Amsterdam aan de Amstel. Het klinkt logisch en het is ook waar. Maar Amsterdam ontstond niet aan de Amstel. Het oer-Amsterdam ontstond aan de noordkant, vlak naast Oostzaan en Zaandam, aan de Die.
Die ontstaansgeschiedenis van Amsterdam (een “hypothese”) beschrijft Bas Kok in zijn boek Oerknal aan het IJ.
Amsterdam-Noord, het gebied aan de overkant van het IJ was vele eeuwen het lelijke eendje van de stad. De plek van het beruchte galgenveld, waar later de scheepswerven en fabrieken kwamen. Na een bewogen geschiedenis is het stadsdeel, waar onder meer filmmuseum EYE zich heeft gevestigd, de laatste jaren plotseling ‘booming’.
Deze nieuwe hippe buur van de Zaanstreek komt steeds dichterbij. In Noord wordt veel gebouwd, er komt eem metro, misschien een brug over het IJ en in ieder geval een fietsroute langs de Noorder-IJplas naar de Zaanstreek.
Ik voorzie namelijk dat Zaanstad en Amsterdam steeds meer zullen integreren met elkaar. Uiteindelijk kan het – vanwege vergaande samenwerking en bruggen – inderdaad wel eens Amsterdam Noord-West worden. Tenslotte ligt Zaandam dichterbij het centrum van Amsterdam dan Zuidoost!
Donderdag 11 februari ontvangt burgemeester Van der Laan van Amsterdam uit handen van schrijver Bas Kok het boek Oerknal aan het IJ.
De naam Zaan is een oud, middeleeuws woord voor "snel". Het wordt (tussen allerlei verzinsels die echt nèrgens op slaan, maar die wel opgevoerd worden als "verklaring" van de naam van deze van oorsprong getijdenkreek) even aangestipt in het boek "De Saanlantse Arcadia", 1658, van Hendrick Soeteboom, op bladzijde 266: "Het is goet, sprak Russelania, wy sullen dan voorts voor 't eten sorgen, soo saan als gy uwe redenen vande Zaan voleindigt hebt." Hierna wordt dit woord verklaard als snel, "eenige haast, veerdicheidt ofte diergelijke". Toen in het begin van de middeleeuwen alles in het westen van Nederland nog met alles in open verbinding met elkaar èn met zee stond, ontstonden in dat kweldergebied allerlei getijdenkreken, zoals Rotte, Amstel en Zaan. En als het op- of afgaand getij was, gaf dat puur zo'n stroming, waardoor de kreken kronkelen gingen. En één van de kreken ging dus heten náár die snelheid, waarmee het water in- en uitstroomde, elke zes uur weer.
En datzelfde gold voor de Seine, de Saône, de Saar, de Zenne en de Shannon? Die hebben allemaal een Nederlandse naam?
Saen, spoedig/weldra/snel. Afkomstig vanuit de oud-Frisii taal. Nederlands bestond toen nog niet in de vorm die wij de laatste eeuwen kennen. Onze taal was toen een mengeling, het huidige Frysk lijkt daar nog het meeste op. Dat is ook één van de redenen waarom het Frysk nog steeds onze tweede erkende taal is. Soeteboom zat er niet naast. Frits ook niet.
Zaandijk aan de Zaan. Het klinkt logisch en het is ook waar. Maar Zaandijk begon niet aan de Zaan. Het oer-Zaandijk begon aan de achterkade van de ontginning, in Westzaan.
Westzaan aan de Zaan. Het klinkt logisch, ook al is het niet waar. Maar Westzaan begon niet in Westzaan. Het oer-Westzaan lag bij Assendelft.
Assendelft aan de Zaan. Het klinkt onlogisch en het klopt ook niet. Maar het oer-Assendelft lag waarschijnlijk ergens rond Velsen.
Velsen aan de Zaan. Waar hebben we het over. Waarschijnlijk ooit bevolkt door Midden-Europese Kelten. Die ook de naam Zaan verzonnen.
Dat dan weer wel.