Tot 1966 vormde het Noordzeekanaal tussen Zaandam en Amsterdam niet alleen een gemeentegrens, maar ook een bottleneck voor het wegverkeer. Tot die tijd was er geen vaste oeververbinding voor het wegverkeer tussen de beide gemeenten.

De treinreizigers konden uiteraard gebruik maken van de Hemspoorbrug, maar het wegverkeer was aangewezen op de naastgelegen Hempont, die tot dan toe de verbinding tussen beide oevers van het kanaal verzorgde.

De druk op de ponten nam echter steeds verder toe. Maakten in 1932 nog 242.045 voertuigen gebruikt van de pont, in 1956 was dit aantal al gestegen tot 2 miljoen! Een onhoudbare situatie; op drukke dagen liepen de wachttijden soms op tot vijf kwartier. Sinds 1957 was het weliswaar mogelijk om gebruik te maken van de Velsertunnel onder het Noordzeekanaal, maar dit betekende nog een eind omrijden.

IJ-se en Coen-se twisten: door Sander Wegereef

De oplossing was een directe verkeerstunnel tussen Zaandam en Amsterdam. Deze nieuwe tunnel kwam er echter niet zonder slag of stoot. Voordat de eerste spade in de Coentunnel-grond werd gestoken was de kwestie ‘eerst een IJ- of eerst een Coentunnel?’ de inzet van en felle strijd tussen Zaandam en Amsterdam; de IJ-se en Coen-se twisten, zoals de strijd destijds in de pers werd genoemd.

drukte-op-de-hempont-2121981

Plannen
Al in 1950 bood het college van B en W van Amsterdam een rapport aan met een voorstel voor drie tunnels: één voor auto’s, twee voor fietsers. Eind 1951 nam de Kamer van Koophandel het initiatief tot het oprichten van de Commissie Oeververbinding Noordzeekanaal. Deze commissie schreef een jaar later in een brief aan de Tweede Kamer om – naast de voortzetting van de bouw van de Velsertunnel – gelijktijdig te starten met de bouw van de Hemtunnel en de IJtunnel. Bovendien moest er een interlokale weg komen met een brug bij Schellingwoude. Tot die tijd zouden er noodvoorzieningen moeten komen bij de pontveren Velsen en Hembrug. Een helder voorstel, maar vanaf dat moment ontstond er al discussie over welke tunnel voorrang moest krijgen.

de-zaanstreek-is-een-tunnel-waard-630089

Hemtunnel
In 1953 ontvouwde zich een plan voor een Hemtunnel, vlakbij de bestaande Hembrug. De Hembrug werd als zeer hinderlijk ervaren voor het scheepvaartverkeer. Deze tunnel zou zowel voor auto’s als voor treinen gebruikt gaan worden. De tunnelweg zou door het Westzijderveld naar Krommenie lopen.
De Zaandamse hoofdtoegang was gepland bij de Gedempte Gracht.

Gevolgen voor Zaandam
Eind 1955 ontstond in Amsterdam echter een nieuw plan om de Hemtunnel voor autoverkeer op een heel andere plaats te projecteren, namelijk ter hoogte van de Petroleumhaven, omdat dit voor Amsterdam gunstiger was. Gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat waren daarover al akkoord, maar Zaandam voelde zich voor het blok gezet.  Voor de Zaanstreek betekende dit dat de tunnel aan de oostkant zou komen te liggen in plaats van aan de eerder geplande westkant. Er ontstonden protesten om dat men bang was dat de Zaanstreek beklemd zou komen te liggen tussen de spoorlijn Amsterdam-Alkmaar in het westen en de nieuwe tunnelweg in het oosten. Maar na nadere bestudering van deze variant ebden de protesten vrij spoedig weg en koos de Zaanstreek eieren voor z’n geld. Omdat de nieuwe variant langs de Coenhaven zou worden aangelegd, ontstond de naam ‘Coentunnel’.

noodzaak-coentunnel-autokampioen-1957

De Coen of het IJ?
In december 1956 werden alle plannen voor de Coentunnel echter stopgezet, omdat er van overheidswege te weinig geld was om de tunnels te financieren. De bouw van de IJtunnel – die al was gestart – moest zelfs worden stilgelegd. Maar er moest uiteraard wel snel iets worden gedaan aan het probleem van de verkeersdoorstroming. Er werd daarom haast gemaakt met de bouw van de verkeersbrug bij Schellingwoude. Deze kwam in 1957 gereed. Maar de roep om een Coentunnel en een IJtunnel bleef. De vraag bleef bestaan, wat komt er eerst: ‘de Coen of het IJ?’ Het beslissende woord werd in juni 1960 gesproken door toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat, drs. H.A. Korthals: het werd de Coentunnel!

IJtunnel
Een forse tegenvaller dus voor gemeente Amsterdam, dat een voorkeur had voor een spoedige bouw van de IJtunnel. Na de aanleg van de Coentunnel, zou de IJtunnel volgens het ministerie overbodig zijn en de financiering van de IJtunnel werd daarom stopgezet.  Gemeente Amsterdam wilde niet langer wachten en besloot de tunnel dan maar voor eigen rekening te bouwen. Uiteindelijk ging de regering hier in mee 1961 akkoord, op voorwaarde dat deze tunnel gereed zou komen ná de ingebruikneming van de Coentunnel.

de-eerste-officieuze-file-voor-de-coentunnel-genodigden-bij-de-opening-in-1966-2205539-1

Opening
Op 21 juni 1966 was het dan zover: Koningin Juliana opende met een plechtige handeling de Coentunnel tussen Zaandam en Amsterdam. Hiermee werd de verkeersbarrière tussen twee steden beslecht. Met de komst van de IJtunnel, twee jaar later, werd ook de binnenstad van Amsterdam een stuk beter bereikbaar. Dit betekende niet alleen verbetering de verkeersdoorstroming in beide steden, maar had ook grote economische betekenis voor de gehele provincie boven het Noordzeekanaal en voor de Zaanse industrie in het bijzonder.

gina-afdichtingselement
gina-afdichtingselement

Italiaanse schone
Dat de Coentunnel tot op heden nog altijd goed waterdicht is, hebben we te danken aan een Italiaanse schone. De op dat moment populaire filmster Gina Lollobrigida heeft – echter zonder haar medeweten – haar naam geleend aan enkele onderdelen van de Coentunnel. Het gaat hier om rubberen afdichtprofielen tussen en op de bodem van de afgezonken tunnelelementen. Waterdichte afsluitingen van een vorm, die gedachten oproept aan de lijnen van de filmster. Het profiel wordt omschreven als: “een massief hard-rubber lichaam met zachte uitstulping.” We kunnen ons er iets bij voorstellen… De naam werd verzonnen door de rubberfabriek Vredestein en als je vandaag in de bouw om ‘een Gina’ vraagt, weet iedereen waar je het over hebt en is er niemand die raar opkijkt…

gina-lollobrigida

Stuk van het jaar?
Symbool voor de moeizame aanleg is een foto, gemaakt halverwege de jaren’50 van een bordje met de naam ‘Coentunnel’ middenin de Achtersluispolder tussen Zaandam en Amsterdam. Vindt u ook dat deze foto archiefstuk van het jaar moet worden? De gehele maand oktober – de Maand van de Geschiedenis – kunt u uw stem uitbrengen op www.stukvanhetjaar.nl/gemeentearchiefzaanstad.

stuk-van-het-jaar-banner

Foto’s: Collectie Gemeentearchief Zaanstad

 

Op archief.zaanstad.nl is een webexpositie te zien met meer historische foto’s van de Coentunnel.