Anna de Groot van de SP wil van B&W van Zaanstad weten hoeveel Amsterdams afval op de stortplaats Nauerna terecht gaat komen. Nauerna is één van de twee plekken voor afval dat de AEB niet meer kan verwerken.
Begin deze maand moest afvalbedrijf AEB vier van de zes afvalverbrandingslijnen stilleggen omdat de veiligheid van de medewerkers in het geding was. Andere afvalbedrijven zullen een groot deel van het afval dat naar AEB gebracht werd moeten verwerken.
De SP verwijst naar de overcapaciteit van afvalverwerkers, waardoor AEB en bv HVC ook afval uit het Verenigd Koninkrijk verbranden. Dit bemoeilijkt volgens de SP het verbranden van afval van AEB in andere centrales die ook vreest dat een deel van het vuilnis op vuilstortplaatsen belandt.
De SP wil weten hoeveel ton afval, dat in normale omstandigheden bij AEB verbrand zou worden, tussen begin juli 2019 en het herstel van de afvalverbrandingslijnen van AEB (dat tussen zes en negen maanden gaat duren) op de stortplaats van Afvalzorg in Nauerna zal belanden. De partij wil ook weten of het bedoelde afval ongesorteerd op de stortplaats in Nauerna gestort gaat worden.
Volgens de SP belandde in 2016 “mede door de import van afval uit het Verenigd Koninkrijk meer dan 63.000 ton afval op de vuilstort in Nauerna. Ook AEB importeert afval uit het Verenigd Koninkrijk, ongeveer 25% van al het afval dat bij AEB – normaal gesproken – wordt verbrand:
“Betekent dit dat er nog meer Engels afval op de stortplaats Nauerna komt te liggen?”
De SP wil daarnaast weten of door de moeilijkheden bij AEB en de eventuele stort van het afval van AEB op de stortplaats Nauerna, deze langer open moeten zijn dan 1 april 2022? Of zal de afvalberg op 1 april 2022 hoger zijn dan vooraf gepland? Als dat het geval is, hoeveel hoger?
En:
“Park Nauerna werd door u gesloten omdat veilig recreëren daar niet gegarandeerd kan worden. Wij nemen aan dat na sluiting van het overgebleven deel van de stortplaats dit deel van de locatie ook een recreatiebestemming krijgt. Welke invloed heeft het afval, dat nu niet verbrand kan worden maar gestort wordt, op de toekomstige recreatiebestemming en de veiligheid daarvan?”
