Iedereen kent het wel van thuis of op het werk: je doet een nieuw pak papier in de printer en je gooit de omslag van het pak weg. En juist die omslag – een riemkap genaamd – is voor sommigen van grote historische waarde.
Daarbij gaat het natuurlijk niet zozeer om de hedendaagse omslagen, maar wel om die, die vanaf de 17de eeuw in de Zaanstreek werden gebruikt.
Dat de riemkap ‘hot’ is, blijkt wel uit het feit dat er onlangs een symposium over is georganiseerd, een boekwerk over is verschenen én een documentaire over gemaakt. Waarom zoveel drukte om een stuk papier?
Door Sander Wegereef.
Riemkap
Fanatieke puzzelaars kennen het woord ‘riem’ waarschijnlijk wel als een oude maat die in de papierhandel werd gebruikt voor een pak van 480 tot 500 vellen. Om een stapel papier vouwde men twee dikke, stugge vellen papier. Deze stapel werd vervolgens samengebonden met een riem, koord of band, die de verpakking van een riem papier aan de bovenzijde afsloot. De riemkap bedekte de bovenzijde van de stapel en was vaak voorzien van een afbeelding, een kwaliteitsaanduiding van het papier en de initialen of naam van de maker.
Eerste papiermolen
De Zaanstreek was lange tijd het centrum van de papierindustrie, al ontstond de papierproductie ver daarbuiten. De eerste papiermolens stonden rond 1400 in Dordrecht. Dit waren echter geen windmolens, maar meestal ros- of getijmolens. Ook bij Apeldoorn werd al langer papier gemaakt. Daar werd vooral wit papier gemaakt door molens op waterkracht. De eerste papiermolens op windkracht stonden in Alkmaar. Op 21 april 1586 kreeg de Alkmaarse papiermaker Jan Jacobsz du Bois toestemming om aan de zuidkant van het Zeglis een windpapiermolen neer te zetten, in 1593 gevolgd door een tweede.
Zaansch bord
Nadat de octrooien op deze nieuwe molentechniek in Alkmaar waren verlopen, kon de Zaanstreek meeprofiteren van deze nieuwe bedrijfstak. Rond 1605 kwamen de eerste windmolens voor de papierproductie in de Zaanstreek. Het papier werd in die tijd gemaakt van lompen, textielafval, vlas en hennep. Het stevige grauwe papier staat ook wel bekend als ‘Zaansch bord’. De papiermolens in de Zaanstreek waren echte fabrieken waar vaak 20 tot 30 man werkten. Bekende Zaanse papierfabrikanten waren onder meer de Zaandijker families Honig en Van der Ley. Het wereldwijde succes van het Zaanse papier blijkt onder meer uit het feit dat de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring in 1776 op Zaans papier werd gedrukt!
Laurentius
Vandaag de dag staat ‘de riemkap’ staat volop in de belangstelling. Bij de Stichting Papiergeschiedenis verscheen onlangs het boekje ‘Vijftig historische riemkappen’. Het door papier-experts en -verzamelaars Theo en Frans Laurentius vervaardigde boekje geeft een afbeelding en beschrijving van 50 riemkappen uit de collectie van beide auteurs. Tijdens een symposium, dat onlangs werd georganiseerd, droegen vader en zoon Laurentius een grote verzameling riemkappen uit hun collectie over aan de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.
Gemeentearchief
Het Gemeentearchief Zaanstad heeft misschien wel de meest rijke collectie van riemkappen. Deze riemkappen geven een goed beeld van de omvang van de Zaanse papierindustrie. De afbeeldingen op de riemkappen zijn vaak kunstwerkjes op zich, die een verhaal vertellen over de fabrikant. Een riemkap van de firma J.C. en A. van der Ley, papierfabrikeurs te Zaandijk, is daar een mooi voorbeeld van. Omgeven door een groene krans rijdt een postiljon door een landschap, met op de achtergrond een papiermolen.
Overigens zijn de riemkappen niet alleen bij Gemeentearchief Zaanstad te vinden, ook (onder meer) het Molenmuseum in Koog a/d Zaan, het Noord-Hollands Archief in Haarlem en dus ook de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag beschikken over een collectie riemkappen.
Documentaire
Afgelopen zomer zijn bij het Honig Breethuis, het Zaans Museum en het Gemeentearchief Zaanstad opnamen gemaakt voor een documentaire over de papiermakersfamilie Honig Breet. De documentaire maakt deel uit van de semi-permanente presentatie “C. & J. Honig Breet: 3 Generaties Zaans Papier” in het Honig Breethuis. De riemkappen van het gemeentearchief spelen een prominente rol in de documentaire. Wie de documentaire wil zien, kan tijdens openingsuren terecht in het Honig Breethuis.