Bijna 30 procent (28,8%) van de huurders in Oostzaan is ‘sociale scheefhuurder’, wat wil zeggen dat ze een inkomen van € 38.690 of meer hebben maar minder dan € 699,48 per maand (de liberalisatiegrens) betalen aan huur voor een sociale huurwoning.
Met zo’n inkomen zouden ze nu niet meer in aanmerking komen voor een sociale huurwoning.
Oostzaan vormt samen met Vlieland (30,3%) en Molenwaard (26,7%) de top drie van gemeentes met de meeste ‘sociale’ scheefwoners in Nederland.
In Zaanstad is het percentage ‘sociale’ scheefwoners 16,5 en in Wormerland 19,7. In Nederland is het gemiddelde 13,8%. De gegevens dateren van 2014.
‘Dure’ scheefwoners
Deze groep scheefwoners heten ook wel ‘goedkope’ scheefwoners omdat ze een goedkope sociale woningbouw-woning huren. Daarnaast zijn er ‘dure’ scheefwoners die in de vrije sector huren.
In Oostzaan gaat het in dat geval om 5,6% (14,6% is Nederlands gemiddelde), in Zaanstad om 13% en in Wormerland om 5,3%.
Corporaties
In Oostzaan is 36% van de woningen een huurwoning, 28% zit bij wooncorporaties. In Zaanstad bestaat 42% van de woonvoorraad uit huurwoningen (39% bij wooncorporaties), in Wormerland is 40% huur (31% bij corporaties).
De gegevens zijn afkomstig van de Lokale Monitor Huren die te vinden is op de website Waarstaatjegemeente.
Foto van Google Streetview (we weten niet waar de scheefwoners wonen, dit is een willekeurige straat in Oostzaan).