Nadat in 2004 de VVD en Geert Wilders vechtend gescheiden waren, vertikte de bleekblonde Limburger het zijn zetel op te geven. Hij ging in zijn uppie door en noemde zichzelf ‘Groep Wilders.’ In 2006, 10 jaar geleden, registreerde hij de Partij voor de Vrijheid.
Tot nu toe weinig Zaans onder de zon. Maar nu komt het… er is ook niks nieuws onder de zon:
De Zaanstreek had 70 jaar geleden al een Partij van de Vrijheid!
Het ging om een liberale partij die, net na de oorlog, vond dat onze vrijheid gewaarborgd moest worden:
“Er dreigt wel degelijk gevaar: de Vrijheid moet worden verdedigd en daarvoor appelleert onze Partij aan het vrijheidsgevoel, dat iederen Nederlander in het bloed zit.”
In tegenstelling tot de vrijheidminnende partij van Geert, accepteerde deze partij wel leden. Daarbij benadrukten ze dat vrijheid verplicht: wij zijn verantwoordelijk voor den naaste.
“De vrijheid is van hoogen adel. De verplichtingen, die zij ons oplegt, zijn bijzonder zwaar. Zij zijn velerlei. Hier willen wij er den nadruk op leggen, dat de vrijheid ons verplichtingen oplegt ten opzichte van den ander, van den medemensch. Niets is de vrijheid meer onwaardig dan het: „Ieder voor zich en God voor ons allen”.”
Er is nog een tegenstrijdigheid met de huidige partij: waar Geert de VVD verliet, werd de voorganger in 1948 juist onderdeel van de VVD.
Hieronder het verkiezingsvlugschrift zoals Geke van de Kamp van het Gemeentearchief het opduikelde:
De tekst:
Vrijheid en Sociale gerechtigheid.
De sporen, die de bezetter heeft achtergelaten, bestaan niet alleen uit opgeblazen bruggen, gesloopte badplaatsen en door inundatie bedorven land. Ook in onze geest zijn sporen achter gebleven van de voortdurende propaganda voor een alles overheerschende Staat. Heel velen zijn daardoor gewend geraakt aan de gedachte van een oppermachtige Staat en onderkennen thans niet, dat onze pas herwonnen vrijheid opnieuw in gevaar verkeert.
Uitlatingen van onze Ministers (Minister L-ieftinck: de tijd is voorbij dat ieder zijn inkomen naar eigen inzicht mag besteden; ‘van Prof. Locreman, die dreigde met inperking van de persvrijheid toen ,,Trouw” zijn beleid inzake Indië fel critiseerde en van Minister Vos, dat de Wet op de Bedrijf- schappen er toch zou komen al was er nog zooveel gemoti- veerde critiek) bewijzen dat.
De geest van dwang die hieruit spreekt, dient niet te worden onderschat of te worden weggeredeneerd met een „zoo’n vaart zal het niet loopen”. Er dreigt wel degelijk gevaar: de Vrijheid moet worden verdedigd en daarvoor appelleert onze Partij aan het vrijheidsgevoel, dat iederen Nederlander in het bloed zit.
De Partij van de Vrijheid vecht voor de Vrijheid en wij hebben de vaste overtuiging dat wij haar zullen behouden. Maar . . . wat doenwij dan met die vrijheid?
„Adel legt verplichtingen op”, zegt een Fransch spreekwoord. De vrijheid is van hoogen adel. De verplichtingen, die zij ons oplegt, zijn bijzonder zwaar. Zij zijn velerlei. Hier willen wij er den nadruk op leggen, dat de vrijheid ons verplichtingen oplegt ten opzichte van den ander, van den medemensch. Niets is de vrijheid meer onwaardig dan het: „Ieder voor zich en God voor ons allen”. Wij zijn verantwoordelijk voor den naaste.
De Partij van de Vrijheid geeft in haar beknopt program op meer dan één plaats duidelijk uiting aan den wensch zich te laten leiden door de Christelijke geest. Zij erkent den Christe- lijken grondslag van onze samenleving; zij wil de zedelijke normen van het Christendom doen gelden in het onderwijs; zij wenscht ook den Bijbel op de openbare school. Het is die geest die ons ook behoort te leiden in onze verhouding
tot den ander, dus in het sociale leven. Dit is de sociale ge! rechtigheid, dat wij tot den medemensch, tot den hooger- én tot den’ lager geplaatste, staan in de juiste verhouding, in de verhouding van verantwoordelijkheid. Dát is de sociale ge- rechtigheid, dat in onze houding tegenover den medemensch iets is van den geest van Christus, die immers zegt, dat Hij is gekomen, niet om gediend te wiSrden, maar om te dienen.
Het is de vaste wil van de Partij van de Vrijheid, ernst te maken met deze houding.
Wat beteekent dit in het politieke leven, dus voor het beleid van de Overheid?
Haar taak is niet, gelijk onze tegenstanders willen, het sociale en economische leven, héél het leven, té beheerschen. Haar taak is: corrigeeren, aanvullen, helpen, richting geven.. Haar taak is niet, de verdeelin g van het maatschappelijk inkomen voor te schrijven. Partijen mogen dat zelf doen in georganiseerd overleg. Zij kunnen het -ook : de Stichting van de Arbeid bewijst het. De Overheid bevordere dit overleg. Zij corrigecre, waar de vrije mensch misbruik maakt van zijn positie jegens den lager geplaatste, zij bevordere de sociale zekerheid van allen, die economiskh niet voldoende sterk staan. Wij kunnen kwalijk beter doen .dan hier te herhalen wat het beknopte program van de Partij van de Vrijheid op dit punt zegt.
Zij wil:
Sociale gerechtigheid in het bedrijfsleven te betrachten door samenwerking van werkgevers en werknemers.
De Staat bevordere, dat de inrichting van de maatschappij zoodanig zij, dat een ieder daarin werk kan vinden tegen een loon, dat den werknemer veroorlooft in het onderhoud van zich en zijn gezin te voorzien en hem tevens in staat stelt ’te sparen.
Gestreefd worde naar uitbreiding van het privaatbezit over de massa van het volk, mede door deelneming in de winst van de onderneming. Krachtige maatregelen ter voorkoming en bestrijding van werkloosheid. Vernieuwde regeling van de sociale verzekeringen, ook tegen werkloosheid, op te bouwen met medewerking van de verzekerden.
Verbetering van de ouderdorns- en invaliditeitsvoorziening. en opneming van kleine zelfstandigen in de sociale verzekeringen. Wettelijke erkenning van hé-t recht op wachtgeld bij ontslag. Krachtige bevordering van den woningbouw, mede ter opheffing yan onhoudbare samenwoning.
De Partij van de Vrijheid strijdt voor de Vrijheid. Zij aan- vaardt .de hooge verantwoordelijkheid, welke die vrijheid oplegt. Dáárom strijdt zij voor Sociale Gerechtigheid.
Lees hier meer over de partij.