Hebben ambtenaren, raadsleden of wethouders goedkoop hun erfpacht omgezet toen ze in 2006 in de gaten kregen dat het afkopen van erfpacht fors duurder zou worden? “Nee” zegt de Rekenkamer in een nieuw rapport.
Dat gerucht waart al jaren door het Stadhuis. De gemeente deed zelf twee maal onderzoek, de Rekenkamer bekeek de zaak, het Bureau Integriteit boog zich erover. En nu een ‘aanvullend’ onderzoek van – opnieuw – de Rekenkamer. Vanavond, 25 juni, wordt het rapport in het Zaanstad Beraad besproken.
De conclusie van het rapport van ruim 50 pagina’s (inclusief bijlagen) is dat er geen “ambtenaren, wethouders of raadsleden in de periode maart 2006 tot en met april 2007 bij het omzetten van het recht van erfpacht gehandeld hebben met voorkennis.”
Hoogste aantal
De onderzoekers constateren dat er in 2006, toen het college besloot om het omzetten van erfpacht duurder te maken “het hoogste aantal omzettingen plaatsvond” in de afgelopen jaren maar dat “van een hausse van aanvragen vlak voor het intrekken van de regeling in januari 2007 is geen sprake”.
Dus wel het “hoogste aantal” (70% meer dan in 2006 en vijf maal zoveel als in 2008) maar geen “hausse” (= “sterke, plotselinge opleving”). Rara, hoe kan dat?
Een mogelijke verklaring is dat er vanaf maart 2006, na de verkiezingen, duidelijk werd – bij besprekingen tussen partijen en bij de openbaarmaking van het collegeprogramma in april, dat erfpacht duurder zou worden. Aanvankelijk geleidelijk, maar in juli werd bedacht dat het beter in één keer groot aangepakt kon worden. Toen begonnen ambtenaren in het geheim aan een nieuwe regeling te werken.
Vier ambtenaren
De redenering van de Rekenkamer is dat er in de tweede helft van 2006 (juli tot en met december) 51 omzettingen waren, niet veel meer dan in dezelfde periode in 2005 (47). Dus “vlak voor” geen opleving.
Er wordt twee maal onderzoek gedaan door de gemeente naar omzettingen in de tweede helft van 2006 – vanwege de veronderstelde lekken. Pas tijdens het tweede onderzoek (uit 2014) blijkt dat vier ambtenaren in die periode de erfpacht volgens de oude regeling hebben omgezet.
Raadsleden en wethouders
De Rekenkamer stelt dat het eerste onderzoek (uit 2012) nogal matig is uitgevoerd. De onderzoekende ambtenaren hadden bijvoorbeeld geen lijst van medewerkers van de gemeente en gingen op eigen kennis af. De tweede keer is het grondiger aangepakt, er werden ook (ex)raadsleden en (ex)wethouders gescreend:
In 2014 zijn de namen van de lijst van omzettingen opgezocht in het PIMS dat alle namen van (ex)medewerkers, (ex)bestuurders en (ex)raadsleden bevat. Daar waar in 2012 slechts globaal naar de lijst is gekeken, is het vooronderzoek in 2014 met meer diepgang uitgevoerd.
Er blijkt iets geks: “gedurende het vooronderzoek bleek dat één van de onderzoekers zelf het recht van erfpacht had omgezet in vol eigendom in de onderzoeksperiode.” De betreffende ambtenaar meldt dat wel maar trekt zich niet terug. De Rekenkamer is niet geheel gelukkig.
Geredeneerd vanuit het uitgangspunt van professionaliteit is adequaat en alert gehandeld door de onderzoeker. De vraag is echter of niet in een eerder stadium over de onafhankelijkheid van de te selecteren onderzoekers had moeten worden nagedacht.
Vijf ambtenaren
In het onderzoek van 2015 onderzoekt de Rekenkamer zelf de volledige periode, dus vanaf maart 2006, dan duikt bovendien nog een vijfde ambtenaar op die in de onderzoeksperiode de erfpacht heeft omgezet. De conclusie is dat in geen van de zaken sprake lijkt van voorkennis:
“Er is op basis van dit verbeterde vooronderzoek geen reden om aan te nemen dat ambtenaren, wethouders of raadsleden in de periode maart 2006 tot en met april 2007 bij het omzetten van het recht van erfpacht gehandeld hebben met voorkennis.”
Hoe ingewikkeld het was, blijkt uit de het bijgevoegde tijdsschema:
Het onderzoeksverslag bevat bovendien een raadseltje: wie was het raadslid dat de zaak aankaartte? (Hints: man, naam ±8 letters, partij: 3 letters, partijnaam wordt zonder lidwoord geschreven.)
Update 26/6:
@DeOrkaan Over het raadsel kan ik duidelijkheid verschaffen hoor. Dat ben ik. De reden? Een einde maken aan de jarenlange geruchten stroom.
— Jan de Vries (@JandeVriesD66) 25 juni 2015