De pakhuizen Waal, Maas en Het Schepel aan de Veerdijk in Wormer zijn veel ouder dan tot nu toe werd aangenomen. Van Het Schepel werd eerder al aangetoond dat het om de originele molenschuur gaat van oliemolen Het Schepel en dat deze in 1718 of kort er voor werd gebouwd.
Het zogenaamde dendrochronologische onderzoek, waarbij aan de hand van houtmonsters de ouderdom wordt vastgesteld, heeft uitgewezen dat het pakhuis Maas in 1716 of 1717 is gebouwd en het pakhuis Waal, het meest noordelijke pand van de drie, in 1732 of 1733.
Door Ron Couwenhoven
Het onderzoek werd uitgevoerd door het gespecialiseerde Friese bureau Van Reeuwijk bouwmeester uit Arum. Het pakhuis Maas is overigens na 1845 op het erf aan de Veerdijk gebouwd. Onderzoeker Jaap Tiedema schrijft in zijn rapport, dat werd aangevraagd door de stichting Zaanse Pakhuizen:
“Het pakhuis Maas staat op de plaats van de voormalige oliemolen Het Schepel, die in 1825 werd afgebroken en waarvan de fundamenten in februari 1845 werden opgeruimd. Daarna is het pakhuis gebouwd.”
Niet bekend is wanneer dat precies gebeurde. Net als Waal komt het pakhuis niet voor op een kadasterkaart uit 1817. De Waal is vermoedelijk na 1825 gebouwd, maar beide pakhuizen zijn dus overgeplaatst, want het onderzoek naar de ouderdom van het hout wijst dat uit.
Net als Het Schepel staan Waal en Maas bij de Rijksmonumentendienst geregistreerd als gebouwd in 1875.
Gekapt in Brandenburg
De houtmonsters werden in Berlijn onderzocht door dr. B. Heussner, een expert die het jaar van de kap vaststelde aan de hand van de ringen in het hout en ook de herkomst van de bomen kon traceren.
Voor pakhuis Waal werden twee monsters eiken spantbeen onderzocht. Het ging om bomen die voor 1630 en 1556 (!) werden geplant en in 1715 en 1711 gekapt in Brandenburg. In dit pakhuis zijn zogenaamde krommers toegepast als korbelen, waarop de zoldervloer rust. Dit zijn eiken delen die uit dikke takken en de stam – aan een stuk dus – zijn gezaagd. Deze toepassing in gebouwen is zeer zeldzaam. Meestal werden krommers in de scheepsbouw gebruikt.
Van het pakhuis Maas werden twee monsters uit ankerbalken gehaald. Dit was vurenhout afkomstig van zilversparren. De bomen werden voor 1619 en 1653 geplant en in 1726 en 1741 gekapt in Zuid-Duitsland.
Waar de pakhuizen hebben gestaan voor ze in de negentiende eeuw naar de Veerdijk werden verplaatst is niet bekend.
Op de foto (Ron Couwenhoven) v.l.n.r. Waal, Maas en Het Schepel.
De pakhuizen staan aan de Veerdijk op nr 22, 23 en 24. Zowel Waal, Maas als Het Schepel (zo heette de molen, het pakhuis wordt ook De Schepel genoemd) zijn rijksmonument. Ze staan aan de Zaan in Wormer en zijn ook goed zichtbaar vanuit Wormerveer, ze staan aan de overkant van de Dubbele Buurt. Van het Zuideinde en het begin van de Zaanweg (Café Sman) zijn ze goed te zien.
Hieronder een foto (klik voor vergroting) die Orkaan-lezer Ruud Verhallen maakte van de pakhuizen.
Op geen enkele manier twijfel ik aan de juistheid van het dendrochronologisch onderzoek, dus ook niet aan de ouderdom van de voor het pakhuis gebruikte balken.
Maar om aan de ouderdom van het hout direct het bouwjaar van het pakhuis te koppelen lijkt mij wel erg voortvarend. Er moeten dan toch wel gegronde redenen zijn om die aanname te doen. Een bewijs is het in ieder geval niet, behalve dan voor het feit, dat het hout eerder zou zijn gebruikt.
En welke redenen zijn er om te veronderstellen dat de pakhuizen eerder elders gestaan zouden hebben? Het lijkt mij heel onwaarschijnlijk, dat vanaf 1720 tot 1870, dus 150 jaar lang, die pakhuizen nergens op een kaart voorkomen en ook nergens in bijvoorbeeld notariële akten worden vermeld. Op grond waarvan vinden deze aannames plaats?
Er zijn naar aanleiding van sinds 1828 ingevoerde wetten belastingregisters ingesteld, waarin de bouw van nieuwe gebouwen uitvoerig wordt ingeschreven. Zie daarvoor onder andere het Oud Archief van Wormer (archiefnr. 0099, inv.nr. 420). Alle drie pakhuizen worden in die registers genoemd en beschreven. Dat is een bewijs voor het juiste bouwjaar. Op grond waarvan zou dit bewijs terzijde geschoven moeten worden?
Naar mijn overtuiging moet de onderzoeker zoveel mogelijk uitgaan van bewijzen door middel van officiële stukken, en niet van veronderstellingen.
De stukken zijn aanwezig in het Oud Archief van Wormer, zoals dat in Purmerend door het Waterlands Archief wordt bewaard.
Graag zou ik willen horen, waarom desondanks van aannames wordt uitgegaan.
Geen dank Orkaan,Y.W.
Jammer dat je hier niet meer langs kunt fietsen. Olam en Lassie hebben deze toeristische fietsroute ingepikt.
Dat is idd heel erg jammer maar op de Orkaan FB pagina heb ik twee extra foto's geplaatst in HD formaat 1920*1080 ...;-)
Dank Ruud, we hebben er ééntje bij gezet.
Het lijkt mij zeer de vraag of de enkele constatering van houtmonsters iets kan zeggen over het tijdstip van de bouw van een pakhuis.
Uit de belastingregisters van de gemeente Wormer van die tijd kan namelijk alleen maar de conclusie worden getrokken, dat de bouw van latere datum is.
Het komt mij voor dat er tenminste discussie over mogelijk is.
In de betreffende registers wordt zelfs de exacte datum van ingebruikneming vermeld.
Nader onderzoek lijkt mij gewenst.
Ik ben benieuwd Jan. Dendrochronologisch onderzoek is een internationaal erkende wetenschappelijke methode om de ouderdom van hout vast te stellen. Dus aan de ouderdom van de gebruikte balken, zoals die in Berlijn zijn vastgesteld, hoef je niet te twijfelen. Ik zou graag weten wat jouw gedetailleerde gegevens precies inhouden. Zoals in het stuk al is beschreven zijn de pakhuizen Waal en Maas aanvankelijk op andere locaties opgebouwd. Maar waar was dat precies. Wellicht geven de belastingregisters daar uitsluitsel over. Je kan mij bereiken op r.couwenhoven@upcmail.nl