De komende zes weken worden spannend voor Olam. Half maart doet de bestuursrechter in Haarlem pas uitspraak in vijf zaken rondom milieu- en natuurvergunningen van de Koogse cacao-verwerker (tegenwoordig: ofi).

Omwonenden vinden dat Olam te veel tijd krijgt om de ammoniak-uitstoot terug te dringen. Olam zelf wil juist nog meer tijd. En de milieuactivisten van Mobilisation for the Environment (MOB) bestrijden de gang van zaken rond de natuurvergunning van Olam.

De Meervoudige Kamer Bestuursrecht besteedde gister vrijwel de hele dag aan Olam-zaken. De Orkaan belde met Anna de Groot, SP-raadslid in Zaanstad, die de zittingen bijwoonde.

De eerste zaak was gericht tegen de gemeente Zaanstad die een milieuvergunning aan Olam had verstrekt. Volgens omwonenden zijn de voorwaarden daarin veel te soepel. Anna de Groot: “ze wonen daar in de buurt en maken zich grote zorgen, ze vinden dat Olam veel te veel tijd krijgt om de ammoniak-uitstoot terug te dringen.”

Gaswasser

Olam is het zelf ook niet eens met de voorwaarden, maar om andere redenen. Het bedrijf wil juist meer tijd om de uitstoot te verminderen door het gebruik van een zogenaamde ‘gaswasser’. Anna de Groot: “Ook wil Olam niet continu metingen uitvoeren en geen jaarlijkse rapportage maken over de uitstoot.”

Mobilisation for the Environment, de club van Johan Vollenbroek, vocht beslissingen van de gemeente Zaanstad en de Provincie Noord-Holland (Omgevingsdienst Noord-Holland-Noord) aan. Ten eerste vinden ze dat essentiële stukken niet door Olam zijn aangeleverd. Van vier schadelijke stoffen is niet vast te stellen hoeveel er uitgestoten wordt omdat Olam die gegevens niet openbaar wil maken vanwege concurrentie-overwegingen. De aanvraag is daardoor onvolledig en eigenlijk niet te beoordelen.

‘Positieve weigering’

De meest interessante zaak is volgens Anna de Groot de kwestie van ‘positieve weigering’ bij de natuurvergunning. Dat houdt in dat Olam die vergunning niet nodig heeft omdat er geen toename van uitstoot is ten opzichte van een eerdere ‘referentiesituatie’. En het draait daarbij om die ‘referentiesituatie’. Olam stelt dat ze in 1994 een ‘revisie-vergunning’ heeft gekregen en dat op basis van de gegevens uit die vergunning berekend kan worden dat de huidige uitstoot lager is dan wat ze op basis van de vergunning uit 1994 uit hadden kunnen stoten. Anna de Groot: “er is alleen maar een revisie-vergunning, de originele vergunning is onvindbaar. Maar de belangrijkste vraag was of het juist was die revisie uit 1994 te gebruiken als referentie. Mag dat wel?”

Als de uitspraak ongunstig uitpakt voor Olam zal het bedrijf wel een natuurvergunning moeten aanvragen. En of ze die krijgt is nog maar de vraag. Maar ook een negatieve uitspraak voor één van de partijen betekent nog niet het eind van de procedures. Iedereen kan daarna naar de Raad van State stappen.

Foto Rechtbak Haarlem: Remi Kerkhoven / De Orkaan – lees hier ons Olam-dossier