Vanmorgen plaatste Kirsten Visser, de beheerder van Stichting Vogelopvangcentrum Zaanstreek, een lang bericht op Facebook.

Wij werden er stil van en plaatsen het graag 1:1 hieronder:

Drie en een half jaar geleden werd ik beheerder van de vogelopvang in Krommenie. De situatie daar was toen ermbarmelijk! Niet schoon en niet professioneel.

Samen met mijn voorzitter c.q. penningmeester en veel vrijwilligers is er heel erg hard gewerkt om van de opvang een professionele organisatie te maken. Niet alleen omdat wij dat wilden. Ook omdat de opvangen in Nederland dat in een dik pakket beleidregels is opgelegd.

Met trots en opgeheven hoofd kan ik zeggen dat Maria en ik meer dan geslaagd zijn in onze missie. Wat niemand had verwacht hebben wij met oeverloos hard werken bereikt. Een zo professioneel mogelijke opvang. Iets dat niet mogelijk was geweest zonder de geweldige samenwerking met Maria, de vele vrijwilligers en vooral de steun van mijn gezin.

Professionaliseren is een gek fenomeen. Hoe professioneler je wordt, hoe meer men van je gaat verwachten. Eisen zelfs. Publiek, vrijwilligers, dierenambulance, overheid…

Veel mensen hebben geen idee dat wij een vrijwilligersorganisatie zijn. Laat staat hoe wij aan ons geld komen. Dat laatste zal ik gelijk uit de doeken doen. Wij vangen dieren op voor 13 gemeenten en van alle 13 gemeenten ontvangen wij een bijdrage voor de dienst die wij leveren. In de Nederlandse wet ligt verankerd dat dieren die zorg nodig hebben dit ook moeten kunnen krijgen. Wij als opvang ontzorgen door deze dienst te leveren. Onze exploitatie wordt voor een groot gedeelte door de gemeenten betaald. Daarnaast hebben wij een klein aantal donateurs en houden wij jaarlijks een collecte.

Als beheerder word ik betaald voor 40 uur. Het is lang geleden dat ik een werkweek van 40 uur had. De meeste zijn veel langer. Heel veel langer. Beheerder zijn is bijna een manier van leven. Je wordt geacht altijd bereikbaar te zijn voor publiek, je vrijwilligers, dierenambulances en hulpdiensten. Mijn telefoon kan altijd gaan en dat gaat geregeld gepaard met een diepe zucht van mijn kinderen en vriend. Ik noem beheerder zijn vaak de leukste pokkebaan. Nou ja, meestal noem ik het iets anders, maar zal het hier fatsoenlijk houden.

Het is mooi om het werk dat we doen, maar ook omdat veel vrijwilligers die bij ons binnen komen beschadigde mensen zijn. Soms zichtbaar, maar vaak onzichtbaar. En in heel veel gevallen zie ik mensen bij ons tot bloei komen. Ik mag een stukje in het leven van mensen meelopen. Heb vaak mooie en bijzondere gesprekken met mensen. Vol vertrouwen en compassie. Ik probeer naast mensen te staan als ze dat even nodig hebben. Als opvang bieden we meer dan hulp aan dieren. Indirect helpen we mensen door ze een stukje aandacht en heel veel gevoel van eigenwaarde te geven. Die combinatie van hulp aan dier en mens maakt dit zo’n prachtige baan! Loodzwaar, maar heel mooi!

En toch zit ik er vanmorgen totaal doorheen. Ik weet niet meer wanneer ik voor het laatst vrij ben geweest. Echt vrij. Daarmee bedoel ik dat ik thuis ben én niet met de opvang bezig ben. ’s Morgens sta ik uiterlijk half 6 onder de douche om om 7 uur bij de opvang te zijn. Dat is mijn gouden anderhalf uur waarin ik in alle rust een en ander kan doen. Het werk gaat vervolgens de hele dag door. Tegen etenstijd ben ik dan eindelijk thuis, maar de telefoon blijft door gaan. Telefoontjes, maar ook appjes van vrijwilligers met vragen over dieren. Meestal ben ik zo moe dat ik om 20:00 uur met kramp in mijn benen mijn bed in kruip. Zo ook gisteravond. En vanmorgen om half 3 was ik wakker. Dan lig ik weer te piekeren over het vullen van de vele lege gaten in het rooster. Ik vul ze zelf met een handjevol vrijwilligers. Maar mensen worden moe en ik ben echt verschrikkelijk vermoeid. We hebben te kort vrijwilligers en zijn te druk om de nieuwe vrijwilligers die we hebben alle benodigde vaardigheden te leren.

Het zijn die momenten dat ik mij ernstig erger. Erger aan het feit dat we zo om ons geld moeten bedelen dat we niet twee betaalde dierverzorgers in dienst kunnen nemen. Erger ik mij aan het feit dat ik bijna dagelijks mensen aan de lijn heb die denken dat we dieren bij binnenkomst de nek omdraaien. Erger ik mij aan mensen die huilend bellen over een zielig vogeltje en vervolgens kil en zakelijk vragen of ze voor de dierenambulance moeten betalen.

Ik wil dolgraag onze opvang nog professioneler maken. Dat kan alleen maar met een kern van betaalde krachten en daar is gewoon geen geld voor. Iedereen wil doneren voor voer of medische zorg. Maar niemand ziet dat betaalde krachten ook de zorg voor de dieren ten goede komt. Daarom dit hele epistel. Help mij de dieren te helpen, word donateur! Dat kan voor €10 per jaar, maar een ander bedrag mag uiteraard ook. Een andere optie is voor ons te collecteren. Het kost u een avondje in het jaar en we kunnen het geld dat u daarmee ophaalt zo goed gebruiken!

Dit schreven wij eerder over de vogelopvang.