In de winterperiode wordt de Schildersbuurt regelmatig bezocht door een groepje putters, die zich tegoed doen aan de zaadjes van de Gele zonnehoed (rudbeckia fulgida), de plant die de hoeken van de Jan van Goyenkade siert. ’s Zomers bloeit de zonnehoed overvloedig met zijn gele bloemen. ’s Winters blijven alleen donkerbruine zaadbollen over. Daar zijn die puttertjes gek op.

Het puttertje, ook wel distelvink genoemd, is een wereldberoemd vogeltje omdat het is afgebeeld op één van de mooiste schilderijen die in Het Mauritshuis in Den Haag te zien is, geschilderd door de in Midden-Beemster geboren kunstenaar Carel Fabritius (1622-1654). Hoewel putters niet te veel in de belangstelling van mensen willen zijn, begrijp je wel dat ze zich in de Schildersbuurt thuis voelen. 

Omdat het prachtige vogeltjes zijn met een opvallend kleed, een rood gezicht, op de vleugels een brede gele streep en een driehoekige snavel, die kenmerkend is voor vinkachtigen, wilde ik ze fotograferen, maar telkens als ik mijn camera op ze richtte vlogen ze naar een andere struik. Als ik daar naartoe liep spoedden zij zich naar een hoge boom.

Putters willen niet gefotografeerd worden, dat is duidelijk. Misschien zou ik ze moeten schilderen. Dat kan ik echter lang zo mooi niet als Carel Fabritius het heeft gedaan. 

Het Puttertje van Johan Fabritius

Door Jan Schoen. Bronnen: Wikipedia over Johan Fabritius (foto boven: Marek Szczepanek / Wikipedia).