Gisteren debatteerden wethouder Stijn Nijssen en Ducktopia-beheerder Cor Hottentot op nationale radio onder leiding van Dolf Jansen. Het gesprek ging niet over muskuseenden. Het ging over iets veel groters: identiteit, wortels, en de vraag wie ergens thuis is en wie niet.
Aan de ene kant zat de wethouder: beheerst, koel, een man van de balans. Hij maakte grappen, oogde ontspannen en omschreef de eenden als grote dieren die voor onveilige verkeerssituaties zorgen. Zijn plan: alle muskuseenden uit het dorp verwijderen.
Aan de andere kant de beheerder van Ducktopia: geworteld in de klei van Oostzaan, fel en gepassioneerd. Voor hem was dit geen beleidskwestie, maar een strijd om een stuk van zijn leven. Hij kent de eenden, heeft berekend dat er ruimte is voor zeventig exemplaren, en ziet ze als onlosmakelijk onderdeel van het dorp.
Onder het debat sluimerde iets fundamentelers: de botsing tussen beleid en beleving. De wethouder sprak over regulering en structuren, zonder precies te weten hoeveel eenden er eigenlijk zijn. De beheerder sprak over hoe het dorp was en zou moeten blijven. Over hoe ‘ze daar in de gemeente’ misschien plannen maken, maar geen gevoel hebben voor wat Oostzaan echt is.
Het was meer dan een discussie over vogels. Het was een clash tussen de taal van het bestuur en de taal van de straat. Tussen spreadsheetlogica en dorpsgevoel. Tussen iemand die op bezoek is en iemand die thuis is.
Aan het einde van het debat had de wethouder vast niet het idee dat hij verloren had. Maar de vraag is of hij echt iets gewonnen heeft. Want beleid mag dan keurig in balans zijn — als je de ziel van een dorp mist, blijf je een buitenstaander.
En in Oostzaan weten ze: wie geen wortels heeft, waait vanzelf weg.
Klik op de afbeelding hieronder om bij het fragment van de uitzending te komen ⬇️

De eewnden worden nog landelijk nieuws gezien het paginagrote artikel in het Parool van vanmorgen....
Een waargebeurd verhaal 1932.
De eenden weten wat!
Oostzaan staat op en gaat slapen met eenden. Zo was het altijd!
Maar nu heeft het dorp zo’n last van de eenden. De mensen doen het zelf…. niet voeren bij de huizen!Maar evengoed doen!
Oostzaan stikte vroeger van de eendenhouders. Het dorp kwam er in om. Het maakte niet uit waar je woonde, iedereen had wel eenden.
In de omliggende gemeenten Landsmeer en Den Ilp was het niet anders. Ook daar kwamen ze om in de eenden. Het waren echte eendendorpen.
Veel eenden houders in het dorp hadden Spreeuwkop eenden of Khaki Campbell eenden.
Nu was het Polderbestuur van Oostzaan boos omdat de eenden houders ‘s avonds hun eenden loslieten in de polder. Het bestuur wilde dat ze opgehokt bleven, omdat de eenden de wallen los maakten. En ze stuurden een brief naar de eenden houders en fokkers, met de mededeling, dat eenden die losgelaten werden met het snateren de wallenkanten vernielden.
Waarop houders en fokkers antwoordden:
Oostzaan december 1932
Aan het Polderbestuur van Oostzaan,
Geven ondergetekende “Fokkers van eenden” te kennen dat het voor hun bedrijf noodzakelijk is (ter verkrijging van een goed bevrucht krachtig broedei) dat de eenden los mogen zwemmen.
Dat ‘t voldoende is hiervoor den nacht te bestemmen en de zekerheid bestaat dat goed gevoederde eenden ‘s avonds los ‘s morgens weer in ‘t hok zijn.
Verzoeken in ernst ‘t loszwemmen in de nacht te veroorloven.
Ondergetekende 23 eendenfokkers en houders
Waarop een antwoord kwam van het Polderbestuur:
Adressanten beroepen zich erop, dat de eenden grote bewegingsvrijheid moeten genieten, opdat een krachtig en goed bevrucht broedei verkregen kan worden. Wij vestigen er uwe aandacht op, dat de eendenfokkers voldoende water af kunnen schutten om binnen de afschutting hun beesten te laten zwemmen. Dit geschiedt ook in andere gemeenten. Wij hopen, dat wij u met het bovenstaande genoegen aangetoond hebben, dat het Waterschap noodzakelijk is een dergelijke verbodsbepaling te handhaven. De ons toegezonden stukken doen wij U ingesloten wederom toekomen.
Het Bestuur van den Polder Oostzaan
En toen werden de Visch handelaren ook boos en gingen een brief schrijven. Loszwemmende eenden hadden geen nest (ondermaatse vis) of puf (visafval) nodig. Die scharrelden hun eigen kostje wel bij elkaar.
Maar met dit verbod moest er bijgevoerd worden met nest of puf, en dat was handel. Maar, de sloten vielen droog en dat was hun probleem.
16 februari 1933
Aan het Polderbestuur der gemeente Oostzaan
Met verschuldigde eerbied geven te kennen Ondergetekende Visch handelaren en anderen.
Dat zij zich belemmerd voelen in hun bedrijf om den visch bij hun cliëntelen rond te brengen door het ondiepe water in de sloot langs de Dorpsweg vanaf de Kuiperijbrug tot den Stationsweg.
Redenen waarvoor ondergetekenden zich tot u wenden met het beleefd verzoek door het laten uitbaggeren van voornoemde sloot enigen verbetering te brengen.
Hoogachtend: zestien personen en de Coöperatie “De Toekomst” Oostzaan.
Maar, we zijn er nog niet. Er waren eendenfokkers die het heft in eigen hand namen en het Polderbestuur zelf een brief schreven.
Ze waren het er niet mee eens.
Het Polderbestuur antwoordde:
10 februari 1933
Loszwemmen van eenden in den polder.
In antwoord op Uw gedaan verzoek om gedurende den nacht de eenden in de Polder te mogen loszwemmen, delen wij U mede, dat ons College besloten heeft, afwijzend op dat verzoek te beschikken.
Het Bestuur van den Polder: ondergetekende.
Tja, Oostzaners zijn toch een beetje burgerlijk ongehoorzaam en ze lieten de eenden toch los.
En.. ze schreven zelfs een brief aan de koningin!
Toen kwam er een grote brief…..
Ter voldoening aan Uwe in margine (kantlijn)vermelde missive(bericht),
waarbij ons College om bericht in handen werd gesteld een adres van een eendenfokker te Oostzaan, gericht aan H.M.de Koningin, inzake het loszwemmen van eenden in de Waterschap, deelen wij U mede, dat wij geheel persisteeren bij ons aan U gericht schrijven van 8 Februari jl. no.1283, betreffende de questie.
Hieraan willen wij nog toevoegen, dat de adressant zelf nu, terwijl het verbod is eenden en andere watervogels te laten uitlopen of zwemmen in de polderwateren, overhoop ligt met de gebruikers van de landerijen in de omgeving.
Van zijn bedrijf wegens het overtreden van het verbod, aangezien hierdoor veel schade veroorzaakt wordt aan die landerijen. Hierover ontvangt ons College, en ook de politie ambtenaren hier ter plaatse, herhaaldelijk klachten.
Het is dan ook absoluut noodzakelijk het bestaande verbod te handhaven en het is ons College onmogelijk adressant te dezer zake enige tegemoetkoming te doen, aangezien dan enkele eendenhouders bevoordeeld zouden worden ten koste van de veel grootere belangen van landgebruikers van de tuinbouwers.
De ons gezonden stukken doen wij U ingesloten wederom.
Het Bestuur van Polder Oostzaan
En zo zie je maar, dat Oostzaan een echt eendendorp is. Toen waren er al klachten, als het over eenden gaat, en dat is nog steeds zo.
Oostzaan en eenden horen bij elkaar getuige de bijnaam van Oostzaners: Eendenpullen.
Een andere bijnaam is Doppenhokkers en die bijnaam is afkomstig van de vele Oostzaner eendenhouders die het afval van pelmolens opkochten.
Tussen 1900 en de 1e Wereldoorlog waren er in Oostzaan constant 20.000 eenden en de eieren werden voornamelijk gebruikt voor de beschuitindustrie.
Wat een fantastische column! Spijker op de kop! Over de leefwereld versus de systeemwereld. Dit zou een les moeten zijn voor alle beleidsmakers!
Mevrouw Kan, is dit nu een verslag of een column? Het komt op mij over als van iemand met veel hart voor Oostzaan en daardoor ietwat weinig distantie. Da's prima voor een column, maar misschien niet voor een verslag. Beschouw dit svp als opbouwende kritiek, want verder ben ik erg geïnteresseerd in uw stukken.
Doordat de titel van het artikel begint met haar naam lijkt me er geen andere interpretatie mogelijk dan dat het een opiniestuk betreft.
Prima geschreven en verwoord!