Aan het eind van de Kalverringdijk (Zaanse Schans) verrijst de nieuwbouwwijk Zaanse Oever.
Maar voordat het zover is, wordt eerst archeologisch onderzoek gedaan naar de resten van pelmolen De Jonge Prinses.
De Jonge Prinses heeft daar van 1670 tot 1937 gestaan. Met een vlucht (afstand tussen de uiteinden van de molenwieken) van 27 meter was het de grootste pelmolen in de Zaanstreek. De molen was 136 jaar in bezit van de familie Vis.
Tot 1888 was De Jonge Prinses in bedrijf. In 1934 werd de molen onttakeld, en in de zomer van 1937 werd de romp gesloopt. De molenschuur verbrandde in 1969. Hier stonden meerdere molens, o.a. De Prinses en De Prins (buitendijks).
De opgravingen worden gedaan door archeologenbureau IDDS. OtterDVD maakte een filmpje van de graafwerkzaamheden. Onder de video gaat het verhaal verder.
In het tweede kwartaal van 2019 (nu dus) gaat de verkoop van start. De Zaanse Oever omvat 19 woningen.
Nog niet zo lang geleden ben ik erachter gekomen dat ik een achterkleinzoon ben van molenaar Hendrik Schoute, welke ook verhalen heeft opgeschreven over het leven op deze molen. Het boekje heet "Herinneringen van een hutjongen". Toeval is dat ik ook een (vrijwillige) molenaar ben op molen de Speelman in Overschie. Vorige week langs gefietst om de plek te bekijken en gesproken met een buurtbewoner, was leuk om de historie te proeven op deze plek.
Met een naam als Mulder zit het molenaarsvak waarschijnlijk al langer in de familie!
De molen ( de Jonge Prinses) is in 1910 gekocht door D.Wakker en zn. Zij hebben zaagsel vermalen voor de LUM (Forbo)
Het verhaal van de Jonge Prinses klopt niet helemaal, de molen is jonger en er hebben in 3 molens met de naam (Jonge) Prinses gestaan.
De eerste molen heette de Prinses en de windbrief werd op 1 februari 1686 uitgereikt aan Maarten Cornelisz. Kop.
De molen hield stand tot 1794 en werd in dat jaar gesloopt.
Aan het eind van de 18e eeuw was er een crisis in de pellerij waardoor er een aantal molens werden gesloopt.
In 1817 werd er een nieuwe pelmolen gebouwd en deze molen kreeg de naam De Jonge Prinses kreeg.
De molen werd door brand verwoest op 28 oktober 1868.
Eigenaar R.Laan besloot geen nieuwe molen te bouwen maar kocht van Jan Vis pelmolen De Pehnix die in 1751 was gebouwd en stond diep in het Oostzijderveld aan en ten noorden van de Noordervaldeursloot ten westen en op enige afsland van de Watering ( ten oosten van de Coentunnelweg in het verlengde van de Fluitekruidweg thv de Jagerspas)
Tot ongeveer 1863 pelde de molen voornamelijk gerst maar vanaf dat jaar ging men langzaam over tot het pellen van rijst.
De molen bleef tot 1907 pellen. Na dat jaar ging men andere producten verwerken.
Tot 1928 bleef de molen op windkracht werken, de laaste jaren werd het gaande werk aangedreven door een motor.
(bron molendatabase)