Er klonk in november 2014 luid applaus toen de 300 LED-lichtjes op het Hembrugterrein op miraculeuze aansprongen, ‘aangedreven door energie die werd opgewekt uit de wortels van levende planten’.
Plant-E, licht van de toekomst, groener kan niet.
Volgens mij was hier sprake van een batterijtje, show en volksverlakkerij.
Met een hoop bombarie en hoogwaardigheidsbekleders, die dol zijn op verbinden -en dan vooral op het verbinden van hun naam aan een succesvol groen project-, werd ‘na jaren onderzoek vol trots de eerste praktische toepassing van het Plant-e systeem in werking’ gesteld.
In de weken en maanden erna bracht ik regelmatig een bezoek aan het innovatieve lichtkunstwerk in de hoop een glimp van een glimp van een wonderlijk schijnsel op te vangen. Dit was nooit het geval en mijn kinderen kreeg ik niet meer mee. Zelf hield ik het jaren vol. Soms vroeg in de ochtend, dan weer –onverwacht- midden op de dag, of zelfs laat in de avond.
Hardop sprak ik de plantjes toe, maar vaak schenen ze hartstikke dood. Ik haalde bruine bladeren of zwerfvuil weg, zocht en vond soms groen, kietelde de worteltjes… maar nooit brandde er licht. Als ik vragen stelde aan mensen van Rijksvastgoed, dan waren ze er altijd mee bezig, ze hadden vertrouwen en het zou binnenkort gebeuren.
Nu staat het Hembrugterrein te koop. Rijksvastgoedbedrijf overweegt om onze wereldprimeur-plantjes te verhuizen naar de Floriade of vliegveld Valkenburg. Daar schijnen ze namelijk erg groen en innovatief bezig te zijn. Bij de ingebruikstelling van het ‘licht van de toekomst’ daar, staat vast ook een burgemeester, minister of wethouder – die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan- te trappelen om op het lichtknopje te drukken.
Ik hoop voor hem m/v dat ze het batterijtje niet vergeten.