Inmiddels ben ik als gast-juf best ervaren. Voor lessen over Monumenten Spreken of De Orkaan kom ik graag over de linoleumvloer.
Ik heb een onderbouwde boodschap en een visie, maar daarmee kon ik niet voorkomen dat ik een paar weken geleden rondliep met een Post-it met ‘trap mij’ op mijn kont. En er kwam een leerkracht, uit de klas naast me klagen over het lawaai dat m’n klas maakte.
Tijdens het klimmen over een schoolpleinhekje dat op slot zat werd ik door een echte juf tot de orde geroepen, terwijl dat klimmen me niet makkelijk afging en al mijn kinderen aan de andere kant stonden te wachten. Gênant natuurlijk, maar wel weer een mogelijkheid om het woord ‘reprimande’ aan het woordenboek van de kinders toe te voegen. En het woord ‘gênant’.
Ik deal professioneel met normale vragen als ‘Waarom heb jij elke week dezelfde jurk aan, je hebt zeker geen ander jurk?’ en ‘Heb jij eigenlijk wel een man?’ (Antwoord op beide vragen ‘Ja heus wel, echt hoor, echt!’).
Gisteren mocht ik samen met mijn nicht Marjan* een taalklas bij De Tamarinde verzorgen waarin De Orkaan de klas in kwam. Het was een feest. Zeker toen een meisje met de mooiste ogen van de wereld me aan het begin van de les verlegen vertelde dat ze me zo mooi vond. Heerlijk!
Een eitje is het, voor de klas. Tenminste zo lijkt het als ik naar mijn nicht kijk. Met haar blik krijgt ze een groep stil, door zachtjes te praten spitsen ze de oren, en als Marjan zegt verbaasd te zijn over bepaald gedrag, dan kruipen ze nog net niet onder tafel van schaamte. Maar ze vinden haar allemaal lief en leuk.
Marjan, die een maand of twee ouder is dan ik, introduceerde me voor de groep: ‘Wie heb ik meegenomen deze week?’
De blikken waren op mij gericht en de vingers gingen de lucht in.
Een jongen kreeg de beurt: ‘Je moeder?’
Pfpfff… ’t is een vak en ik begin steeds beter te begrijpen waarom leerkrachten meer verdienen.
*Niet bedoeld als reclame, maar zo krijg je een beeld van Marjan (Ik ben natuurlijk beter, mooier en best veel dagen jonger, waarvan akte)