Met verbazing kijk ik soms naar de discussie over de bestuurlijke toekomst van Oostzaan. Fuseren met een grote gemeente wordt vaak gezien als dé oplossing voor alles. Maar is het werkelijk zo dat schaalvergroting alles beter maakt?

Kijkend naar voorbeelden uit andere gemeenten, blijkt dat inwoners zich vaak verzetten tegen fusieplannen en dat er na fusies soms spijt is. In Weesp, dat sinds 2022 deel uitmaakt van Amsterdam, pleit een groeiende groep bewoners inmiddels voor een ‘Wexit’. Dit toont aan dat de lokale bevolking vaak waarde hecht aan haar eigen identiteit en zeggenschap. Want wie noemt zich nou ‘Zaanstadder’? Mensen noemen zich vaak nog Koger of Zaandammer.

De argumenten vóór een fusie worden vaak ingekleed met termen als ‘efficiëntie’ en ‘kostenbesparing’. Maar de praktijk leert iets anders. Grote gemeenten hebben hun eigen problemen. Het idee dat een grotere gemeente minder bureaucratie en een betere bestuurskracht zou opleveren, blijkt vaak een misvatting. Sterker nog, fusies leiden vaak tot meer ambtenaren, meer regels en trager bestuur. Daarvoor hoeven we alleen maar De Orkaan te lezen om te zien dat Zaanstad geen Walhalla is.

Wat kunnen we dan doen om als kleine gemeente zelfstandig te blijven? Oostzaan, net als veel andere gemeenten, heeft te maken met structurele onderfinanciering door het Rijk. Gelukkig is er ook een klein beetje goed nieuws: vanaf 2026 wordt de opschalingskorting geschrapt, wat betekent dat er jaarlijks 675 miljoen euro extra naar gemeenten gaat. Dit zou voor Oostzaan een stap zijn in het versterken van de financiële positie. Daarnaast moet er serieus worden gekeken naar een herziening van de financiering van gemeentelijke taken, zodat gemeenten voldoende middelen krijgen om hun werk goed te doen. Zeker als de gemeente gebruikt wordt, omdat hier het contact met burgers nog intensief is. Dan is kleinschaligheid een pré.

Of is de financiële situatie dusdanig slecht zoals beweerd wordt? Ook ten opzichte van andere gemeenten als Zaanstad, Purmerend en Amsterdam, die het ook financieel zwaar hebben? Dat zou merkwaardig zijn, omdat er al jaren een partij de grootste is in Oostzaan, de VVD, die beweert zo goed op de centen te passen. Dan zouden excuses passend zijn van de raadsleden en de wethouders van de VVD. Excuses, omdat ze een dorp uit handen hebben gegeven.

De vraag die bij velen leeft, is of samenwerking zonder fusie ook mogelijk is. Het antwoord is simpel: ja. Oostzaan werkt al samen met Wormerland in Over-gemeenten. Door deze samenwerking verder te intensiveren, kunnen we profiteren van schaalvoordelen zonder onze zelfstandigheid op te geven. We hoeven niet per se te fuseren om efficiënt en effectief te zijn. Kijk maar naar Harlingen, een gemeente met slechts 16.000 inwoners die zelfstandig functioneert. Harlingen bewijst dat een kleine gemeente ook in de huidige tijd levensvatbaar kan zijn.

Het is belangrijk om te beseffen dat fusies geen wondermiddel zijn. De structurele problemen waar veel gemeenten, waaronder Oostzaan, mee te maken hebben, worden niet opgelost door simpelweg samen te gaan met een grotere gemeente. Integendeel, de kans is groot dat fusies juist leiden tot méér bureaucratie en minder lokale invloed.

Kortom, laten we goed nadenken voordat we onszelf opgeven voor een fusie. Oostzaan heeft een unieke identiteit die het waard is om te behouden, en met de juiste maatregelen kunnen we de uitdagingen van de toekomst aan. Een fusie is geen garantie voor succes. Dus laten we de brug tussen Oostzaan, Zaanstad en Amsterdam voorlopig maar omhoog doen!

Door: Steve Smit. Foto: Archief De Orkaan