Idolen waren nooit aan mij besteed.
Ik vond het zelfs vrij belachelijk dat mijn ene zus haar dikke lange haar terug liet snoeien tot een Doe Maar-kapsel (stekelig kort, met een lontje vanachter), en mijn andere zus met de bus naar Purmerend ging om voor het huis van Danny de Munk te posten. Maar dat was voordat ik hem leerde kennen…
1986 is het jaar dat de Space Shuttle Challenger ontploft, ik me elke zaterdag naar binnen probeer te slijmen bij De Prinsenhof, en met het koptelefoontje van m’n rode Sony-walkman over het opgetiste haar meezing met Conga van Miami Sound Machine. Het is ook het jaar van:
Angus MacGyver.
Voor wie hem niet kent: hij is The A-Team in zijn uppie, heeft het brein van Hannibal, de kracht van BA, is charmant als Face en gek als Murdock. Plus… waar The A-Team drie snoeren, twee aanstekers, diverse schroeven, moertjes en tandenstokers nodig heeft om een bom te maken, fikst MacGyver het met ducttape, een brok kauwgum, en met zijn Zwitserse zakmes.
Hoe uitzichtloos de situatie waarin Mac terechtkomt ook lijkt, hij weet van niks iets te maken.
In mijn gezin heeft hij het zelfs tot werkwoord geschopt. Als we er rond etenstijd achter komen dat niemand kookt, aan koken heeft gedacht of boodschappen heeft gedaan, dan slaan we aan het MacGyveren. Dat kan je zien als de voorloper van de ‘no waste’ kooktrend: van een halfvergane ui, een ei, een handje bloem en een bouillonblokje brouwen we een koningsmaal*.
Terwijl het haar van mijn ene zus alweer jaren prachtig lang is, en mijn andere zus het geluk heeft gevonden bij haar eigen Ciske, blijkt Angus een blijvertje. Ik overweeg alsnog zijn kapsel te nemen.
*De eerlijkheid gebiedt mij te vermelden dat we soms ook een zak gamba’s, varkenshaasjes en/of aardappelkroketjes in de vriezer vinden.
Tip: Hou voor echte MacGyver-recepten de Maandag-Makkelijk-Kookrubriek in de gaten.