Het jaar 2016 staat deels in het teken van de herdenking van de watersnoodramp van 1916. Deze ramp heeft grote impact gehad op de bevolking van met name Oostzaan en Oost-Zaandam. Die van 91 jaar eerder, in 1825, was zo mogelijk nog groter.
Grietje Dil (1825-1916). Door: Sander Wegereef
Er zat een mensenleven tussen deze twee rampen. Dat mensenleven is het leven van Grietje Dil… Ze werd geboren tijdens de ramp van 1825 en ze overleed tijdens die van 1916.
Stenen beer
Waar de watersnood van 1916 zich vooral op Waterland en de Zaanstreek concentreerde, was de ramp van 1825 van landelijke aard, omdat grote delen van Gelderland, Overijssel en Friesland onder water liepen. Op donderdag 4 februari 1825 sloeg de Zuiderzee vernietigend toe. Tijdens een zware storm braken overal de dijken. Ook Waterland, de Zaanstreek en de Zeevang verdwenen onder water. De ellende in Noord-Holland begon met de doorbraak van de Waterlandse Zeedijk bij Durgerdam. Een slecht onderhouden stenen beer, een verdedigingsmuur uit de Franse Tijd, begaf het onder druk van het stuwende zeewater.
Wijde Wormer
Ook in de Wijde Wormer brak de dijk, de polder liep onder water. Zeker zeven slachtoffers vielen daarbij en vele duizenden stuks vee verdronken. De bevolking zocht een goed heenkomen op zolders en in hoger gelegen gebouwen. Het vee werd op hoge bruggen gestald of in de net wat hoger gelegen dorpskerken gestald. Overal dreef huisraad, dood vee, hout en olie. Johannes Coenraad Beijer schreef in zijn boek over de watersnood van 1825:
“Vele ingezetenen van het naburig Oostzaan kwamen met hun vee naar Zaandam alsmede vele uit andere gemeenten aan welke onderhoud verleend werd. Het lot der ongelukkigen was ellendig en de schade onberekenbaar daar men op de omliggende dorpen welke alle landbouwende waren van alles beroofd was. De beide kerken der Hervormden bevonden zich vol vee zijnde hetzelve aldaar droog hoewel in het begin weinig voeder bekomende.”
Oostzijderkerk
De Oostzaanse viskoper Gerrit Dil sloeg op 3 februari samen met zijn hoogzwangere vrouw Neeltje Kruiver op de vlucht voor het water. Ze kwamen terecht in de Oostzijderkerk in Zaandam. Daar werden zij tussen het vee en de vele andere vluchtelingen opgevangen. Twee weken later, op 17 februari, werd hun dochtertje Grietje geboren. Hoe lang het echtpaar met hun jonge dochtertje precies in de kerk heeft gezeten, is niet duidelijk. Wel weten we dat Grietje vijftien weken later (dus omstreeks eind mei) werd gedoopt in Oostzaan. Het water stond toen nog zo hoog, dat ze niet te voet naar de kerk konden, maar slechts per roeiboot.
Tien kinderen
Grietje trouwde in 1849 in Ilpendam met Jacob Heiloo, die daar in 1820 geboren was. Iets meer dan drie weken na het huwelijk overleed haar moeder in Oostzaan. Grietje en Jacob kregen tussen 1850 en 1868 tien kinderen. Helaas stierven vier van hen al in hun eerste of tweede levensjaar. Het gezin heeft in de loop der tijden op verschillende adressen gewoond in Ilpendam, Purmerland en Purmerend. In 1906 overleed ook Jacob, toen 86 jaar oud.
Nieuwe watersnood
In januari 1916 kwam het wassende water opnieuw. De zeedijk bij Katwoude brak door en opnieuw kwamen Waterland, Oostzaan en het oostelijk deel van Zaandam onder water te staan. Met de dreigende watersnood op komst, ging de Goedkoope Purmerender Courant eind januari 1916 opzoek naar personen die de vorige ramp van 1825 nog hadden meegemaakt. Ze kwamen terecht bij Grietje Dil, die op dat moment werd opgevangen in de Doopsgezinde Kerk in Purmerend. Voor de tweede maal in haar leven had zij voor het hoge water moeten vluchten.
Weer vluchten
“Ik had het in mijn huisje zoo goed, toen dat akelige water kwam, en ik moest vluchten. Niet lang was ik verhuis of ik moest alweer weg en nu zit ik hier.” Op de vraag of ze bang was om wéér te moeten vluchten, reageerde ze: “Nou meneer, als u ’t nou precies wil weten, ik heb ’t hier goed – hoor, en beter als een heele hoop anderen, die geen dak boven hun hoofd hebben, maar ik wil nog wel een keer vluchten, en dan naar mijn eigen huisje.”
Koninklijk bezoek
Op 17 februari bracht Koningin Wilhelmina een bezoek aan de slachtoffers van de watersnoodramp in Purmerend. Ze ging speciaal op bezoek bij de bejaarde Grietje, die diezelfde dag 91 jaar oud werd. Lang heeft ze er niet van genoten, want vier dagen later, op 21 februari overleed ze aan de gevolgen van een longontsteking. Haar laatste vlucht, terug naar huis, werd dus een symbolische.
Verkeerde ouders
Met de aangifte van haar overlijden is nog wel iets opmerkelijks aan de hand. Hierin staan Aagtje Pieterse de Ruiter en Jan Dil als haar ouders vermeld. Opmerkelijk, want in haar geboorteakte staan toch echt Gerrit Dil en Neeltje Kruiver. Helemaal vreemd is de verwarring niet; Aagtje de Pieterse de Ruiter was namelijk de moeder van Jacob Heiloo. En Jan Dil zal ongetwijfeld ook familie geweest zijn. Grietje was op een leeftijd dat er weinig meer geweest zullen zijn die haar ouders nog gekend hebben.
Alle foto’s: Collectie Gemeentearchief Zaanstad