De weerstand tegen vuurwerk lijkt evenredig met de knallen toe te nemen. Mensen klagen over angstige honden, katten en bejaarden.
De Orkaan vroeg vandaag in Oostzaan de expert bij uitstek om zijn mening: Hilbert Jeulink (1931). Hij is niet alleen bejaard, maar zijn hele leven heeft in het teken van vuur gestaan.
Jeulink was vanaf zijn 21e onderdeel van de professionele brandweer Amsterdam. Hij begon onderaan de ladder en schopte het aan eind van zijn lange carrière tot hoofdbrandmeester.
Als brandmeester was hij onder andere betrokken bij het blussen van de verschrikkelijke hel in hotel Polen. Andere Tijden van de VPRO maakte er een documentaire over. Een brand die in zijn geheugen gegrift staat. ‘Wat vuur kan doen…’
Jeulink heeft in zijn leven zelf ook vuurwerk afgestoken. ‘Begrijp me goed, ik ben niet tegen vuurwerk.’ maar de schade die het aanricht vindt hij buiten verhouding. ‘Sommige pijltjes die mensen kindervuurwerk noemen, richten serieuze schade aan kinderoogjes aan.’ De traditie van het vuurwerk afsteken hoeft van hem niet te verdwijnen: ‘Vuurwerk hoort bij de jaarwisseling, maar doe het gecontroleerd, op een centraal punt waardoor, iedereen die het wil, ervan kan genieten.’