Je hebt er vast wel van gehoord, de stikstofproblematiek, waardoor Nederland ‘op slot’ zit en er nauwelijks meer zaken gerealiseerd kunnen worden. Is dit terecht, en hoe verhoudt het zich tot de Zaanse omgeving en de natuur, ook in relatie tot aanstaande ontwikkelingen?

Stikstof wat is het eigenlijk? 

Door: David Sluis

Stikstof is een element dat zeer veel voorkomt in de natuur en zonder stikstof is er geen leven. Stikstof is als onderdeel van eiwitten, die weer uit aminozuren bestaan, onmisbaar voor de bouw van elk organisme. 

Een zijstap: ongeveer 78% van onze atmosfeer (de lucht) bestaat uit di-stikstof (N2) ook wel stikstofgas genaamd. Stikstofgas reageert heel moeilijk met andere elementen, zoals onder meer zuurstof. Alleen onder grote druk en temperatuur in bijvoorbeeld een verbrandingsmotor ontstaan er stikstofoxiden (NOx). Stikstofoxiden zijn, na reactie met bijvoorbeeld water, voedings- en meststoffen die via de wortels worden opgenomen. Maar planten kunnen het ook via hun bladeren direct uit de lucht opnemen. Verkeer, inclusief luchtvaart- en scheepsvaart, is een grote bron van stikstofoxiden, waarover later meer. 

Stikstofoxiden en vooral NO2 zijn in hoge concentraties schadelijk voor mens, plant en dier. Daarom zijn er ook (EU) normen (voor mensen) opgesteld. Voorheen waren dit vooral politieke normen en geen gezondheidskundige. De laatste jaren is men tot de overtuiging gekomen dat de oude normen geen voldoende garantie bieden waardoor er wordt gestreefd naar verlaging ervan.

Een andere grote bron van stikstof, na omzetting bruikbaar voor planten, is het vluchtige ammoniak (NH3). Dit komt vrij als restproduct van de stofwisseling, in de vorm van urine en/of poep. De dierveehouderrij is een hele grote bron hierin omdat er grote hoeveelheden mest worden geproduceerd wat weer wordt uitgereden over de landerijen (landbouw en veeteelt) of simpelweg verdampt bij de productie ervan… 

een dikke koeienvlaai

De Nederlandse stikstofuitstoot is de hoogste van Europa: per hectare stoten we ongeveer 4 keer zo veel uit als het EU-gemiddelde. Van de Nederlandse uitstoot bestaat 60% uit ammoniak (NH3) en 40% uit stikstofoxiden (NOx). De landbouw zorgt voor 61% van de stikstofuitstoot (door mest, maar ook uit kassen en door landbouwvoertuigen), het wegverkeer voor 15%. Andere grote bronnen zijn de industrie en de scheepvaart. (bron: milieu centraal)

Uiteindelijk komen veel verbindingen van stikstof (NOx en NH3), na reactie met onder andere water(damp) terecht in de bodem en het (oppervlakte/bodem) water. Dit zorgt voor vermesting (duur gezegd: eutrofiëring) en ook verzuring. Directe opname via de bladeren is ook een route. 

Stikstof in Europa

Maar waarom zouden nog meer meststoffen een probleem zijn, als het juist zorgt voor de groei van planten? Je zou denken hoe meer hoe beter!

Mag het een onsje minder zijn?

Je kent vast wel de uitdrukking ‘Overal waar te voorstaat’…: teveel zout, teveel vet, teveel stress. En teveel stikstof? 

Ja, teveel stikstof is schadelijk voor het behoud van waardevolle ecosystemen (dit geldt ook voor fosfaten, een andere sterke meststof). Teveel stikstof in de bodem en het oppervlakte- en grondwaterwater zorgt ervoor dat sommige planten bevoordeeld worden ten opzichte van anderen. In de landbouw kan dit een bruikbaar gegeven zijn, maar in de vrije natuur is het een stuk minder. Planten concurreren om licht en voedingsstoffen en een aantal planten doet dit beter waardoor ze anderen verdringen. Dit maakt dat er op den duur een eenvormige biotoop ontstaat, waardoor een heel ecosysteem ontwricht kan raken. 

Soortenarme vegetaties, zijn ook (vaak) arm aan organismen die planten benutten als voedsel, schuilplek, waardplant voor de ei-afzet (veel insecten). Maar de relaties gaan veel verder dan dat. Sommige soorten zijn heel specifiek met elkaar verbonden en als een bepaalde plant verdwijnt, dan ook de relatie-soort. Zo zijn de vlinders Kleine vos en Dagpauwoog afhankelijk van de grote brandnetel als waardplant. Grote brandnetel is trouwens een zeer stikstof-minnende plant! 

Maar denk ook aan korstmossen. De stikstof minnenden zijn sterk in opkomst terwijl vele andere langzaam verdwijnen als gevolg van de stikstofdepositie, en zo gaat het verder en verder. 

korstmos

De Zaanse natuur

De Zaanse natuur is uniek (en dat schrijf ik terwijl het begrip uniek volgens mij vaak te pas en te onpas wordt gebruikt). We zijn omringd door internationaal erkende Natura2000 gebieden als de Polder Westzaan (Reefgebied, Westzijderveld, Guisveld), Polder Oostzaan en het Wormer en Jisperveld, inclusief de Kalverpolder. De gebieden zijn aangewezen vanwege hun bijzondere kenmerken en bijbehorende flora en fauna. Dit zijn (politieke) keuzes uit het verleden waar grote verantwoordelijkheden bij horen. Zonder verder op de materie in te gaan, kun je beter spreken van cultuurlandschappen met hoge natuurwaarden (want dat zijn het!). 

Veenmos/vergrassing

De mens heeft het landschap namelijk ‘gemaakt/gevormd’: drooggelegd, bedijkt, afgegraven, bebouwd, bemest en beheerd ter faveure van het eigen bestaan. Wel is het zo dat de eigenschappen van met name de bodem en de geologische geschiedenis in sterke mate het karakter (en gebruik) ervan bepaalt. Zo bestaat de ondiepe ondergrond in de Zaanstreek voornamelijk uit veen (een organische bodem) en (zee)klei (een minerale bodem), en is de bodem en het water van oudsher brak (licht zout). Dit komt door de ligging van onze streek aan het vroegere IJ die in open verbinding stond met de Zuiderzee (het huidige IJssel/Markermeer). De brakke invloeden zie je (nog) terug in de vegetatie en alle (dier)soorten die hiervan profiteren en onderling ook weer relaties vormen (predator/prooi bv). 

Alle bovenstaande interacties heeft unieke natuur opgeleverd, zowel botanisch (planten) als de dieren die erin leven. Maar, de boel staat onder grote druk. Dit komt wederom door de grote directe invloed van de mens erop. Voorbeelden zijn (licht-milieu)vervuiling, overbemesting, intensivering , drooglegging door onderbemaling, peilbesluiten, recreatie, bebouwing, verstoring etc.

Meer ‘diffuse’ invloeden zijn klimaatverandering, introductie van exoten (rivierkreeften bv), ‘natuurlijke’ verzoeting e.d. Maar dus ook stikstofdepositie, en daar zoomen we verder op in.

Het hele begrip van stikstofdepositie is nog niet zo heel lang een groot issue. Vanaf de jaren 70 hadden vooral fosfaten/nitraten (in bijvoorbeeld wasmiddelen en kunst/mest) de focus en daar is door gericht beleid veel aan gedaan (maar nog lang niet genoeg). De terugdringing van stikstofdepositie is eigenlijk pas goed op de kaart gekomen doordat in mei 2019 de Raad van State een streep haalde door de toenmalige regelgeving rondom stikstofemissie (PAS). En dit is maar goed ook. Al decennia is bekend dat de belasting op de natuur gigantisch is. Hierdoor is de natuur verarmd en zal steeds verder verarmen als er niets aan gedaan wordt, zo ook de Zaanse natuur. We nemen als voorbeeld het Natura2000 gebied, de Polder Westzaan. Het bevoegd gezag over het gebied zijn Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland. 

Polder Westzaan

De Polder Westzaan wordt doorsneden door de Rijksweg A8 en ligt onder de rook van enkele grote Zaanse industrieën. Daarnaast zijn er woonwijken en een dorp aan gesitueerd. Het gebied kent een aantal (internationaal) zeer zeldzame habitattypen, die in meer of mindere mate kwetsbaar zijn voor vermesting door stikstofdepositie (maar ook fosfaten!). Er liggen voor het gebied beheerdoelstellingen om ervoor te zorgen dat de huidige natuur zoveel mogelijk intact blijft. Er zijn echter grote zorgen. De Provincie NH schrijft op hun website het volgende over het gebied:

  • De waterkwaliteit is niet goed. Dit komt onder andere doordat er te veel stikstof neerdaalt en uitspoelt van het land. De stikstof komt uit de landbouw, het verkeer, woningen en industrie. Door het teveel aan stikstof komen te veel voedingsstoffen in het water. Ook komt te weinig brak water in het veenweidelandschap. 
    • Hierdoor groeit het gebied te snel dicht tot hoogveenbos.
    • Brakwatersoorten, zoals echt lepelblad en heemst, gaan sterk achteruit.
  • De stikstof komt niet alleen in het water maar ook op het land terecht. De stikstof zorgt dat de appelbes (een exoot), braam en andere struiken hard groeien. Hierdoor krijgen kenmerkende planten voor het veenmosrietland en de veenheide het moeilijk.
Veenmos

Omdat er niet nog meer stikstof bij mag komen, krijgen bouwprojecten in de regio geen vergunningen meer en zit de woningbouw op slot.

Hou deze laatste zin ook even in gedachte!

Gebiedsanalyse Polder Westzaan

Om dit verder uit te werken en te kwantificeren heeft de Provincie Noord-Holland in 2017 gewaardeerd Zaans ecoloog Ron van ’t Veer gevraagd om een gebiedsanalyse te doen van het gebied ten aanzien van de depositie.

Polder Westzaan Natura2000

Daar staan een aantal interessante maar ook verontrustende zaken in. Er zijn 3 typen stikstofgevoelige habitat die zijn aangewezen.

  • H4010B Vochtige heiden laagveengebied, 
  • H7140B Overgangs- en trilvenen Veen-mosrietland
  • H91D0 Hoogveenbos-sen.

Verreweg de meest kwetsbare voor vermesting door depositie zijn de Overgangs- en trilvenen Veen-mosrietland, ik noem ze verder veenmosrietland. Er is zo’n 15 hectare aanwezig hiervan tegen 18 hectare Hoogveenbos en ca een halve hectare heide-laagveengebied.

Veenmosrietland thv Rooswijk

Een belangrijke parameter in de depositie is de z.g. KDW (Kritische Depositie Waarde) : de grens waarboven het risico bestaat dat de kwaliteit van het habitat significant wordt aangetast door de verzurende en/of vermestende invloed van atmosferische stikstofdepositie.

De KDW van veenmosrietland is door wetenschappelijk onderzoek gezet op 714 mol per jaar per ha. Mol betekent hier geen dier, maar een chemische eenheid, die je kan omrekenen naar grammen. Je krijgt dan ca 10kg/j/ha stikstof depositie. Overschrijding hiervan maakt de kans op achteruitgang van de aanwezige habitat denkbaar. Het rapport schetst een beeld van de recente, heden en toekomstige situatie t.a.v. de habitat. E.e.a. is berekend met een rekenmodel wat de AERIUS calculator wordt genoemd en gangbaar is. Er staat:

  • Uit tabel 5.4A t/m C en de ontwikkeling van de stikstofdepositie (fig. 20 & 21) blijkt dat over de gehele periode van de referentiesituatie tot 2030, er sprake is van een matige tot sterke overbelasting op alle locaties met H7140B (Veenmosrietland). De meeste locaties bezitten een matige overbelasting; langs de randen van het Natura 2000-gebied is sprake van een sterke overbelasting (> 2x KDW).

In 2020 wordt 1184mol/j/ha  (ca 17kg/j/ha) opgegeven. Dit zijn gemiddelden. Voor 2030 altijd nog 1113 mol/j/ha (ca15,5 kg/ha/j), en dat is nog steeds veel en veel te veel. De verwachting is ook dat zonder (extra) herstelmaatregelen zowel het oppervlak als de kwaliteit verder achteruitgaat, aldus de gebiedsanalyse. Met andere woorden: het gaat de verkeerde kant op en al heel lang. Een geoefend oog kan dit ook zien in de gebieden. Waar een teveel aan voedsel/stoffen is, verdringen de snelgroeiende en stikstof minnende soorten (bramen, boomopslag en verschillende grassen o.a.) de soorten die van arme situaties houden (veenmossen, ronde zonnedauw o.a.). Iets dergelijk geldt voor watervegetaties. En dus zal er een toenemende verandering en verarming optreden in de specifieke biodiversiteit. Een en ander staat ook in relatie tot het gevoerde beheer. Als je niet voldoende maait en afvoert (verwijderen van opgeslagen voedingsstoffen) zal eveneens de bodem/water(baggeren) verrijkt worden, los van de depositie.

Wet Natuur Bescherming in relatie met stikstofdepositie

Om de kwetsbare gebieden te beschermen tegen overmatige depositie is er wetgeving (voorheen de PAS-Programmatische Aanpak Stikstof). Deze wetgeving werd in het verleden ‘misbruikt’ om allerlei projecten die conflicterend waren met natuurdoelstellingen te omzeilen. Daar is door een uitspraak van de Raad van State een einde aan gekomen. Hierdoor is Nederland ‘op slot gegaan’. Tenminste dat zou je denken, of verwachten. De trend zou moeten zijn om te komen tot een afname van de stikstofdepositie. Een deel van de geproduceerde stikstof slaat in de nabije omgeving neer, dus zal je daar rekening mee moeten houden. Zoals geschetst is de huidige overschrijding nog steeds fors en ongewenst. Op deze manier ‘boeren’ we alleen maar verder achteruit. Maar als je ziet welke grote ontwikkelingen er nog zitten aan te komen, dan kun je maar een conclusie trekken; de natuur zal verder imploderen en zal alleen met hele drastische herstelmaatregelen nog enigszins te verzachten (mitigeren/compenseren) zijn. Maar wil je echt stappen wilt maken, dan zal je de bron moeten aanpakken en niet de gevolgen (proberen) weg te poetsen.

Olam Anna de Groot

Recent is er door de Provincie Noord-Holland een vergunning verleend aan een grote cacaoverwerker (OLAM) om nog eens 10-tallen procenten meer stikstof (NH3) uit te stoten. De hoeveelheden die uitgestoten worden zijn duizelingwekkend. NH3 slaat voor een groot deel in de directe omgeving neer, en zal dus grote impact blijven hebben. 

OLAM is niet de enige, maar wel de grootste die uitstoot. Een query in database van de emissieregistratie laat zien dat Zaanstad in de categorie “Overige industrie” op de 3e plek staat (2018) in Nederland qua ammoniakuitstoot en dat is gezien het relatief kleine oppervlak van de gemeente en de omranding door Natura2000 gebied zorgelijk!

GemeenteOverige industrie (kg/j)
Roermond265426
Etten-Leur68405
Zaanstad60172
Maastricht53382
Groningen51720
Steenbergen51618
Meierijstad22567
Beverwijk16705
Amsterdam16212
Top 10 ammoniakemissie (kg/j), peiljaar 2018 (bron: emissieregistratie)

Van de ammoniak die vanuit een bepaalde bron wordt uitgestoten, slaat circa 3% binnen een straal van 300 meter neer op de grond. In een straal van 500 meter is dat 5% en in een straal van 1.000 meter is dat 10%.

Welke belang wordt door de Provincie zwaarder gewogen hier? Het natuurbelang of andere belangen? Ter herinnering, men is voor beide bevoegd gezag.

Het antwoordt laat zich raden. Het natuurbelang is eigenlijk een soort van ‘papieren’ belang. Of eigenlijk geen belang vind ik. Het sluit negen van de tien keer achter in de rij aan, en wordt uiteindelijk bedolven onder belangen die zwaarder wegen. Sluitstuk is veelal een z.g. ADC-toets (ADC –Alternatieven- Dwingende redenen- Compensatie). Middels de ADC-toets worden dan zaken tegen elkaar afgewogen. Vooral de dwingende redenen van groot openbaar belang is een kapstokregel/toets. Veel genoemd worden dan: woningbouw, infrastructuur, werkgelegenheid, economie e.d. en die wegen bijna altijd zwaarder dan de natuurbelangen.

Verdere verslechtering

Voor de Polder Westzaan zijn er de komende jaren activiteiten of projecten die de stikstoftoename aldaar verder doen verslechteren. Uitvoering van de CorridorStudie Amsterdam-Hoorn zal leiden tot een toename van 20-25 mol/ha/jr op de Polder Westzaan. Denk hierbij aan o.a. aan de bouw van een nieuwe oprit A8, welke tot meer verkeer zal leiden. Tel daar de toekomstige doortrekking A8-A9 bij op en we gaan verder in het rood. Ook de verhuizing van Hockeyclub de Kraaien naar het Fortuinterrein, dat direct gelegen is naast de Polder Westzaan zal de depositie eveneens verder doen toenemen. In plaats van dat we eerst eens met zijn allen zorgen dat de huidige niveaus substantieel omlaaggaan, maken we plannen voor meer, want, ik zei het al, het natuurbelang is ondergeschikt. 

Fortuinterrein/Kraaien

Recent (okt 2020) is er een amendement (voorstel tot verandering van een wet of reglement) aangenomen in de Provinciale Staten van Noord-Holland ingediend door de SP en de PvdD, om het natuurbelang te laten opnemen in het rijtje als één van de grote openbare belangen: het stond er namelijk nog niet in… 

Je leest het goed, het stond er NIET in! Het ging hier om een Provinciale omgevingsverordening.

Dit is een goede stap. Natuurbelangen moeten zwaarder gewogen worden en niet alleen als het mensen goed uitkomt. Zo zal een afwaardering van de A8-west naar 80km uur een behoorlijke impact kunnen hebben op de stikstofbelasting voor de polder Westzaan. Waar wachten we op? En dan niet gelijk die vrijgekomen stikstofruimte weer opvullen. Nee, eerst fors omlaag en de natuur laten bijkomen! 

Het stikstof-adviesrapport van de heer J. Remkes, wat op verzoek van de regering was geschreven, had de welluidende titel “Niet alles kan overal”. Je vraagt je af of dit niet heel erg slaat op de Zaanse situatie. Er staat kennelijk geen rem op nog meer depositie in de Natuurgebieden, gezien de ontwikkelingen en dat is een slechte zaak. Wat maakt dat de Zaanstreek een uitzondering is hier? Wie het weet mag het zeggen!

Groentjes!

De foto helemaal boven is van Larry Kef