zo hielp hij bij de viering met het houden van een collecte, het aansteken van de kaarsen en het voorbereiden van de tafel. Vanaf dat moment raakte hij steeds meer betrokken bij de kerk en kwam het besef dat hij van het werk in de kerk zijn baan wilde maken.

‘Het was dus niet een stem vanuit de hemel of een soort mystieke ervaring, maar gewoon om mensen die een beroep op je deden. Zo doe ik ook op veel mensen een beroep, zo van ‘goh we willen wat voor kinderen organiseren, jullie hebben ook kinderen. Zouden jullie willen meedoen?’ Als je een goede sfeer en een goede gemeenschap hebt, dan zijn mensen ook eerder bereid om mee te werken. Dat is dus een beetje mijn roeping en zo ben ik eigenlijk tot het kerkenwerk gekomen, als kleine jongen al.’

Pastor

Tussen pastor en pastoor zit slechts één letter verschil en ook de werkzaamheden komen voor een groot deel overeen. Groot verschil is dat een pastoor een priester is en bij zijn priesterwijding door de bisschop de belofte heeft afgelegd om zijn hele leven ongehuwd te blijven om zich zo volledig toe te wijdden aan het kerkenwerk. Bruijns vond zichzelf op 23-jarige leeftijd, net klaar met de priesteropleiding, te jong om die keuze te maken. Toen hij verliefd werd op zijn vrouw, met wie Bruijns vier kinderen kreeg, werd die keuze automatisch gemaakt en zat pastoor worden er niet meer in. Spijt heeft hij niet, achteraf is Bruijns zelfs van mening dat het hebben van een gezin juist van grote toegevoegde waarde is op zijn werk in de kerk.

‘Een gezin houd je bij de tijd, zodat je niet gaat zweven of naast je schoenen gaat lopen. Daarnaast ben je ook nog een keertje vader en echtgenoot en moet je dus ook tijd hebben voor je gezin. Soms is dat ook best wel een spanning hoor, want een aantal dingen kan je goed plannen maar toen ik vorige week terugkwam van vakantie waren er bijvoorbeeld twee mensen overleden. Een uitvaart, dat kost je wel twee keer ruim een dag en als mensen in het ziekenhuis zijn opgenomen en niet goed liggen dan moet je daarheen. Dat zijn prioriteiten en andere dingen schuiven dan op. Eigenlijk ben je gewoon zeven dagen per week bezig met je werk.’

Volgens Bruijns heeft ook het vader zijn hem ervaringen meegegeven die hij heeft kunnen gebruiken in zijn werk in de kerk. Zo werd hij er bewuster van dat jongeren niet altijd de precieze strekking van een feestdag weten, waardoor hij er meer tijd in legde om dit goed uit te leggen.

‘Bijvoorbeeld, toen mijn dochter een jaar of negen was en het Hemelvaartsdag, de dag dat Jezus terugkeerde naar zijn vader in de hemel, was vroeg ze mij hoe Jezus dan terugkeerde naar zijn vader en of dat misschien met een raket was. Ik vertelde haar toen dat hij met een soort hand werd opgetild naar boven toe, en toen was ze tevreden. Ik had toen zoiets van ‘tja volgend jaar is de vraag waar die hemel dan precies is en of ze dan ook God kan zien’. Dat soort vragen nam ik dan mee in mijn verhaal en maakte het zo makkelijker en herkenbaarder. Als je iets goed aan kinderen kunt uitleggen, dan snappen volwassenen het ook.’

Celebrity

Op 23-jarige leeftijd verving Bruijns in het dorp Zwaagdijk-Oost een pastoor die aan het einde van zijn loopbaan was. Hij baarde opzien door zelf klusjes op te pakken zoals het werken in de tuin, het onderhouden en schoonmaken van de pastorie en sleutelen aan zijn auto. De inwoners waren een pastoor gewend die vooral met zijn hoofd werkte en niet met zijn handen. Dat Bruijns in de pastorie samen ging wonen met zijn vrouw zorgde eveneens voor opzien. Bruijns liet een frisse wind door het dorp (waarvan de overgrote meerderheid katholiek was) waaien en was een heuse celebrity in Zwaagdijk-Oost. Toen hij naar Zaanstad vertrok was dit wel even anders.

‘Eigenlijk was het hele dorp (Zwaagdijk-Oost red.) betrokken bij de kerk. De kerk nam een heel centrale plek in en iedereen kende mij ook. Als ik ging fietsen moest ik de eerste tien minuten gewoon iedereen gedag zeggen. Ik werkte in de hele regio dus er werden veel dingen samen gedaan en alles was katholiek. Hier in de Zaanstreek is de kerk natuurlijk veel onzichtbaarder. We hebben wel een aantal kerkplekken, maar heel veel mensen hebben er verder geen weet van wat er in de kerk gebeurt en komen er verder ook niet. Dat is dus een heel andere plek die godsdienst en religie inneemt dan in een dorp. Zeker als je vanuit Krommenie naar Zaandam gaat is het natuurlijk meer stedelijk en daardoor een stuk anoniemer. Dat is ook wel weer een nadeel want hoe verder je richting Zaandam komt hoe minder mensen van elkaar weten en hoe individueler het wordt.’

Bruijns in de St. Petruskerk tijdens een dienst vanuit de Raad van Kerken (Oecumene).

Bruijns begon zijn carrière in de Zaanstreek in Krommenie. Na het overlijden van zijn collega in Koog aan de Zaan werd ook dit zijn werkgebied waarna om uiteenlopende redenen ook Wormerveer, Wormer, Assendelft, ’t Kalf en Kogerveld hierbij kwamen. De verbintenis tussen deze gemeenschappen en de verschillende Zaankanters in het algemeen zijn voor hem het belangrijkst.

‘Mensen samenbrengen van allerlei verschillende leeftijden, maar ook van allerlei verschillende achtergronden. Er zijn mensen die een bedrijf hebben, er zijn mensen die werken als arbeider en er zijn ook mensen die een uitkering hebben. Allerlei verschillende niveaus dus. Normaal ontmoeten bijvoorbeeld de bedrijfsleiders elkaar bij de rotary en anderen alleen bij het invullen van de bijstandsformulieren. In de kerkgemeenschap komen al die verschillende lagen, al die verschillende mensen samen. Dat vind ik heel uitdagend qua mannen en vrouwen, jong en oud, sociale achtergronden maar ook intercultureel. Er komen mensen die uit Afrika als vluchteling zijn gekomen en daarnaast komen er Surinaamse mensen, Antilliaanse mensen en mensen uit Oost-Europa. Dat vind ik het mooie van kerken, dat het nog plekken zijn waar mensen elkaar ontmoeten die elkaar anders niet zo snel zouden opzoeken.’

Jubileum

Volgende week, maandag 23 september is het dus precies veertig jaar geleden dat Bruijns zijn carrière als kerkelijk leider begon. Op de vraag welke tip hij zijn 23-jarige zelf zou geven met de kennis van nu is hij kort en bondig.

‘Dan zou ik zeggen: ‘blijf met twee voeten op de grond en zet je beide oren wijd open’. Een mens heeft namelijk twee oren gekregen en één mond om twee keer zoveel te luisteren dan te spreken’

Zijn jubileum viert hij zondag 29 september in de St. Petruskerk in Krommenie, samen met zijn parochianen. De viering start om 10:00, waarna aansluitend koffie, thee en wat lekkers wordt verzorgd. Ook voor een lunch wordt gezorgd, zodat iedereen vanaf 13:30 een musical kan bijwonen. De dag wordt afgesloten met een hapje en een drankje. Hoewel Bruijns uitkijkt naar de viering, voelt hij zich er ook een beetje ongemakkelijk bij en benadrukt hij dat de dag niet alleen om hem draait.

‘Ik mag veertig jaar werken in de kerk in een functie die ontzettend leuk is en waarbij je heel veel vertrouwen krijgt. Je mag bij mensen binnenkomen, niet alleen in hun huis maar ook in hun hart in allerlei situaties. Het is een geweldig mooi beroep wat ik alleen maar kan uitoefenen vanwege alle mensen waar ik mee samenwerk. We zijn allemaal een radertje en doen allemaal mee dus het gaat niet om mij. Dat ik daar een kleine bijdrage aan heb mogen geven is een mooi verhaal.’

Door Rick Nieborg, foto boven: Rick Nieborg, tweede foto aangeleverd door Matthé Bruijns.