Mensen zouden geen dieren zijn omdat ze beschikken over wil, zelfbewustzijn en moraal. Mijn twijfel groeit: sommige van m’n soortgenoten ervaar ik als beestachtig. 

Zaanstad waagt het om mensen te helpen die hun eigen land moesten verlaten, vaak omdat het daar niet veilig is. Aan de Gerrit Bolkade komen twee grote asielboten te liggen waarin duizend mensen kunnen worden opgevangen. Wij schreven over de aankomst van het eerste exemplaar, waarna vurige vingers over de toetsenborden vlogen. 

Mensen die in hun profielfoto de kleinkinderen, het gelukkige bruidje, een selfie tijdens Zaan de wandel of een wollige pup tonen, blijken zo ontevreden met hun leven te zijn dat ze via de ‘sociale’ media schaamteloos los moeten. 

Een greep uit de reacties, waarbij ik voor de leesbaarheid de hoofdletters en uitroeptekens heb weggelaten: ‘Moeder houdt uw dochter binnen (en geiten)’, ‘afslepen en af laten zinken’, ‘torpedo’, ‘oprotten’, ‘gelukszoekers’, ‘flikker op met die opvreters’, ‘Nederlanders eerst’, ‘grof schandaal’, ‘te ziek voor woorden’, ‘doorvaren naar de Noordzee’, ‘komen naar Luilekkerland’.

Mensen die proberen een meer welwillend geluid te laten horen worden bestempeld als ‘woke’ en ‘gutmensch’. En goed of wakker willen zijn is niet positief. Naar Amerikaans model vormen we onze maatschappij in rap tempo om naar links/rechts-denken.

Een giftig mechanisme als je ’t mij vraagt. Want, als je eenmaal een links of een rechts uniform aantrekt, dan voer je geen gesprek meer maar slechts een discussie zonder oren.

In 2015 vingen we al streek vluchtelingen op in de tenten van het Burgemeester in ’t Veldpark. Ook toen was er veel weerstand. Mensen waren onzeker over het onbekende, bang voor de culturele verschillen en voor het beslag op ‘hun’ woningen. De angstige onvrede werd luidkeels gedeeld, maar vanuit de Noorderkerk aan de overkant klonk een zacht tegengeluid dat er uiteindelijk voor zorgde dat er begrip kwam. Er ontstond een groot netwerk van vrijwilligers die zich bemoeiden met de opvang van mensen die daar liever ook niet hadden willen zijn.

Dat laatste is belangrijk: er wordt hardnekkig beweerd dat ‘ze’ komen voor onze welvaart. En dat het niet onveilig is in hun eigen land. Maar voor ‘gelukszoekers’ bestaat het geluk uit lichamelijke veiligheid, een bed, eten, drinken en het liefst een dak.  Een piepklein deel komt hier om zijn of haar geluk te beproeven: het percentage ‘veiligelanders’ schommelt rond de 6 procent, en hun asielaanvraag zal worden afgewezen. 

De opvang in de mega-boten aan de troosteloze achteraf-kade is niet ideaal. De aanblik van het drijvende woonblok maakt me verdrietig. Maar het is een dak, met een bed en de eerste levensbehoeften. En ik ben er trots op dat Zaanstad de verantwoordelijkheid neemt.

Op een plek waar zoveel, vaak getraumatiseerde, mensen een geforceerde samenleving vormen zullen ongetwijfeld incidenten plaatsvinden. Daar zullen ook wij over schrijven.

Toch hoop ik dat we ook weer mooie stukken kunnen schrijven. Verhalen over geslaagde inzamelingsacties, bingofeesten, over betrokken vrijwilligers, Zaankanters die vluchtelingen opnemen in hun gezin, over voetballende vluchtelingen, over Amr (die inmiddels lang en breed is afgestudeerd in Delft), over vluchtelingen die vrienden voor het leven werden en meer. 


Over de nieuwe opvang in Zaanstad

Zaanstad helpt mensen die hun land hebben moeten verlaten, vaak omdat het daar onveilig is. Deze mensen noemen we asielzoekers. De Nederlandse regering en de provincie Noord-Holland hebben Zaanstad gevraagd om mee te helpen.

Hoe werkt het asielproces?

Als asielzoekers in Nederland aankomen, melden ze zich eerst bij de politie en een organisatie die hun aanvraag beoordeelt. Daarna gaan ze naar een opvanglocatie waar ze medische zorg krijgen en hun aanvraag verder wordt afgehandeld. Als asielzoekers zes maanden of langer in Nederland zijn, mogen ze werken en moeten ze een deel van hun inkomsten aan de opvang betalen.

Waar worden de asielzoekers opgevangen?

De asielzoekers wonen tijdelijk op speciale boten, zogenaamde ‘barges’, die aan de kade liggen. Deze boten zijn ingericht met alles wat nodig is, zoals slaapplaatsen, keukens, toiletten, douches, en plekken om te ontspannen. In totaal kunnen er 1.000 mensen op deze boten verblijven.

Wie betaalt dit allemaal?

De opvang wordt betaald door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en de Rijksoverheid. De gemeente Zaanstad krijgt het geld om de asielzoekers onderdak te bieden en in hun basisbehoeften te voorzien.

Wie mogen er op de barges wonen?

Niet iedereen kan op deze boten wonen. Er zijn afspraken gemaakt, bijvoorbeeld dat kinderen en mensen in een rolstoel hier niet mogen verblijven vanwege de veiligheid. Ook worden er geen mensen opgevangen die uit veilige landen komen of al ergens anders in Europa hulp krijgen.

Hoe ziet het dagelijkse leven van de asielzoekers eruit?

De asielzoekers krijgen begeleiding van medewerkers bij de opvang. Ze leren hoe alles werkt in Nederland, wat de regels zijn, en krijgen mogelijkheden om vrijwilligerswerk te doen. Ook zijn er lessen om Nederlands te leren en andere activiteiten.

Wat mogen de asielzoekers wel en niet?

Asielzoekers mogen zich vrij bewegen, net als iedereen in Nederland, maar ze moeten zich één keer per week melden bij de opvang. Op de boten hebben ze eigen kamers en kunnen ze zelf koken. Er is ook een plek waar ze hun fiets kunnen neerzetten.

Veiligheid rondom de opvanglocatie

Om de veiligheid rondom de boten te waarborgen, zijn er extra maatregelen genomen, zoals een lagere maximumsnelheid op de weg en een veilige wandelroute naar de dichtstbijzijnde bushalte.

Hoe lang blijven de asielzoekers?

De opvang in Zaanstad is tijdelijk. Asielzoekers mogen hier vijf jaar blijven, met een mogelijke verlenging van twee jaar. Als ze toestemming krijgen om in Nederland te blijven, blijven ze op de boten totdat ze een eigen huis hebben. Als hun aanvraag wordt afgewezen, moeten ze vertrekken.

Door: Merel Kan, Orkaanarchief, informatie Rijksoverheid, Zaanstad en COA, foto boven: Arthur Gobets.