Afgelopen woensdag mocht ik een lezing verzorgen voor De Brandbel. Dat zijn de reünisten van de brandweer Zaanstreek.
Een grote eer, want het gaat om de mensen m/m die vrijwillig of professioneel onze streek probeerden te beschermen tegen brand en ander onheil.
Wethouder Klaas Kan heb ik nooit gekend. Zijn zoon Willem/Wim wel. Dat is mijn opa en de vader van mijn vader. Hij is al een tijdje dood, maar ik weet dat hij bij de brandweer zat, en ik vroeg ernaar bij mijn vader.
‘Wat deed opa precies bij de brandweer?’
Mijn vader hoefde niet lang na te denken: ‘Hij stond met de lul in de hand.’
‘De lul?’
‘Ja, hij was een spuitgast bij Kring 4.’
Ik werd gevraagd vanwege mijn rol bij Monumenten Spreken, maar in de voorbereiding zag ik al snel dat er raakvlakken waren tussen mijn familie en de brandweer. Zelf heb ik de longinhoud van een gup, en niet veel lef, maar mijn overopa Klaas Kan was vanaf 1923 tot 1939 als wethouder verantwoordelijk voor de brandweerzaken in Zaandam. Hij werkte met commandant W. Stam (tevens aannemer) en daarna met zijn vriend Cor Kakes (die daarvoor al tweede commandant was).
Overgrootvader Kan was er bij zijn aftreden trots op dat hij de mannen achterliet met een sluitende begroting, en goed materieel. Gemiddeld hadden ze tijdens zijn wethouderschap per maand één stevige brand voor de kiezen gehad. Dat komt neer op meer dan tweehonderd branden in ‘zijn’ tijd. Zijn conclusie was, dat ‘Zaandam de keur met alle professionele brandweercorpsen, overal kan doorstaan. ‘
Tijdens de inleiding van de film die we maakten bij het monument in het verzetsplantsoen vertelde ik over wethouder Klaas Kan. En over zijn zoon Wim. En van het feit dat die met de lul in de hand stond. Daar raakte ik de mannen kwijt. De uitdrukking bleek lang niet zo ingevoerd als mijn vader beweerd had, en mijn wangen kleurden vurig rood.
Thuisgekomen belde ik mijn vader om hem te confronteren met zijn foute informatie, maar hij hield vol dat het klopte. Hij had het zelfs nog in het woordenboek opgezocht en daarin stond dat de lul een houten pijp is aan de slang waar het water uitloopt.
Ik zoek nog steeds, maar kan het echt niet vinden.
Brand in de Arbeidsbeurs
In de oorlog hadden de Duitsers behoefte aan arbeidskrachten, en daarvoor was de informatie van het arbeidsbureau aan de Oostzijde in Zaandam (dichtbij De Fabriek) zeer bruikbaar.
In mei 1943, een kraakheldere nacht, besloot het verzet dat het beter was om de boel daar in de fik te steken. De brandweer werkte keihard mee, door extra traag te blussen. Commandant Koelewijn woonde bijna met zijn neus op de brand in de Halstraat, maar hij wachtte keurig op de officiële melding (tekst loopt verder na de foto).
Brandweerondercommandant H.L.M. van Heijnsbergen (kortweg Heijns) schreef (vanaf de kazerne in de Westzijde):
Alleen de Zaan tussen ons en de brand, wij voelen de hitte en horen de vlammen. Typisch zoals het geluid van vlammen ons mannen bereikt: Het werkt als een rode lap op een stier, die razende en dol wordt en de tegenstander te lijf gaat.
Alleen werkt deze brand heel anders…
In de minidocumentaire over het monument in Het Verzetsplantsoen komt de brand ook aan bod:
Merel maakt niet uit de verspreking, als oud brandweermannen hebben we genoten van je lezing.Vooral je film van het verzetplantsoen, je merkte wel dat de zaal stil was en dat lukt iemand niet gauw op een reunistenmiddag
Merel, ik sluit me graag aan bij Rein Wasscher. De lummel had je als pompbediende nodig om het water door te laten lopen, als er weinig water werd afgenomen.Mijn vader die vanaf 1940 lid is geweest van Kring 4 heb ik er nooit over gehoord.Ik vond je lezing afgelopen woensdag heel goed. Compliment voor al jullie werk. De film van het Verzetsplantsoen met de kinderen van Op den Velde en van Hall was indrukwekkend.
Beste Merel Kan,
Uw vader had (groot) gelijk. Kijk maar in het Woordenboek der Nederlandsche Taal, s.v. Lul (III):
LUL (III), znw. vr. , mv. -len. Benaming voor verschillende buisvormige voorwerpen. Wellicht van onomatopoëtischen oorsprong, t. w. genoemd naar het geluid van een vloeistof die door een buis vloeit.
1) Pijpkan, voorheen gebruikt om kleine kinderen drinken te geven. HOEUFFT, Bred. T. 372, vermeldt het nog als „hier en daar, ten platte lande” gebruikelijk. || Derhalven salmen het selve (t. w. het zuigende kind) hoe langhs hoe meer met bier-en-broot, pap, panade ... en diergelijcke voeden, en ondertusschen met bier laven, ofte selve uyt een lul laten drincken, V. BEVERW., Schat d. Ges. 177 b. 't Huiswijf, ... die haer borst verstrekte voor een lul Haars vruchts alleen, en niet tot booze lust, JONCTIJS, Toon. d. Jal. 2, 104. Dat Mijn Wijf t'huis was, ze haalden het licht uyt je oogen; Daar zou jy zoo veel praats niet by inbrengen moogen, Want die is by den Kraanen-handel opgebrocht Als een Kind by de Lul, Gew. Weuwenaar 1, 11. Lul wordt ook vooreen pypkan genomen, waar de kinders uit drinken doch thands sticht dit woord niet veel, CHOMEL, Verv. 4836 b.
2) Aan een pomp. De pijp waaruit het water stroomt, de bek. Gewestelijk, b. v. in 't Kampensch (GUNNINK) en 't Westvl., nog bekend. || Lul .... De houten pijp aan eene pomp, waaruit het opgepompte water loopt, WEIL. — Hij hield zijn hand tegen de lul van de pomp gesloten, maar het water bees tusschen zijne vingers, DE BO2 117 b.
3) Pijp als mondstuk aan de slang van een brandspuit (b. v. bij WEIL.).
Hier vindt u een (hopelijk werkende) link naar het WNT online:
http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M038007&lemma=lul&domein=0&conc=true
En anders probeert u het via: http://gtb.ivdnt.org/search/?owner=wnt
Als ik op je 'kan het echt niet vinden'linkje klik, lees ik: houten pomppijp; pijp van eene brandspuitslang;
Messcherp! (Ik vrees dat ik niet voorbij de penis durfde te kijken)
Of wilde? :D
Leuk verhaal!
Merel niets dan complimenten hoor, en een erg binnenkomende film over die geweldige Zaandammers in de oorlog. Er werd na de film door die stoere brandweermannen menig traantje weggepinkt. De pompbedieners gebruikten een lummel slangetje bij de pomp. Opdat zij goed zicht hadden op de pomp. De pomp werkte slecht, werd te warm bij pompen tegen dichte afsluiters. Zij lieten bluswater door de lummel lopen om te koelen.Bedankt en groet Rein
Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (1976): lulleman, m. (-nen), 1. Die bij een brand de lul bestuurt; -2.(fig) vervelende babbelaar.
Dus toch! (Maar mijn opa was beslist geen vervelende babbelaar).
Soms komt een ouderwets woordenboek nog van pas.
Nederduitsch taalkundig woordenboek van 1811: Houten pijp aan een pomp waaruit het water loopt.
In goed Hollands: yes!
Met de lul in de hand, nooit van gehoord bij de brandweer, wel slangophouder, slangenbrug, of slangverband. Merel je ging wat snel voorbij aan de wingewesten van Zaandam. De dorpen van Zaanstad, zoals Vreeman deze noemde, veelal alle met een geweldige historie. Zij maakten zich met Wormer en Oostzaan sterk binnen binnen de Zaanse Bond van Brandweerkorpsen. Samenwerken in opleidingen en inzet. Samen sterk.
Dank, Rein. Nu jij al niet van de uitdrukking gehoord hebt, voel ik me nóg lulliger.
De historie van de dorpen is meer dan de moeite waard en het werk van de verschillende brandweerkorpsen ook.
Helaas had ik maar een uur, en ik zoomde in op de brand in de Oostzijde en daarbij de geschiedenis van mijn opa's (en die ligt nu eenmaal in Zaandam).
Het is wel grappig dat je als je de zoektermen ‘pik’ en ‘brandweer’ invoert in Google, je als resultaat wel de straalpijpen van de branweershop bovenaan in de resultaten krijgt.
Wanneer je googelt op 'met de lul in de hand brandweer' krijg je werkelijk de vreemdste berichten en meest obscure sites als zoekresultaat. Met nu helemaal bovenaan De Orkaan :)
:-) Daar doen we het voor!
Misschien is de uitdrukking dan 'met de pik in de hand', en heeft mijn vader de klokken slechts horen luiden...
... en weet hij niet hoe je de klepel noemt!
Misschien verstandig om bij weder gebruik van de lul handschoenen te gebruiken uit hygiënisch oogpunt? Leuk artikel.