Wethouder Wessel Breunesse is blij met de nieuwe vergunning voor Olam Cocoa in Koog aan de Zaan: “De uiteindelijke vergunning is strenger dan de ontwerpvergunning.”
Maar hoe streng is die vergunning nu eigenlijk?
Korte voorgeschiedenis: Olam – een van de grootste ammoniak-uitstoters van Nederland – stelt in een vergunningsaanvraag dat ze recht heeft op de uitstoot van ruim 500 ton ammoniak per jaar maar bereid is terug te gaan naar 80 ton. In de afgelopen jaren stootte Olam 57 ton in 2018 en 80 ton in 2019 uit.
Vandaag publiceerde de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied de nieuwe vergunning:
“de ontwerpvergunning is naar aanleiding van ingediende zienswijzen heroverwogen en dit heeft tot een aangescherpte vergunning geleid. Met de definitieve vergunning zorgt de OD NZKG ervoor dat de uitstoot van ammoniak van Olam fors omlaag gaat.”
‘Minder uitstoot’
Olam moet binnen drie jaar “voldoen aan de landelijke emissiegrenswaarden voor ammoniak en vluchtige organische stoffen (VOS) voor het héle productieproces.” Algemeen directeur van de OD NZKG, Loes de Maat, laat op de website aantekenen:
“Olam is een van de grootste uitstoters van ammoniak in Nederland. Het past om het bedrijf te verplichten alle ongereinigde afgassen te saneren, zodat de uitstoot van ammoniak fors zal verminderen. Met deze aangescherpte vergunning zetten we een belangrijke stap in het beschermen van het milieu en het verbeteren van de leefomgeving voor de omwonenden van de cacaofabriek.”
En wethouder Breunesse is dus ook blij:
“Met deze vergunning zetten we een goede stap op weg naar minder uitstoot, minder natuurschade en een schonere omgeving voor onze inwoners. Nu deze strengere maatregelen door de Omgevingsdienst in de vergunning worden opgelegd, gaan wij daar als gemeente in mee.”
Ongereinigd afgassen
Op de website van de Omgevingsdienst staan 58 documenten die met de vergunning te maken hebben, maar de vergunning zelf staat daar (volgens ons) niet bij. Ook kunnen we nergens vinden hoeveel ammoniak Olam nu mag gaan uitstoten.
UPDATE: hij staat er wel bij, het is het vijfde document, en heet ‘Definitief besluit revisievergunning Olam’ (aangevraagd 4 juni 2015, verleend 24 maart 2021 – 101 pagina’s).
Een deel van het productieproces van Olam voldoet op dit moment aan de emissie-grenswaarde voor ammoniak. Bij een ander deel van het productieproces wordt per half april 2021 een naverbrander met denox installatie geplaatst waardoor de ammoniakuitstoot “aanzienlijk wordt teruggebracht”. Maar er is ook een deel van het productieproces waarin de afgassen nog niet worden gereinigd. Er zijn echter volgens Zaastad wel “juridische mogelijkheden om de vergunning aan te scherpen waardoor ongereinigde afgassen niet meer worden toegestaan.”
En dat laatst is dus gebeurd. Olam moet ook het deel waar de “afgassen nog niet worden gereinigd” aanpassen. Aanvankelijk hoefde dat niet omdat het duur zou zijn, maar in de nieuwe vergunning is het wel verplicht gesteld. Dat is dus de ‘strengere’ vergunning.
Natuurvergunning
Olam heeft geen natuurvergunning nodig, daar ging men aanvankelijk wel vanuit maar door een andere zaak bij de Raad van State is dat proces gestaakt:
“Bij Olam is sprake van een afname van de stikstofdepositie t.o.v. de referentiesituatie. Olam heeft dus geen natuurvergunning nodig.”
Die ‘referentiesituatie’ is de 500 ton waar Olam recht op zegt te hebben. Vooralsnog is duister waar die hoeveelheid vandaan komt. Olam heeft een belangrijk deel van de informatie over de productie geheim weten te houden.
30 gram? 80 ton?
Annemieke Bots van de Omgevingsdienst zegt tegenover De Orkaan dat “de emissienorm voor ammoniak uit het Activiteitenbesluit waar Olam aan moet voldoen 30 mg/Nm3 is.” Maar hoe verhoudt zich dat getal zich tot de 57, 80 of 500 ton per jaar? Dat moet vastgesteld worden op basis van een rekenformule: de emissie (mg/Nm3) x rookgassen (m3/uur) x bedrijfsuren. Die eenheden zijn onbekend, dus dat brengt ons nauwelijks verder. Maar als ook de ongereinigde afgassen van het eerste (BMW) en tweede (BMO) productiegebouw voldoen aan de norm van 30 mg/Nm3 (de strengere vergunning) zou de uitstoot omlaag kunnen.
Bij de ontwerpvergunning werd gesteld dat er “maximaal 60.000 kg stikstofdioxide per jaar en 80.000 kg ammoniak per jaar toegestaan” werd toegestaan. Het plaatsen van de naverbrander “leidt tot een forse verlaging van de maximale jaarvracht ammoniak.” Dat zou om 80 procent minder gaan. En Olam is verplicht binnen drie jaar die extra naverbrander te plaatsen.
Er is wel meer uitstoot van stikstofdioxide, dat komt omdat ammoniak in naverbrander wordt omgezet in stikstofdioxiden, maar “de emissie van stikstofdioxiden wordt vervolgens beperkt door de gassen door een DeNOx-installatie te leiden. Desondanks is toch sprake van een verhoging van de maximaal toegestane emissie NOx.” De maximale emissie van fijnstof neemt door de realisatie van de biomassacentrale licht toe.
Ook AAK in Zaandijk draait op een revisievergunning van 2006. In 2017 heeft het bedrijf een aanvraag gedaan voor een nieuwe revisievergunning. Die is nog niet verleend.
Tja een ding is zeker: Zie Tata, Olam, Biomassacentrale en AEB. Het is grondig mis met kwaliteit van vergunningverlening en handhaving in Noord-Holland.