‘Echt! Wij zijn echt een neerlandici!’ Mijn vriendin lachte haar grote voortanden bloot, en ik stond er vol zelfvertrouwen naast.
‘Je bent neerlandica, bedoel je? En zij ook?’ De gespierde deurman schoof ons opzij om wat jasjes/dasjes door te laten.
We probeerden binnen te komen bij een studentenfeest aan de Warmoesstraat in Amsterdam, maar we hadden een probleem: we studeerden niet en waren pas zestien. De portier trapte er niet in.
We hadden de smaak van het studentenleven te pakken gekregen in Noordwijk een paar weken eerder. In 1987 ontdekten we de vrijheid op camping Dijk en Burg in Noordwijk. We kwamen er om te werken, we pelden bol. Maar al snel zagen we dat er meer was, want de rest van de campingbevolking stapelde bierkratjes.
De derde week dat we er zaten werd ons veldje ontruimd. We moesten verkassen naar een drassige B-plek, en er verschenen twee grote witte tenten. Precies op de plek waar wij van Schotten leerden dat je bier moet drinken door het blik te schudden, er een ijspriem in te prikken aan de onderkant, om daar dan je mond op te zetten.
Hoewel we verdrietig waren door het verlies van de plek, kwam er iets moois voor in de plaats. De tenten werden gebruikt voor de ontgroening van studenten uit Leiden. Waaronder onze koning Willem Alexander, toen nog prins.
Na een dag van kratten vullen met ontvelde tulpenbollen, wisten we niet hoe snel we op ons oude veldje moesten komen om te aanschouwen hoe intelligente jongeren zich lieten vernederen door andere jongeren.
Een van de tenten werd volgestouwd met studenten. Er leek veel te weinig ruimte, maar ze moesten zittend, met de armen omhoog inschikken en inschikken totdat het paste. De armen konden daarna alleen nog maar omhoog of recht naar voren. Een corpulent meisje lachte zenuwachtig (ja, dan vraag je erom) en zij moest daarom in haar ondergoed op een tafel staan en Kermit de Kikker nadoen. Lachen, en terwijl ik nog maar eens een ijspriem in een blik bier stak, ging ook onze koning ergens de fout in. Voor straf moest hij een paar rondjes om de tent hollen. Lijfwachten in pak renden met hem mee, maar zij stonden toe dat ouderejaars hem op elke hoek op zijn prinselijke bips sloegen met een schoen.
Deze week werden de studentensteden weer overspoeld met groentjes. Mijn zoon is erbij met zijn coronadiploma in coronastijl. Ze bewegen zich in kleine groepjes, reizen met mondkapje, en bewaren afstand. Het voordeel is dat hij niet zal worden opgestapeld in een tent, het nadeel is dat hij waarschijnlijk geen kans krijgt om te laten zien dat hij een aardige Kermit in huis heeft.
Grappig, ik noemde mijn leidinggevende altijd een neerlandici. Hij hechte zoveel waarde aan het noemen van zijn academische titel, dat ik hem maar in meervoud ben gaan noemen.