Donderdag 27 maart 2014, binnen het broedseizoen dus illegaal, liet ZNSTD de blakend gezonde herdenkingsboom op de hoek Weverstraat – Badhuislaan omhakken. De gemeente had wel een kapvergunning verstrekt: zonder één woord over de aard van de boom en het bijbehorende gedenkbordje.
Het kruispunt moest opnieuw worden ingericht, waardoor de boom, die 10 jaar na de oorlog werd geplant in het bijzijn van uw scouts/zeeverkenners, sneuvelde.
Dat het hier om een bijzondere boom ging, was duidelijk. Al een jaar eerder, in april 2013 ging wijkmanager Erik van Druenen op zoek naar een elegante oplossing. Hij mailde hierover onder ander andere naar Josefien Gigengack, inwoner uit Krommenie en betrokken bij de stichting Monumenten Spreken.
Eén van de opties die naar voren kwam was overplanten van de boom en verleggen van het gedenksteentje naar de Weverstraat 40 in Krommenie. Dat was het laatste adres waar Abraham (Bram) Prins in vrijheid woonde. Bram kwam om in Auschwitz.
De ‘elegante oplossing’ kwam er niet. De boom werd zonder pardon gerooid, en het steentje verdween. Zowel Erik van Druenen als Josefien Gigengack waren verbaasd en teleurgesteld. Gigengack: ‘Het was zo onomkeerbaar. Die boom plak je niet even terug.’
Het verdwenen gedenksteentje verdween niet uit haar gedachten. ‘Het bleef zeuren. Nu 4 en 5 mei steeds dichterbij komen, en er in het kader van 70 jaar vrijheid aandacht is voor herdenken, vond ik dat ik actie moest ondernemen.’
Ze toog vanochtend naar de gemeentewerf, waar ze het steentje aantrof. ‘Tussen de zakken cement maar in prima conditie! Het is een heel klein steentje, maar het idee dat er mensen waren die 10 jaar na de oorlog de moeite namen om dit zichtbaar te maken, raakt.’
Erik van Druenen heeft inmiddels de plek bij de Weverstraat 40 bekeken. Hij voelt wel wat voor het idee om de steen daar te plaatsten. De mogelijkheden gaat hij onderzoeken.
Bran Prins was mijn neef. Wij fietsen naar Krommenie vannuit Amsterdam. Zijn Moeder was mijn Moeders oudste zutser.Zijn zuster jansje Gomes de mequita=Prins overleefde met 3 kleine kinderen Vught, Westerbork en Bergen Belsen.
Ik overleefde het door onderduik bij Piet Heimans in Bussum en de laatste 5 maanden bij de familie Tijmes in Ijhorst.