De gemeente Oostzaan is door de rechtbank teruggefloten bij de aanpak van het sluipverkeer in het dorp. Om dat tegen te gaan zijn de ‘ingangen’ van het dorp bij de Kerkstraat en De Haal afgesloten voor doorgaand verkeer tijdens de spits. Oostzaners kunnen een ontheffing kopen.

Ongeveer 20 keer per dag rijdt er iemand zonder ontheffing toch door. Die krijgt een bekeuring van € 100 wat ruim € 700.000 euro per jaar oplevert. Dat geld ging eerst naar het Rijk omdat verkeersovertredingen worden afgerekend met het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB).

In 2023 dacht Oostzaan een geitenpaadje te vinden om de boetes zelf te incasseren. Het zat de gemeente niet lekker dat de opbrengsten naar het Rijk gingen terwijl kosten (€ 195.000 euro) door Oostzaan moeten worden opgehoest. De ‘list’ was om niet langer een verkeersovertreding te laten beboeten maar het negeren van het inrijverbod als ‘overlast’ in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) op te nemen. Dan zouden de opbrengsten naar de gemeente gaan.

Positieve adviezen

Het plan was juridisch wankel. Niet alleen was Oostzaan de eerste (en tot dusver de enige) gemeente die dit probeerde, maar bij de discussie in de raad bleek dat het voorstel veel zwakke plekken vertoonde (maar toch ging die raad later unaniem akkoord). Volgens burgemeester Marvin Polak lag er een positief advies van de Officier van Justitie en waren er daarnaast ook zowel interne als externe juridische adviezen die het voorstel zouden ondersteunen. Die adviezen zijn nooit met de raad gedeeld en op de vraag van De Orkaan of wij ze mochten zien heeft Oostzaan nooit geantwoord.

De rechter maakte eind juni al korte metten met de ‘oplossing’ van Oostzaan. Drie mensen maakten via Bezwaartegenverkeersboetes.nl succesvol bezwaar tegen de opgelegde boetes. Het negeren van een inrijverbod was gewoon een verkeersovertreding en dat moet met de Wegenverkeerswet geregeld worden en niet via de APV. Bovendien gaf Oostzaan de ‘bestuurlijke boete’ aan de kentekenhouder terwijl die naar de bestuurder zou moeten gaan – die beging namelijk de overtreding.

Geen beroep

Uit het vonnis was al af te leiden dat de kansen van Oostzaan om de rechter tot andere gedachten te brengen nihil waren. Beroep tegen die uitspraak was niet mogelijk, maar de kantonrechter streek met de hand over het hart en gaf Oostzaan vier weken de tijd om een reactie te geven zodat het ‘voorlopige’ wellicht nog aangepast zou kunnen worden.

Dat gebeurde niet – zoals verwacht – en de definitieve uitspraak was dus – zoals verwacht – identiek aan de eerste uitspraak.

De enige die dat niet verwachtte was de gemeente Oostzaan. Op de vraag van woensdag 21 augustus van De Orkaan laat Oostzaan via een woordvoerder weten:

“De gemeente heeft de uitspraak vanmiddag ontvangen. Wij gaan de uitspraak bestuderen en komen later met meer informatie over wat dit betekent voor de situatie en de eerder opgelegde boetes. Ons uitgangspunt blijft dat de gemeente de overlast van sluipverkeer door het dorp voor onze inwoners zoveel mogelijk wil bestrijden.”

Vragen, vragen, vragen…

Later werd dit antwoord ook als persbericht verspreid. Bijzonder is dat B&W kennelijk acht weken sinds de eerste uitspraak niks concreets heeft gedaan of bedacht. De vragen zijn legio: worden de borden weggehaald (de regeling is immers door de rechter afgeschoten), wordt de verordening ingetrokken (idem), blijft de gemeente boetes uitschrijven, krijgen de mensen die beboet zijn volgens het onterechte systeem hun geld terug, hoe wil Oostzaan het sluipverkeer nu tegengaan, wat is de schade voor de gemeente…

Vragen die iedereen – bijna iedereen dan – acht weken geleden al had zien aankomen, maar in Oostzaan gaan ze het nu ‘bestuderen’.

UPDATE: Oostzaan laat het ‘onderbord’ met de APV-verwijzing weghalen.

Door Piet Bakker. Bronnen: eerder nieuws op De Orkaan en communicatie met de gemeente.