Openbare Basisschool De Dorpsakker in Assendelft is ‘zeer zwak’ volgens de Onderwijsinspectie. De resultaten zijn “voor het derde jaar op rij onder de norm” en de school doet te weinig om de resultaten te verbeteren.
Het bestuur van Zaan Primair is het niet eens met het oordeel. Ze geven toe dat de resultaten onvoldoende zijn, maar “voor het oordeel ‘zeer zwak’ had de inspectie ernstige tekortkomingen moeten aantonen en dat is niet gebeurd.”
Slechts 21 Nederlandse basisscholen hebben in juli 2020 het predicaat ‘zeer zwak’ gekregen van de Onderwijsinspectie. Het oordeel is te danken aan de slechte resultaten en de gebrekkige analyse van de problemen door de school:
“Uit het onderzoek is echter gebleken dat er naast tegenvallende resultaten ook in het onderwijsproces ernstige tekortkomingen zijn. De gegevens over de ontwikkeling van de leerlingen en stagnaties in hun leerproces worden onvoldoende scherp geanalyseerd. Hierdoor is niet duidelijk genoeg waaraan gewerkt moet worden en is het handelen in de klas onvoldoende afgestemd op de leerbehoefte van de leerlingen.
Het systeem dat door de school is ingericht om de kwaliteit van het onderwijs te evalueren en bewaken is onvoldoende effectief gebleken om bloot te leggen dat er tekortkomingen zijn in het onderwijsproces. Er is aan veel onderwerpen gewerkt de afgelopen jaren, maar dit heeft nog onvoldoende effect gehad op de opbrengsten van het onderwijs. Hoewel de school in ontwikkeling is en verbeteringen laat zien ten opzichte van voorgaande jaren, is het nog niet gelukt aan de minimale kwaliteitseisen te voldoen.”
De Inspectie vindt dat het bestuur “de achterblijvende resultaten moet verklaren. Op basis hiervan moet het bestuur het onderwijs aanpassen aan de leerbehoeften.”
Verscherpt toezicht
De Inspectie deelt ook complimenten uit: “het is positief dat de school extra inzet op woordenschatonderwijs” en vindt dat de school een ‘veilig klimaat’ heeft.
In november 2020 moet de beoordeling voor De Dorpsakker ‘minimaal Onvoldoende’ zijn volgens de Inspectie. “De school blijft onder verscherpt toezicht tot de kwaliteit weer voldoende is”.
Zaan Primair is van mening dat de inspectie ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat OBS de Dorpsakker een zeer zwakke school is:
“Zaan Primair erkent dat de onderwijsopbrengsten zich ten tijde van het inspectie-onderzoek voor het derde jaar op rij onder de gestelde norm bevonden en het stelsel voor de kwaliteitszorg van de school zou verbeterd kunnen worden. Maar dat rechtvaardigt niet het eindoordeel ‘zeer zwak’ en de constatering dat in het onderwijsproces sprake is van ernstige tekortkomingen.”
Pesten
De inspectie vindt ook dat er één ‘pest-coördinator’ moet zijn, volgens Zaan Primair: “daarvoor zijn er juist meerdere interne contactpersonen.” En “dit terwijl personeel en leerlingen zich op deze school juist veilig voelen.”
Sommige oordelen zouden gebaseerd zijn op de observatie van één docent:
“De stelling dat het didactisch handelen van de hele school moet verbeteren is volgens Zaan Primair te herleiden tot de beoordeling van slechts één startende docent die bovendien een inhoudelijk goede les verzorgde.”
Kortom: “Het onderzoek van de inspectie bestond uit niet meer dan een slecht voorbereid bezoek, zoals de inspectie ook toegeeft.”
Volgens Zaan Primair was ‘onvoldoende’ wegens de slechte resultaten en tekortschietend toezicht meer z’n plaats geweest.
Wethouder Groothuismink van Zaanstad schrijft in een reactie:
“Het college van Bestuur van Zaan Primair laat in een reactie weten dat dit zowel voor de directie als het bestuur kwam als onverwacht nieuws. De school ontwikkelt zich goed en heeft veel aandacht voor kwetsbare kinderen. Kinderen die een grote behoefte hebben aan structuur, veiligheid en rust, worden regelmatig verwezen naar deze school.
Daarnaast geven de interne audit, de tevredenheidsonderzoeken van de ouders, leerlingen en medewerkers aan dat de school een prima ontwikkeling doormaakt. Dit alles neemt niet weg, dat het bestuur kritisch naar de kwaliteit van de school zal blijven kijken en werkt aan een scherpe analyse om te komen tot plan wat leidt tot duurzame verbeteringen in de school.”