Het is weer Pasen dit weekend. Deze tijd van het jaar staat doorgaans vol symboliek met verwijzingen naar het christelijke geloof. Toch heeft het Paasfeest zijn oorsprong in het Joodse Pesach en heeft het in de loop der eeuwen ook aardig wat heidense elementen overgenomen, waaronder het paaseieren zoeken en de bijbehorende paashaas.
Ook in de Zaanstreek komen we zowel christelijke als heidense verwijzingen tegen naar het Paasfeest.
Zaanse tradities rond de feestdagen. Door Sander Wegereef
Paasbrief
Een bijzonder fenomeen van rond 1750 is de Paasbrief. De randen van deze voorgedrukte brieven bestonden vaak uit Bijbelse taferelen of andere mooie versieringen. Kinderen schreven in de brief in hun mooiste handschrift een gedicht of een goede wens aan hun (groot-)ouders, of aan hun oom of tante, in de hoop om voor de inspanning een beloning te krijgen in de vorm van snoepgoed of een klein geldbedrag. Het gemeentearchief heeft meerdere van deze brieven in de collectie. Fraaie exemplaren zijn die van Christiaan Mulder uit 1752 en die van Duijfje Heer Blom uit 1759. Niet alleen met Pasen werden dergelijke brieven gestuurd, ook met Pinksteren, of als er kermis in de stad was. Een overblijfsel van dit gebruik zijn de kerstkaarten die we nog jaarlijks met miljoenen tegelijk versturen.
Paasbrood
Een andere Zaanse traditie met Pasen was het eten van Duivekater (uit principe zonder tussen –n!), alhoewel deze ook op andere feestdagen werd gegeten en de Zaanse oorsprong ervan ook nog altijd wordt betwist. Zo zijn er verhalen dat het brood stamt uit de tijd van de Romeinen; zij zouden katers geofferd hebben om de duivel uit te bannen (duivelskaters). In documenten uit 1450, afkomstig uit Leiden, komt een bakker genaamd Deuvekater voor, wat de naam van het brood zou verklaren. Weer anderen beweren dat de oorsprong van het brood zou teruggaan naar de Germaanse midwintertradities, die het brood bakten als offerbrood, in de vorm van een schenkel, als vervanging van echt vlees. Ook zou het later worden gegeven om de ‘geesten’ tevreden te stemmen. Duivekaters werden in deze eeuw gedurende de hele maand december gebakken en later zelfs tot Driekoningen en Pasen. Het was dus echt een winterbrood. De Duivekater werd dan 5 dagen oud gegeten in dunne plakken bij een warm kopje thee. Tegenwoordig wordt de Duivekater het hele jaar door gegeten en is het ook het hele jaar door verkrijgbaar bij bakkers en supermarkten.
Paasmarkt
Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw werd in Zaandam de ‘Paaschveemarkt’, die werd georganiseerd door de Vereniging ter Opbeuring van de Zaandamsche Veemarkt. Deze markt, die veel publieke belangstelling trok, vond plaats op de woensdag voor Pasen en werd georganiseerd op de Gedempte Gracht. De ‘Opbeuring’ vond plaats door middel van een loterij, die voorafgaand aan de markt werd gehouden. Deze Zaandamse veeloterij was in de wijde omtrek bekend. De hoofdprijs bestond altijd uit drie vette koeien.
Paaskerk
Misschien wel de duidelijkste verwijzing naar het Paasfeest is de naam van de kerk aan de Kepplerstraat in Zaandam: de Paaskerk. Deze werd gebouwd tussen 1955 en 1958, naar een ontwerp van Karel Sijmons, een van de na-oorlogse vernieuwend werkende architecten in de protestantse kerkbouw. In zijn boek Zaansch Veem beschrijft domineeszoon Freek de Jonge op onnavolgbare wijze hoe hij in zijn jeugd met een collectebus langs de deuren ging om geld in te zamelen voor de bouw van de Paaskerk. Ook beschrijft hij hoe hij van achter de kerkbanken kunstenaar Karel Appel aan het werk ziet om een tekst op de muur van de kerk te schilderen: ‘De ganse schepping wacht met reikhalzend verlangen op het openbaar worden der zonen Gods’ Op last van het kerkbestuur werd deze tekst korte tijd later overgeschilderd vanwege het kinderlijke en onregelmatige handschrift van Appel.
Een vrolijk Pasen toegewenst!
De foto’s komen uit het gemeentearchief van Zaanstad. Op de foto linksboven zie je de paasveemarkt in 1948.