De gemeente Oostzaan staat er financieel beroerd voor. De schuld is 106 procent van de jaarlijkse inkomsten. Van alle bezittingen en geld is minder dan 10 procent van de gemeente zelf, de rest is geleend.
De belastingen in Oostzaan liggen ruim 32 procent boven het landelijk gemiddelde. Het is dus fors hoger dan in de rest van het land.
Volgens onderzoek van KRO/NCRV’s Pointer op basis van cijfers van accountantskantoor BDO neemt Oostzaan daarmee de 124e positie in van de 127 gemeenten met minder dan 25.000 inwoners (er zijn dus drie gemeenten die er nog slechter voor staan). Het rapportcijfer is een 6.
De schuld moet niet meer worden, “want hoe hoger de schuld, hoe lastiger het wordt om het af te lossen. Vanaf 130% wordt het als een risico gezien.”
Risicovol
Die 9,6 procent eigen bezit is ‘risicovol’ volgens Pointer omdat de kans groot is dat de gemeente tegenvallers niet kan opvangen: “als minder dan 50% van de gemeente zelf is komt zij in de gevarenzone, bij minder dan 20% is het echt risicovol.”
Door de hoge belastingdruk kan de gemeente volgens Pointer daar bij financiële tegenslagen geen extra geld vandaan halen.
Het exploitatierisico door investeringen in grond is in Oostzaan overigens nihil. En “de vaste inkomsten zijn 0,1% hoger dan de vaste lasten, dus de gemeente heeft genoeg geld om de vaste lasten te betalen.”
Over de tekorten van Oostzaan vallen prachtige borreltafelverhalen te vertellen. Ik zal dat niet doen maar in de vijftig jaar dat ik actief en daana passief de gemeentepolitiek in het algemeen en het financiele aspect in het bijzonder volg is het nooit anders geweest. Zeker in de jaren tachtig waren de begrote tekorten immens maar de rekening sloot altijd. En daar gaat het toch om, uiteindelijk…..
Bijzonder het item over de belastingen :in vergelijking met de omliggende gemeenten is Oostzaan een middenklasser