Scholen moeten voor kinderen een veilige en inspirerende omgeving zijn. Als het basisonderwijs zijn werk goed doet dan geven wij de kinderen een basis mee voor een succesvolle start in de maatschappij.
Speciaal voor de toekomstige burgemeester legt Niko Persoon, bestuurder van Zaan Primair en lid van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik, uit wat daaraan wordt gedaan in de praktijk van 35 schoollocaties, 550 docenten en 200 overige medewerkers.
Geachte toekomstige burgemeester,
Er is geen direct, oorzakelijk verband tussen het opleidingsniveau in Zaanstad dat gemiddeld lager ligt dan het landelijke gemiddelde (47 procent havo/vwo-leerlingen) en het feit dat hier veel arbeiders wonen en werken. Maar het heeft wel invloed, omdat mensen die zelf weinig opleiding hebben genoten het niet altijd vanzelfsprekend vinden om het leren bij hun kinderen te stimuleren.
Verplicht huiswerk
Die stimulans is hard nodig. Niet om hoger te scoren met het gemiddelde, maar om de aansluiting met de arbeidsmarkt niet te missen. Kijk maar naar de industrie in de Zaanstreek. Productiebedrijven zijn een procesindustrie geworden, waarvoor je goede gekwalificeerde, gespecialiseerde arbeiders nodig hebt.
Dat stimuleren van de ontwikkeling van een kind begint al voordat ze naar de basisschool gaan. Als ze twee of drie zijn, begint het spelend leren en kun je al veel doen aan de vorming. Het beste uit de capaciteiten van een kind halen, is een taak van de school, maar je moet in overleg met de ouders ook zien te bereiken dat onze inspanningen thuis een vervolg krijgt. Bijvoorbeeld door het lezen te stimuleren en het kind te laten ervaren dat er meer leuke dingen zijn dan voor de televisie zitten of te gamen. Om het maximale uit leerlingen te halen, is het noodzakelijk de verschillende onderwijsvormen goed op elkaar af te stemmen. Vooral in de overgang naar het voortgezet onderwijs. Daar zijn wij nu volop mee bezig, ook als onderdeel van de Onderwijsagenda. Die agenda zou ik graag willen opgeven als verplicht huiswerk voor de nieuwe burgemeester.Zwart-witte vlucht
Wat Poelenburg onlangs navrant zichtbaar heeft gemaakt, speelt zich ook af op en rond de scholen. De tegenstellingen in een diverse samenleving verharden zich ook op de scholen. Waartoe dat kan leiden, hebben we gezien op de islamitische basisschool De Roos. Een school is juist een plek waar een verscheidenheid aan kinderen spelenderwijs met elkaar optrekken. We zijn nu zover dat wij schoolteams moeten opleiden voor het omgaan met dit soort conflicten. Je ziet ook de zwart-witte vlucht toenemen. Steeds meer ouders willen dat hun kinderen naar een ‘witte’ school gaan. Je ziet die tendens nu ook ontstaan en groeien bij gekleurde ouders die maatschappelijk succesvol zijn en daarom hun kinderen op een witte school willen plaatsen.
Scholen kunnen geen ingrijpende maatschappelijke problemen oplossen. Ze zijn in onze visie wel een onderdeel van een wijk en kunnen vanuit die positie bijdragen aan een oplossing. Zij kunnen helpen kinderen uit een achterstandssituatie te halen. Daarom hebben wij ons verbonden aan het Plan Poelenburg. Zo laten we zien dat we menen wat we zeggen.
Wij beschikken gelukkig over leerkrachten – meesters en juffen – en directeuren die bewust hebben gekozen voor een school in een achterstandswijk. En niet voor de zekerheid van een school in een rustige buurt. Leerkrachten met een roeping die gemotiveerd zijn om actief mee te werken aan een ommekeer in een wijk. Je kunt ze beschouwen als hulpverleners, maar dan wel als onderdeel van hun vak van leraar en lerares.1250 gevallen van kindermishandeling
Elk jaar vinden naar schatting in Zaanstad 1250 gevallen van kindermishandeling plaats. Om een indruk te geven van de omvang: dat aantal staat gelijk aan 25 touringcars. Dat is gemiddeld één kind per klas. Geke Faber, de collega die u gaat opvolgen, heeft zich het lot van die kinderen persoonlijk aangetrokken en zich ingezet daar iets aan te doen.
We zullen er niet in slagen om definitief een einde te maken aan kindermishandeling. Wat we wel kunnen doen, is mishandeling in een zo vroeg mogelijk stadium signaleren en ervoor zorgen dat hulpverlenende instanties adequaat in actie komen. Dat kan variëren van begeleiding van kind en ouders tot in het uiterste geval een uithuisplaatsing. Bij mishandeling moet je niet alleen denken aan lichamelijke mishandeling, maar ook aan geestelijk geweld. Het gebeurt bij jou in de buurt. Kinderen die met een vechtscheiding te maken krijgen, zijn feitelijk slachtoffer van kindermishandeling. Daarom is het goed dat er nu wordt gewerkt aan het verkorten van de scheidingsprocedure en een curator, een speciale rechter, die waakt over de belangen van een kind.Veilige plek
Na het gezin en soms een familielid, is de school een belangrijke veilige plek voor kinderen. Het is in het belang van kinderen dat dat zo blijft en dat zij de meester of de juf kunnen vertrouwen. Kinderen zullen uit zichzelf niet gauw vertellen dat zij thuis worden mishandeld. Onze leerkrachten moeten dat ontdekken aan veranderingen in het gedrag van kinderen en aan uitlatingen en daar op de juiste manier op reageren. Toch blijkt uit onderzoek dat maar twintig procent van de gevallen van kindermishandeling daadwerkelijk wordt gesignaleerd. Dat is voor ons aanleiding geweest om meer aandacht te besteden om de leerkrachten te trainen in het herkennen van signalen.
De scholen van Zaan Primair hanteren een protocol, waarin stap voor stap is aangegeven wat de school moet doen. Praten met de leerling en de ouders, melden bij officiële instanties als het Meldpunt Kindermishandeling en hulpverleners als Bureau Jeugdzorg, huisartsen, GGD en wijkteams inschakelen. Op papier is het allemaal mooi geregeld, maar in de praktijk valt er nog het nodige te verbeteren aan de samenwerking.Sticker op stadhuis
Dat Geke Faber zich als burgemeester heeft ingezet om iets te doen aan het probleem van kindermishandeling is belangrijker dan je op het eerste gezicht misschien denkt. Je mag dat een symboolfunctie noemen, maar als iemand bovenaan de ladder de verantwoordelijkheid neemt voor het probleem van kindermishandeling en het belang van aandacht uitdraagt dan is dat een niet te onderschatten bijdrage aan de oplossing. Zij heeft ervoor gezorgd dat ook het gemeentehuis daarin een rol speelt. Als laatste veilig haven voor kinderen die worden mishandeld en naar hun gevoel nergens terecht kunnen. Die veiligheid is vorig jaar gemarkeerd door een Last resort sticker te plakken bij de ingang van het stadhuis. Er is ook een protocol gemaakt voor het opvangen van die kinderen, zodat vanaf de melding bij de bode iedereen weet wat zij aan de opvang moeten doen. Ik hoop oprecht dat de volgende burgemeester net zo betrokken is als Geke.
Een bijdrage van Jaap de Jong.