De Nishi dojo in Zaandam voor traditioneel karate is misschien klein, het doel van de vereniging die ‘al dertig jaar in oprichting is’ is groot. Namelijk leden zowel fysiek als mentaal weerbaar maken. Daarom zijn elke donderdagavond om 19.00 uur ouders en kinderen welkom om kennis te maken met de sport karate.

We bezochten het sportlokaal aan de Noorderven in Zaandam voor een kennismaking met Sensei Jan Schoen. ‘Een DOJO moet een plek zijn waar iedereen in vol vertrouwen kan komen, waar het veilig is. En daarna gaan we slaan.’

Het is even na zeven uur op een donderdagavond. Een groep met kinderen en enkele ouders heeft de warming up erop zitten wanneer er een oefening volgt met armstoten en luide kreten. ‘Dat doen we om onze stem krachtiger te maken, de tegenstander bang te maken en om wakker te blijven’ zegt een klein meisje wanneer leraar Schoen haar naar de reden vraagt.

Na de inleidende oefeningen verlaat de 77-jarige Sensei de les om met De Orkaan te praten. Hij weet dat de sporters in goede handen zijn bij de andere trainers.

‘Als ik eruit stap nemen zij het over. En dat komt nog wel eens voor’

Jan J. Schoen was jarenlang politieman in onze hoofdstad, beoefent de karatesport al ruim veertig jaar en heeft de 5e dan. De stijl van de Nishi dojo is Genwakai, een traditionele vorm van zelfverdediging op Japanse wijze.

‘Genwakai is naar Nederland gekomen doordat een Japanse zakenman hierheen kwam om les te geven bij de politie in Amsterdam. Toen kwam ik daar ook trainen en ik geef nog steeds les aan de politie-dojo. Zelf train ik nog drie keer in de week.’

De Nishi dojo is een non-profit vereniging en al zo’n zevenendertig jaar in oprichting zegt Schoen.

‘De mensen die willen trainen willen geen bestuurslid zijn en de mensen die willen besturen hebben geen karate-mentaliteit. Nu doe ik vrijwel alles. Van voorzitter zijn tot penningmeester en instructeur. En ik ben ook hoofdinstructeur gemaakt voor onze stijl van karate in Nederland. Ik mag overal opdraven om examens af te nemen.’

Er is een verschil tussen sport-karate, dat gedaan wordt bij verenigingen als Hikari, en budo-karate dat bij Nishi wordt gegeven.

‘Het verschil is de manier waarop we ermee omgaan. We blijven aan de Japanse kant, voor zover dat kan. Budo betekent jezelf ontwikkelen met zelfrespect en balans d.m.v. gedisciplineerd trainen. Met daarbij de moraliteit en ethiek in het oog houdend.’

Dat botst wel eens als het verschil tussen de Nederlandse en Japanse samenleving duidelijk wordt.

‘In Japan is, wat in de dojo getraind wordt, ook in de maatschappij aanwezig. Japan is een wij-maatschappij. De leraar is het voorbeeld, je volgt hem en probeert de leraar te evenaren.’

Een voorbeeld:

‘Mijn Japanse leermeester schrok dat hier de leraar niet boven alles staat. Hij spreekt er als leraar ook mensen op aan dat ze hun kinderen niet goed opvoeden. Dat kennen we hier niet. Nederland is een individualistische samenleving. Dat is een knelpunt als je met budo in een westerse samenleving werkt. Individualisme versus groepsgebondenheid.’

Ouders en kinderen krijgen les in de Nishi dojo.

Discipline

Discipline is van groot belang in de Japanse dojo’s.

‘Ik probeer dat ook bij te brengen en denk niet dat dat slecht is. Er zijn tegenwoordig zoveel ongedisciplineerde kinderen. Ze leren hier goed te staan, zich een houding te geven en moeten regelmatig voor de klas een verhaal vertellen. Dat gaat om hoe je staat en wat je uitstraalt. Je bent als karateka enig en uniek. We krijgen veel kinderen hier van onze oud leden want die willen ook allemaal dat hun kinderen dat meekrijgen.’

De dojo heeft geen eigen locatie maar huurt al vele jaren via de gemeente Zaanstad de sporthal van basisschool de Gouw aan de Noorderven in Zaandam. Zo kan het sporten betaalbaar blijven, kinderen betalen € 10 per maand, volwassenen € 20. In totaal zijn er zo’n dertig leden.

‘Dan sta ik hier als leiding met nog een paar zwarte banden en wij betalen dat ook. We willen het zo goedkoop mogelijk maken zodat iedereen kan komen.’

Toch is het hoofddoel dat mensen komen omdat ze karate leuk vinden.

‘Maar stiekem geloven we in meer. We hebben hier ook kinderen met ADHD gehad. Het was een moeite om die stil te laten staan, dat wil je niet weten. Maar we kregen ze stil, ze zijn allemaal gegroeid.’

Actieplan

‘We zijn nu aan het werven en hebben samen met de gemeente een actieplan opgesteld. Ouders kunnen samen met hun kinderen vrijblijvend kennismaken met karate. Dat probeer ik ook wat te promoten op scholen, bij sociale wijkteams en huisartsen.’

Het laten meetrainen van de ouders heeft ook een praktisch effect.

‘Na een paar weken is voor kinderen vaak het nieuwe er wel af. Als ouders ook hebben meegetraind stimuleren ze de kinderen het wel vol te houden. Wanneer die hindernis is genomen blijven de kinderen vaak voor jaren verbonden aan de club.’

Sensei Jan Schoen met wervingsposter van zijn club.

Niet vechten

Vechten is niet het meest belangrijke bij de dojo.

‘Je leert voor jezelf opkomen en krijgt zelfvertrouwen. Vechten is niet belangrijk. Als jij houding geeft en je hebt uitstraling dan wordt je niet benaderd om te vechten. Ik sta er ook niet op te wachten iemand een klap te geven, in mijn werk heb ik al genoeg gevochten.’

En dat sporten je lang soepel houdt, daar is Jan zelf het levende bewijs van.

‘Ik ben nu 77 en heb een kunstheup maar drie jaar geleden stond ik nog op een snowboard. Ik denk dat dat komt omdat ik vijftig jaar met die sport bezig geweest ben. Ik hoop dat anderen dat ook doen, wees lekker bezig en doe iets. Al is het pingpongen.’

Op dinsdagavond en donderdagavond wordt er getraind bij de Nishi dojo. Meer informatie is te vinden op de website van de vereniging.

Door: Edwin Kleiss.