Dit artikel is een hoofdstuk uit het boek ‘De geheime dienst en de Zaanstreek 1945-2002’ over de Oostzaanse wethouder Piet Bakker (1915-2002). Behalve wethouder was Bakker prominent CPN-lid, BVD-agent en voorzitter van de pro-Chinese (en pro-Albanese) Marxistisch Leninistische Partij Nederland, die door de BVD was opgericht.
Lees en luister ook: Erik Schaap over ‘het schimmige wereldje’ van de geheime diensten in de Zaanstreek
In 1978, nadat hij acht jaar wethouder was geweest, beloonde het Oostzaanse gemeentebestuur CPN’er Piet Bakker met een koninklijke onderscheiding en het ereburgerschap. Niet slecht voor een communist die namens de Binnenlandse Veiligheidsdienst de maoïstische neppartij MLPN aanstuurde en onder valse voorwendselen de bloemetjes buiten zette op kosten van de Albanese ambassade.
Het blad Argus besteedde in haar editie van 24 november 2021 uitgebreid aandacht aan enkele geheim agenten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst die in de jaren zestig en zeventig de leiding vormden van de Marxistisch Leninistische Partij Nederland. Dat was een door de BVD bedachte fakepartij op maoïstische grondslag. Als MLPN-voorzitter fungeerde de Oostzaanse CPN-wethouder Piet Bakker. Samen met twee andere ‘kameraden’ zou hij de geheime dienst een kwart eeuw voeden met informatie over de communistische beweging in binnen- en buitenland. Wie was deze spion?
Gemeenteraad
Pieter Bakker komt op 31 oktober 1915 ter wereld in Den Ilp, maar belandt als jongeling in Oostzaan. Daar trouwt hij in 1942 met Elisabeth Langenberg. Korte tijd later wordt hij lid van de illegale Communistische Partij van Nederland. Voor die partij neemt hij op 1 september 1953 zitting in de plaatselijke gemeenteraad. Bakker zal er meer dan 23 jaar deel van uitmaken.
Zijn BVD-avontuur begint eveneens halverwege de jaren vijftig, midden in de Koude Oorlog. ‘Ergens in 1956, na de toespraak van Chroesjtsjov, de inval in Hongarije en het daarop volgende tumult in de CPN, moet er iets in hem zijn geknapt’, aldus de auteurs van het boekDe geheime dienstover Piet Bakker. ‘Hij is toen informant geworden voor de BVD.’ Dat dienstverband zal net zo lang standhouden als zijn raadslidmaatschap.
Piet Bakker wordt een grootheid binnen de Communistische Partij van Nederland. In het jaar dat er iets in hem zou zijn ‘geknapt’, neemt het Oostzaanse raadslid plaats in het landelijk partijbestuur. De voormalige grondwerker mag in 1960 namens de communistische mantelorganisatie Centrum voor Eenheid en Klassestrijd in de Vakbeweging veertien dagen op bezoek bij de Tsjechoslowaakse vakbeweging (‘Het was geen wonder dat wij alle mensen met opgewekte gezichten zagen rondlopen’, getuigt hij na afloop in CPN-dagblad De Waarheid). In 1962 staat Bakker tiende op de kandidatenlijst voor de Provinciale Statenverkiezingen. En in 1970 wordt hij wethouder in zijn woonplaats. Hij zal die baan twee achtereenvolgende collegeperiodes volmaken. Al die jaren vermoedt niemand dat de gewaardeerde dorpsbestuurder twee, drie verschillende agenda’s hanteert.
Bakker heeft het er druk mee. Hij wisselt zijn vele communistische banen af met klussen voor de BVD. Die krijgt dankzij deze informant toegang tot de hoogste gremia van de CPN. Bakkers dubbelleven leidt soms tot schizofrene situaties. In uiterst vertrouwelijke BVD-rapporten duikt steeds zijn naam op. Niet als leverancier van informatie, maar als potentieel staatsgevaar. Dat wordt bijvoorbeeld zichtbaar via de rapportage over een door de geheime dienst geïnfiltreerd CPN-congres in december 1958. ‘Gezien de kwetsbaarheid van de bronnen, waaruit de gegevens omtrent het besloten gedeelte van dit congres werden geput, moge ik Uw aandacht nadrukkelijk vestigen op het geheim karakter van dit verslag’, waarschuwt BVD-hoofd Louis Einthoven premier Louis Beel in zijn rapport. Terwijl de minister-president de indruk moet krijgen dat het raadslid, een van de Zaanse afgevaardigden naar het congres, in de gaten wordt gehouden, is het wellicht ‘kwetsbare bron’ Bakker zelf die de lijst met de namen en andere gegevens van tientallen daar eveneens aanwezige CPN- prominenten doorspeelt naar de Binnenlandse Veiligheidsdienst.
Alsof dit niet al ingewikkeld genoeg is, legt de BVD het fundament voor een maoïstische partij waarbinnen Bakker een hoofdrol krijgt. De in 1962 door de dienst opgetuigde Kameraden- Groep is hiervan de voorloper. Via dit ‘Project Mongool’ – door de nauw erbij betrokken CIA omgedoopt tot ‘Operation Red Herring’ –moeten kritische CPN-leden in kaart worden gebracht en ‘concurrerende’ maoïstische groeperingen kleingehouden. De groep geeft het blad Kameraden uit, een door de BVD gevulde publicatie vol lof over communistisch China. Het drukwerk wordt behalve bij de argeloze abonnees ook bezorgd bij de Chinese ambassade. Daar hapt men toe. Met zulke fans komt het ambassadepersoneel graag in contact. Het ambassadepersoneel nodigt iemand uit van wie men – terecht – vermoedt dat hij bij de Kameraden-Groep betrokken is: BVD-agent Peter Boevé.
Enkele weken later neemt Boevé Piet Bakker, alias Kees de Hoogh (ook wel Kees Hoog), mee naar de ambassade. Uit De geheime dienst: ‘Bakker en Boevé werden op de ambassade met alle égards ontvangen, Bakker was in de ogen van de Chinezen een echte topman. De Chinezen boden hen aan naar China te komen om wat meer inzichten te krijgen. Boevé: “Dat was natuurlijk precies wat we wilden.”’
Na een tijdje verandert de publicatieKameradenin het beter uitgevoerde bladDe Kommunisten evolueert de Kameraden- Groep in de Marxistisch Leninistische Partij Nederland. Boevé: ‘Ik was secretaris met lidnummer 501, “Kees de Hoogh” was voorzitter met nummer 502.’ Op de top van haar bestaan telt de MLPN 485 leden, verspreid over 28 in het geheim opererende cellen. Althans, dat wil de BVD doen geloven. In werkelijkheid zijn het er hoogstwaarschijnlijk veel minder. Peter Boevé en zijn werkgever BVD zijn de enigen die weten wie er lid is.
Nadat Boevé tijdens een bezoek aan de Chinese ambassade vertelt over de hoge kosten die aan het partijblad verbonden zijn, besluit de ambassade de financiële zorgen over te nemen. Boevé: ‘Het is wel grappig dat ze het geld niet aan Kees gaven, want daar was ie te hoog voor. Dan kon ik als paladijn komen om wat centjes in ontvangst te nemen waardoor we het blad konden betalen. Als je dus goed nagaat, dan is het BVD-blad van begin tot eind geheel door de Chinezen betaald.’
Door de inzet van zijn zelf gebrouwen maoïstische partij weet de BVD niet alleen via Bakker en Boevé het vertrouwen te winnen van communistisch China – Boevé mag er zelfs de hand schudden van voorzitter Mao –, maar ook de invloed van de drie andere Mao-vererende partijen in Nederland te beperken. In zijn boek In dienst van de BVD schrijft oud-inlichtingenman Frits Hoekstra: ‘Onderdeel van de strategie van de MLPN was het zwartmaken van andere maoïstische groeperingen. (…) Uitsluitend de MLPN werd door de partijtoppen in Peking en Tirana erkend als de drager van de ware revolutionaire leer.’ Dat is overigens niet waar. Ook andere marxistische Nederlandse splinterpartijen als KEN (ml) zijn welkom in en ontvangen geld van China en Albanië.
In Europa is dan maar één land op de hand van China, Balkanstaat Albanië. Aangezien Piet Bakker – BVD-codenaam ‘Bloemkool’ – en Peter Boevé de goedkeuring van de Chinezen hebben, krijgen ze die vrijwel automatisch ook van het Albanese regime. En ook dat betaalt gul aan de beide BVD-agenten. Hoekstra: ‘Het waren van die stinkende dollars. Van dat geld dat ergens in een container onder de grond had gezeten. Maar dat smerige geld kwam wel in onze handen en zo konden we de kosten van de operatie betalen.’
De Nederlandse declaraties zijn aanzienlijk, aldus het bladArgus, dat wat Albanese documentatie in handen kreeg. ‘Voor reis- en verblijfkosten tussen februari en juli 1972 bracht Boevé (hij ondertekende met ‘C. Petersen’) 3080,24 gulden in rekening bij de Albanese ambassade in Parijs. Daarbij inbegrepen was een vliegreis die hem met “kameraad Hoog” (alias de CPN- mol Piet Bakker) en beider echtgenoten op 4 juli 1972 van Amsterdam naar Pescara (Italië) voerde; de retourtickets kwamen op 2240 gulden. Terwijl de dames achterbleven in Italië, reisden Boevé en Bakker op kosten van Albanië per trein naar Bari en vlogen vervolgens door naar Tirana. Exclusieve hotels, exquise diners, taxiritten – het betrof hier een uitgavenpatroon dat in strijd was met de soberheid die de straatarme Balkanrepubliek nastreefde.’
De declaraties lopen zo hoog op dat het de Albanese ambassade te gortig wordt. ‘Het lijkt ons dat de onkostennota’s van Boevé excessief zijn’, schrijft internationaal secretaris Shehu in oktober 1972 aan een lid van het Albanese Centraal Comité. ‘Het is niet de eerste keer dat wij dit opmerken.’ Het wordt tijd voor een begrenzing. In het vervolg weigert Albanië onder meer om nog langer de vliegtickets van de echtgenotes Boevé en Bakker te betalen.
Wanneer Bakker in 1978 stopt als wethouder vallen hem een koninklijke onderscheiding en de Gouden Greep – het ereburgerschap van Oostzaan – ten deel. Met de kennis van nu komen de loftuitingen van zijn toenmalige collega-politici wat wrang over. ‘Jullie waren een betrouwbare partner’, complimenteert PvdA-raadslid E.J. de Geest de decorandus bij zijn politieke afscheid. ‘De vele functies die jij bekleedt, ongelooflijk.’
Helemaal ophouden met de politiek doet de vertrekkende wethouder niet. Hij houdt vast aan zijn voorzitterschap van de plaatselijke CPN en gaat partijgenoot-raadsleden begeleiden. In de praktijk houdt hij alle touwtjes in handen. Via Bakker blijft de Binnenlandse Veiligheidsdienst dus dicht bij het vuur.
Begin 1984 zegt hij zijn partijlidmaatschap op. ‘Toen het nieuwe program van de CPN aan de orde kwam heb ik gezegd: “Mijn CPN bestaat niet meer”’, aldus Bakker in een afscheidsinterview. Welke CPN hij daarbij in gedachten heeft, blijft onvermeld.
Peter Boevé houdt het tot begin jaren negentig vol als BVD-spion. Het dubbelleven dat Piet Bakker op verzoek van de inlichtingendienst leidt, eindigt na ruim twee decennia, ver na zijn afscheid als wethouder. Bij zijn vertrek uit het college typeert dagblad De Typhoon hem als ‘een man die niet kan veinzen’. Ze hadden eens moeten weten.
Piet Bakker overlijdt op 21 januari 2002, 86 jaar oud.
Ruim twintig jaar na zijn dood komt Bakkers BVD-dossier beschikbaar. Daarvoor al waren er de vragen. Uit de voormalige CPN-hoek bijvoorbeeld. Daar kon men zich maar moeilijk voorstellen dat Bakker een dubbelrol had gespeeld. Hoe sterk was die beschuldiging eigenlijk?
Bakkers dossier is bovengemiddeld dik, bij elkaar enkele duizenden pagina’s. En het bevestigt twee van zijn petten: die bij de CPN en de MLPN. De derde pet, die hij als BVD’er draagt, schemert tussen de regels door. Via hem krijgt de geheime dienst alle Oostzaanse CPN- en landelijke marxistisch-leninistische vergaderingen op een presenteerblaadje aangeleverd. Ieder detail, van roddel en achterklap tot Bakkers ontmoetingen met CPN-bobo Paul de Groot, is vastgelegd. Een paar voorbeelden en citaten laten zien waartoe zijn tomeloze inzet leidt. Een van de eerste stukken in het dossier is een Engelstalige ‘Felicitatie MLPN t.g.v. 11e Kongres CPC’ [Communistische Partij China] d.d. 20 augustus 1977. Het opgewonden epistel is ondertekend door ‘C. de Hoogh’ en ‘C. Petersen’. Een BVD-medewerker schrijft daar met pen bij dat het respectievelijk ‘Bakker, Pieter (31-10-’15) Oostzaan’ en ‘Boevé, Pieter C. (15-5-’28) Zandvoort’ betreft. Bakker is dan nog CPN-wethouder.
De combinatie CPN-MLPN is een onmogelijke. Dat blijkt ook wel wanneer een MLPN-lid na een vergadering van de ‘cel Amsterdam’ opmerkt: ‘Ik hoorde van Dirk Reurslag dat onze voorzitter nog steeds wethouder voor de CPN is. Ik ben daar erg van geschrokken.’ Hoe Bakker zich hier uit praat, wordt helaas niet vermeld in de BVD-stukken. Wellicht door tegen de MLPN- vertrouwelingen extra vurig af te geven op de ‘super- revisionistische’ CPN, die er volgens hem niets van bakt.
Bakker weet zijn dubbelrol jarenlang te continueren, tot hij besluit om zich bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1978 niet nog een keer kandidaat te stellen namens de Oostzaanse CPN. Hoe tevreden de Chinese partijleiders zijn met Bakker en Boevé komt wel naar voren uit het verslag van een MLPN-vergadering op 27 september 1975, die – zoals meestal – in Amsterdam plaatsvindt. ‘De voorzitter deelde mee dat van Chinese zijde in Den Haag naar voren was gebracht dat men in China prijs zou stellen op de komst van de voorzitter van de MLPN als leider van de delegatie. Bakker verklaarde met grote nadruk dat het voor hem, mede gelet op zijn beroepswerkzaamheden, onmogelijk was zich vrij te maken voor een dergelijke reis. Hij liet duidelijk doorschemeren dat het voor hem een vreemde zaak was dat de internationale secretaris van de MLPN, Boevé, telkens weer kans zag zich wel vrij te maken. “[Op] Peter kun je niet rekenen, die gaat maar wanneer hij wil. Onbegrijpelijk dat dit niet stuk loopt”, aldus Bakker.’
China was dus te ver voor Piet Bakker. Albanië niet. In de BVD-rapporten zijn twee verslagen te vinden over zijn trips naar het land van dictator Enver Hoxha. Wie wil weten hoe dat verliep, kan terecht bij het Nationaal Archief.
Door Erik Schaap. Hoofdstuk uit ‘De geheime dienst en de Zaanstreek 1945-2002‘, (2024, Brave New Books).
Ongelooflijk maar waar, dit verhaal. Ik zie er een schitterende film in, met Frans Lammers als Piet Bakker. Ik herinner mij Bakker nog heel goed uit zijn tijd als raadslid. Goed van de tongriem gesneden en met een groot gevoel voor humor. En dus achteraf, hoe je het ook wendt of keert, een verrader.
Interessant. Geïnspireerd hierdoor ging ik verder zoeken op het internet en ontdekte ik dat Gerben Wagenaar, verzetsheld en oud-topman van de CPN, na de scheuring in de CPN van 1958 als ‘Topagent A’ werd ingeschakeld door de BVD. Hij was een van de leidende figuren van de Bruggroep, zoals de dissidente CPN’ers zich noemden, en de daaruit voortgekomen Socialistische Werkers Partij (SWP). Die werd volop (ook financieel) door de BVD gesteund om de CPN te ondermijnen. Wagenaar was dus een soort Piet Bakker op een iets hoger niveau. Zie wat Jos van Dijk hierover in 2022 schreef in De Groene en tijdschrift Historiek.
Het werpt bij nader inzien een (iets) ander licht op het vermaledijde, door Marcus Bakker en Paul de Groot geschreven rapport ‘De CPN in de oorlog’ (bijgenaamd het Rode boekje), waarin Gerben Wagenaar en andere ‘scheurmakers’ werden weggezet als ‘agenten van het imperialisme’.
Interessant verhaal een verzetsman die met zijn poten in de klei stond voor een vrij Nederland.
Piet was ook nog een tijd voorzitter van de WOV en beëindigde eens een repeterende briefwisseling met een huurder met: "De WOV is een woningbouwvereniging en geen correspondentieclub."
Piet kon het altijd mooi verwoorden. Mij zal altijd zijn kenmerkende uitspraak van het woord etcetera bijblijven: exe tera, exe tera. Gespeeld of niet? Wij zullen het nooit weten...